Loading...
nl

Atlantis en de val van Lemurië

JulienMoorrees
JulienMoorrees dec 15 '11
Duizenden jaren later begonnen de sterrenzielen van de Pleiaden en Sirius de Aarde bezoeken en incarneerden in de Lemurische lichamen, die de Godin nu creëerde tijdens de Lemurische periode. De Sirische zielen die nu de Lemurische lichamen binnenkwamen ontvingen van hen het geschenk van een denksysteem. Na duizenden jaren evolutie hadden wezens van het Sirische stelsel voor zichzelf een denksysteem van hoog niveau ontwikkeld . In de Lemurische tijden was de vroegste mens pas begonnen om dingen op een mentale, bedachtzame wijze waar te nemen. De vroegste Lemuriërs werden als hersenloze wezens gezien, dus zonder brein. Toen de Sirische zielen incarneerden in de lichamen van de Lemuriërs activeerden ze slapende codes in hun DNA, waardoor de ontwikkeling van hersenen en verstand startte. Toen Itzme over de Siriërs sprak die Itzhim wegvoerden in hun schepen, refereerde zij naar een Sirische ziel die in het lichaam van Itzhim incarneerde en hem het vermogen van denken gaf. Dit proces scheidde hen van elkaar, zo waren niet langer één wezen. Ze waren nu gesplitst in twee – man (intelligentie) en vrouw (intuïtie).

De mensheid was door de Siriërs het vermogen gegeven om te evolueren en een brein te ontwikkelen met bewuste gedachtepatronen. De Sirische zielen brachten de lichtmatrix met zich mee, die de blauwdruk is van de matrix van het menselijke verstand. Toen eenmaal de verbinding was gelegd met de biologische processen van het primitieve lichaam, begon de ‘geest’ en zijn gedachtepatronen een brein te creëren waarmee de mens kon denken. De ontwikkeling van de hersenen was verdeeld in twee hemisferen, zoals de scheiding der geslachten. In het laatste deel van deze periode, begonnen de mensen meer esthetische waarden te ontwikkelen – kunsten begonnen te floreren en de Lemuriërs begonnen kleur en geluid te herkennen. De Lemuriërs evolueerden en ontwikkelden een cultuur die duizenden jaren bloeide en creëerden voor zichzelf een enorme en bloeiende samenleving.

De menselijke ziel wilde dat hun lichaam rechtop stond om de ruggengraat te perfectioneren. Toen de ruggengraat volmaakt was en hard en alle zenuwen ontwikkeld waren, was het enige dat nog moest gebeuren - de vorm contact laten maken met de ‘geest’ van de menselijke ziel. Nu kon het wonderbaarlijke organisme aan het werk gaan. De eerste pogingen mislukten echter. Kundalini, de Godin van de levenskracht had hun het geschenk gegeven van het naar buiten manifesteren van hun krachten. Door de geleidelijke scheiding van de geslachten ontwikkelde zich de behaaglijke opwinding van plezier en seksualiteit in het lichaam. Geleidelijk vergaten ze de goddelijke en intuïtieve krachten en wilden alleen nog maar het plezier van de seks. Ze verlangen naar seks en dit nieuwe genoegen creëerde een nieuwe vrucht. Twee wezens van het tegengestelde geslacht konden nu een nageslacht voortbrengen. Niet alle Lemuriërs konden het apparaat voor het verstand vasthouden en ontwikkelen. Daarom werden ze beschouwd als wezens zonder hersenen - ondoordacht.
De meeste ontwikkelde zielen begonnen zinnelijke genoegens te beleven met de achtergebleven types, degenen zonder verstand. Dit veroorzaakte een verschrikkelijke degeneratie.

“Wanneer je eet van de verboden boom, of je paart met vrouwen van gedegenereerde rassen, zul je sterven en verlies je de vruchten van je ras, want je zult vader worden van monsters en niet van menselijke wezens”.

