Nou, dat was tijdens mijn huwelijk, ik denk zo rond 1998. Wij woonden hier toen net een jaar, en er zat een boomklever in de pruimeboom. Ik dacht: wat is dat nu voor vogel? En vanaf dat moment was er die klik met vogels en is nooit meer weggegaan. Mijn huwelijk was op dat moment ronduit slecht, en ik had een uitlaatklep nodig om te 'ontsnappen' aan de gekte. Ik werd ook vrij snel lid van de Vogelwachtvereniging Noordwest Veluwe, wat me veel leuke avonden en excursies heeft opgeleverd. En dat voor 15 euri per jaar. Heerlijk! Zo'n negen jaren lang was ik de enige vrouw in het gezelschap van zo'n veertig man (lees: tuinkabouters), en beleefde enorm veel plezier aan de kennis en sfeer die er altijd hing in dit gezelschap. De meest maffe biologen, leraren en boswachters deelden hun passie, en ik kijk er met enorm veel plezier op terug. De laatste tijd ga ik niet of nauwelijks meer mee, maar als ik de foto's van excursies bekijk, zie ik dat er steeds meer vrouwen meegaan: goed teken!
Ik heb inmiddels zowat een meter aan boeken staan over vogels, en heb redelijk kennis opgedaan.
Een jaar of twee geleden was ik bij een oom en tante op bezoek, en toen mijn oom erachter kwam, dat ik net zo'n leipo ben als hij wat vogels betreft, schoot hij helemaal vol. Ik heb nauwelijks contact met deze mensen, hij is een broer van mijn biologische moeder, maar het contact met deze tak van familie is behoorlijk verwaterd. De man was zo blij, dat er tóch iemand zijn passie deelt! Zijn vier kinderen hebben weinig met de natuur, dus voor hem een openbaring dat ik bijna net zo veel wist als hij.
Mijn opa, die ik nooit gekend heb, had voor de oorlog de bijnaam 'de Kroaie', en 'de kraaienvanger van IJsselvliedt': hij ving kraaien en ratten, en kreeg dan een halve cent per stuk. Als ik nu in dat gebied loop, en ik zie en hoor een grote groep kraaien of roeken, dan krijg ik ongelooflijke rillingen, en voel me zielsgelukkig.