Waar was je toen Ik je zocht?
Ijlde je niet door verwaande gedachten
als iemand die niet weet wat te kopen op de markt.
Het eindeloze gedraai, keer op keer,
doet het hart zijn stabiliteit verliezen.
Ik zoek in jou naar de regelmaat der ontmoeting
het uur van luisterbereidheid
voorafgegaan door een wachtend verlangen.
Je draait en keert, loopt en zoekt
en vindt niet wat Ik je bieden wou.
Draag niet de onnoemelijke last van wentelend zoeken
maar kom, doe de deur van mijn ontvangend hart open.
Zet je neer aan de gedekte bebloemde tafel
met voor jou de kelk met wijn en het gezegende brood.
Reik je hand en laten wij samen drinken de wijn die liefde schept.
Nuttig het brood van mond tot mond
tot gezegend samenzijn ons verheft boven wolkenloze sferen
daar vindt boven een wentelende eindeloze eenheid plaats
die nooit of nimmer zijn kracht en adem verliest
maar steeds zich verheft in groeiend opgaand liefdeswellen.
Kom en drink alle geneugten die de wijn jou schenken kan,
laat de zoete adem van ons verbond zijn eenheid vinden.
Het hoofd gewend naar elkaar
genietend van de eerste maar de eeuwigste kus.