Denk er aan dat je mogelijks nog wat meer codes nodig hebt... voor mij werkt het volgende:
Basiscodes:
- draaien met de wijzers van de klok > ja of hevig draaiend met de wijzers van de klok > overtuigde ja of niet hevig, misschien ja
- draaien tegenwijzersin > nee
- stil hangen > ik weet het niet, ik kan of mag het je niet vertellen.
Plancodes: fysiek of gewoon boven een plan
- loodrecht op/neer > ga voorwaarts, recht vooruit, hoe sterker hij dan op en neer gaat hoe zelfzekerder je voorwaarts kan vorderen.
- schuiner linkser of schuin rechtser op/neer > ga voorwaarts maar verander van richting linkser of rechtser, terug: hoe sterker hij dan op en neer gaat hoe zelfzekerder je kan vorderen.
- de pendel komt stil te hangen > STOP of ik weet het niet of verkeerde richting/je moet je 360° draaien.
- de pendel draait met de wijzers van de klok > bevestiging van locatie
Hulpkaarten:
Je kan kaarten gaan maken met allerlij referenties op, bijvoorbeeld het alfabet (naar gelijkenis met een wikabord) of de cijfers...
of een kruidenkaart enz.
Maar zoals Thomas zegt, vooral oefenen en testen.
Pendelen kan vermoeiend zijn maar werkt vooral in op de hartspier, hou daar rekening mee.