De seksualiteit is op dit moment voor mij als volgt.
Seksualiteit is tweeledig.
Er zit een puur lichamelijke kant aan;
en er zit een relationele kant aan.
Het lichamelijke is voor mij ook tweeledig: de drang tot overleven (al zien wij dat niet meer zo scherp; vaak wordt er tegenwoordig bewust wel of niet gekozen voor kinderen, maar niet omdat we zonodig de soort in stand moeten houden), en de lichamelijke bevrediging.
De oermens handelde bijna dierlijk hierin: als de man een voor ons onherkenbaar geluid uitstootte, en met zijn vuist in zijn hand sloeg, wist de vrouw dat zij moest bukken: het was één twee, hup, klaar. Of dat lust was over overleven weet ik niet. Ik denk beide.
Het lichamelijke aspect zie ik ook een beetje zoals Gast al aangaf: een in balans komen met allerlei innerlijke processen.
De relationele kant is een heel ander verhaal. Er kleeft veel meer aan dan alleen de daad. Voor veel mensen is binnen hun relatie de seksualiteit niet langer vanzelfsprekend en natuurlijk. Ze zijn geconditioneerd door ervaringen, verlangens, of door slecht communiceren met hun partner.
Van 1989 tot 2002 was ik met een man samen. Van meet af aan wist ik dat seksualiteit voor hem een beladen iets was: ik wist toen nog niet dat hij eigenlijk homoseksueel was. Door het niet eerlijk durven zijn naar zichzelf en naar zijn omgeving (streng religieuze opvoeding) werd ons samenzijn er één van veel frustratie en onbegrip. Ik dacht dat we communiceerden op gelijkwaardig niveau, maar, naïef als ik was, stond ik voornamelijk in dienst van zijn wensen. Het bracht me veel onzekerheid, en twijfelen aan mezelf. ik ben destijds op dieet gegaan, heb mijn haar laten groeien en geverfd, de dokter heeft me onderzocht, ik waste mezelf te vaak, WANT IK DACHT DAT HET AAN MIJ LAG! Al zei hij dan dat dit niet zo was, toch deed ik er alles aan om 'ons' samenzijn te laten slagen. Uiteindelijk viel ik altijd doodongelukkig in slaap, want het bedrijven van de liefde was niet in evenwicht, en was enkel gericht op zijn prestatie.
Nu, jaren later, merk ik dat hier nog steeds voor mij een enorm brok frustratie in is blijven hangen. Het niet-communiceren, het geklungel, en het altijd maar doen wat hij wenste, heeft me best beschadigd in die jaren. Gelukkig weet ik nu, na veel uitzoeken en praten, dat ik oke ben. Goddank.
Verder kan ik zeggen over de relationele kant van de seksualiteit, dat dit dus een veel boeiender, maar ook complexere materie is. In ons -van nature- verlangen naar heelheid, naar één-wording, het verweven in de liefde die we voelen voor de ander, gaat er vaak het nodige mis, zoals ik al schreef. Nog meer dan bij oorlogen worden miscommunicaties beslecht tussen de lakens. Door macht, niet-openheid en het uitschakelen van verlangen één te zijn, gaat het vaak goed fout. We wensen het goede voor onszelf, maar vaak ook voor de ander. We kunnen daarin zo ver gaan, dat we onszelf en de een-heid (lees: heelheid) verliezen.
Mannen, en soms ook vrouwen, gaan ver in het zoeken naar heel-heid. Zolang zij hun heelheid zoeken bij een ander, kan het eenvoudigweg niet Zijn. Zolang je niet in volheid je eigen intimiteit kunt zien, het in volle overgave houden van jezelf, hoe kun je dan de ander liefhebben?
Over het intiem-zijn kan ik nog veel meer vertellen: de één ziet seksualiteit als intiem-zijn, de ander ziet intimiteit meer in de trand van vriendschap, vertrouwen, samensmelten in de ziel. Ik denk dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten. Intiem zijn is zoveel meer! Weten dat het goed is, weten dat je bij elkaar hoort.
Het beleven van de seksualiteit is een onderstrepen van liefde. Het intieme samenzijn, de stilte, de traan en de lach, het versmelten, is onlosmakelijk verbonden met de liefde en het vrijen, voor mij althans. Niet perse alleen de coïtus en weet ik veel wat voor mooie benamingen nog meer.
Ik heb best nare ervaringen gehad tijdens mijn puberteit: gelukkig ben ik de schaamte voorbij, en heb ik opnieuw geleerd van mijzelf te houden. De seksuele actie van de dader heeft mij niet mijn ziel of eigenwaarde af kunnen pakken: want die zit diep van binnen: het was namelijk iets van hem. Mede hierdoor heb ik juist kunnen ontdekken hoe het is voor mensen, om macht te hebben. Het wordt vaak geboren uit onvermogen, uit onwetendheid. Het over grenzen gaan van mensen, of dat nu binnen je eigen relatie is, of bij wildvreemden, zegt iets over de grenzeloosheid van die persoon: oftewel het niet kunnen of durven kijken naar de schoonheid van de ander; het niet integer om kunnen gaan met de ander.
Nadat mijn exgenoot het pand verliet, heb ik mezelf voor een korte periode laten gaan, want ik wilde weten hoe seks zou zijn met een hetero-man: dit bracht me niets. Het leverde me na de daad meer eenzaamheid op dan ooit.
Dus seksualiteit zonder liefde betekent in mijn ogen niets.
Dit verhaal schrijf ik niet om mijzelf te laten zien vanuit een slachtofferrol, integendeel: ik ben sterker dan ooit tevoren.