Hoe makkelijk is het leven,
Als je niets hoeft te zien.
De struisvogel hoeft niet te kijken,
Hij steekt zijn kop in het zand.
Er is geen oorlog,
Er is geen haat.
De woede tussen mensen,
Die ziet hij niet op straat.
Met zijn kop in het zand leeft hij,
Helemaal in zijn eigen wereld.
Hij nodigt precies uit wie hij wilt.
Weigert diegende die hij niet wilt zien.
Zo onder de grond heeft hij nog nooit problemen gezien.
Alles is daar precies zoals het hoort.
Eten om 5, slapen om 10
Wat is zijn wereld toch mooi.
Soms wou ik dat ik een struisvogel was.
Dat mijn leven was, precies zoals het hoort.
Eten om 5, slapen om 10.
Niet je kop boven de grond en alles te zien.
Wanneer je eenmaal hebt gekeken is niets meer zoals het hoort.
De wereld onder de grond is donker en kil.
Er is geen echte liefde er is geen waar gevoel,
Onder de grond ziet niemand wat ik bedoel.
Toch ben ik vaak onder de grond te vinden.
Praat ik met de struisvogels.
Hoor ik hoe goed ze het hebben.
Dat alles precies is zoals het hoort.
Ze eten om 5 en slapen om 10.
Wat is hun wereld toch mooi.
Ze denken gelukkig te zijn,
En dat ze alles hebben.
Soms probeer ik wel eens iemand wat te zeggen.
Dat het anders is als dat ze denkt.
Dat ik weet waarom je iets voelt.
Dat ik weet waarom je iets denkt.
Dan vraag je je toch wel eens af:
Ben ik nu gelukkig omdat ik weet dat zij niet gelukkig zijn?
Zijn zij nu gelukkig omdat ze niet weten ongelukkig te zijn?
Ik weet het echt niet.
Het enige dat ik weet is de moraal van dit gedicht.
Soms wou ik dat ik een struisvogel was.
Gewoon eten om 5 en slapen om 10.
Gewoon je kop in het zand en even niets zien.