Het woord symbiose is afgeleid van het Griekse sym biosis, wat samen leven betekent.
In Van Dale wordt symbiose omschreven als: ‘het samenleven van twee ongelijksoortige organismen op of in elkaar tot wederzijds voordeel’ en ‘het harmonische met elkaar leven of met elkaar omgaan van (groepen van) mensen, die wederzijds van elkaar afhankelijk zijn'.
Een symbiotische relatie is net als in de natuur niet altijd 'positief'.
Wikipedia:
Symbiose (van syn biosis, samen leven) is het samenleven van twee levensvormen. De beide partners heten symbionten. De grootste partner wordt ook wel gastheer genoemd. De term wordt in plaats van overkoepelend voor alle vormen van samenleving ook wel gebruikt als tegenstelling tot parasitisme.
Er zijn verschillende vormen van symbiose, zoals
Parasitisme waarbij de samenleving voor een van de partners schadelijk is,
parasitoïdisme waarbij de gastheer uiteindelijk te gronde gaat. Het criterium dat een parasiet onderscheidt van een parasitoïde is dus dat de gastheer bij een parasitoïde uiteindelijk doodgaat ten gevolge van de parasitoïde.
Mutualisme omschrijven we als een samenleving van twee levensvormen waarbij de samenleving gunstig of noodzakelijk is voor beide levensvormen.
Indifferentie, waarbij, ondanks fysieke nabijheid, de "partners" zich niets van elkaar aantrekken,
commensalisme, waarbij de een profiteert en de ander geen nadeel ondervindt en
amensalisme, waarbij de ene partner het de ander moeilijk maakt zonder dat de eerste partner feitelijk last heeft van partner twee.
Het eenvoudige opeten van een diersoort door een andere wordt geen parasitisme of symbiose genoemd, maar predatie.
Er kleven nadelen aan symbiose; als het met één soort niet goed gaat zal de 'partnersoort' ook schade ondervinden.
De psychoanalyticus Erich Fromm noemde een relatie tussen twee mensen waarbij sprake is van afhankelijkheid een symbiotische relatie. Een symbiotische relatie heeft een masochistische (onderworpen) en een sadistische (overheersende) component. Beide onderdelen van de symbiose zijn echter niet autonoom: ‘De masochistische mens hoeft geen beslissingen te nemen, hij hoeft geen enkel risico te lopen; hij leeft in verbondenheid, is nooit alleen, maar hij is niet onafhankelijk, hij heeft geen integriteit, hij is nog niet ten volle geboren.’ Volgens Fromm was de symbiose een verkeerde manier van mensen om zich te verzoenen met de menselijke conditie. Hij spreekt ook van een ‘angst voor vrijheid’ of zelfs ‘vlucht van de vrijheid’ en ziet autoritaire regimes als die van nazi-Duitsland als een resultaat van het verlangen naar symbiose. (bron: Dylan van Rijsbergen)
In de liefde is de paradox zich voor dat twee wezens één worden en toch twee blijven.
De relatie tussen moeder en kind is paradoxaal en, in zekere zin, tragisch. Het heeft de intense liefde van de moeder nodig om het kind te helpen weg te groeien van zijn moeder om zo compleet onafhankelijk te worden.
(bron: wikiquote-Erich Fromm)