Toen mijn kat Tyger in 2005 dood ging, was ik bij de dierenarts. Het dier was na de aanrijding niet meer te redden en ik kreeg hem mee naar huis. Ik was bijzonder verdrietig. Het dier heeft hier in de kamer een halve dag op tafel gelegen, op een schapenvachtje met kaarsen rondom. Mijn dochters en ik hebben het dier samen begraven. Het overleden dier rook naar de dierenarts, en sindsdien komt hij nog af en toe langs. Ik ruik dan weer heel sterk die dierenarts, en de kat die hier nog rondloopt, loopt raar rond te kijken. Ik geniet van die momenten en begroet Tyger. Het maakt me erg blij.
Verder heb ik iets met geuren. Ik ben ooit begonnen aan een autobiografie en heb daarin een heel hoofdstuk gewijd aan geuren en hoe ik die als kleuter heb meegenomen, die, tientallen jaren later. Erg bijzonder, en erg onderschat, geuren die een mensenleven omringen.