De Lemuriërs waren vervloekt en degenen die op hun beurt wachtten om te midden van de mensen te leven, weigerden die halfmenselijke lichamen te bewonen.
Itzme leed pijn , zij begreep niet wat er gebeurd was in die ene minuut dat ze verenigd was met haar andere helft, Itzhim. Ze was alleen en verloren. Ze vertegenwoordigde de zuiver vrouwelijke energie, zonder verstand. Itzhim vertegenwoordigde de mannelijke kant, het intellect, van het brein dat zich begon te vormen. Op alle niveaus was er een splitsing tussen de seksen. Niet alleen waren de hermafrodieten in biologische zin gesplitst, maar ook als ziel. Een fragmentatie vond op ieder niveau plaats. Het vrouwelijke aspect van het geheel, vertegenwoordigd in de rechter kant van de hersenen, voelde zich geïsoleerd en afgesneden van haar mannelijke tegenhanger – het linker hersendeel. Dit ontwikkelde een brein en verstand voor latere mensen die in man en vrouw waren gepolariseerd en gedualiseerd. Dit manifesteerde zich in de scheiding van de geslachten. Deze kloof tussen de man en vrouw en de twee functies van het brein (het intellect en de intuïtie) werd steeds dieper totdat het niet meer overbrugd kon worden.

De Lemuriërs waren reuzen, wiens fysieke schoonheid en kracht hun climax bereikten, in overeenstemming met de evolutiewet. De verslagen spreken over enorme lichamen en hoofden. Zij bouwden geweldige voorstellingen, bijna 7 meter hoog. Ze hadden een innerlijke blik met een sterk ontwikkeld derde oog waarmee ze de innerlijke zon konden zien. Lemuriërs geloofden dat door naar binnen te kijken het goddelijke gekend kon worden. Ze hadden geen last van stress en ziekte en konden honderden jaren oud worden, waarbij ze hun E.S.P.-vermogens (buitenzintuiglijke waarneming) ongelooflijk ontwikkelden. Ze konden door wilskracht uit het lichaam astraal reizen en konden zich naar andere dimensies projecteren. Ze waren extreem telepathisch en konden zich van de ene plek naar de andere op de planeet verplaatsen (teleporteren). Het was een vredelievende, vegetarische en de natuur respecterende cultuur.



De Lemuriërs leefden in betrekkelijke vrede en harmonie gedurende duizenden jaren, maar het veranderde te snel. Het Lemurische volk werd zich bewust dat er iets ging veranderen. Ze kregen informatie dat de Aarde door een dramatische verschuiving zou gaan. Deze Lemuriërs stonden in nauw contact met de land en de Aarde sprak met ze en zij luisterden. In deze Lemurische tijd was de Aarde nog in een veranderingsproces en paste haar landschap aan. Ze was nog steeds instabiel en wild. Het vuur in het binnenste van de Aarde deed de Aarde kraken en exploderen. Elke berg was een vulkaan die voortdurend vurige lava spuwde. Een enorme Lemurische fauna bedekte de ronding van de Aarde. Immense groene lagen werden geleidelijk varens. Het land was rijk en vruchtbaar, gevoed door de voortdurende as die uit de vurige vulkaanmonden werden gespuwd. En voor een kort poosje werd het opnieuw een paradijs.

De feitelijke desintegratie van Lemuriëvond plaats gedurende een periode van duizenden jaren. Het werd bereikt als de uitkomst van een reeks vulkanische verstoringen die geleidelijk de ondergrondse lagen ondermijnden die het fundament van de continent vormden. Deze explosies en aardschokken waren het gevolg van de invloed van een heldere ster die de Aarde passeerde en grote verstoringen veroorzaakte. En Lemurië viel.

Atlantis was het dochterrijk van de Lemurische cultuur. De Atlantiërs begonnen zich onafhankelijk van de Lemuriërs te ontwikkelen en richtten zich op technologie en materie. De ramp – de val van Lemurië– werd teweeggebracht door hun Atlantische broeders en zusters die over waren gestapt naar de duistere kant. Zwarte magie was wijdverbreid en de Atlantische priesters kregen slechte gedachten. De Lemuriërs hadden weinig belangstelling voor de technologie van de Atlantiërs en bemoeiden zich niet met hun ontwikkeling. Het waren vredelievende mensen. De Atlantiërs maakten plannen om Lemurië te vernietigen. Ten tijde van Lemurië had de aardse maan een satelliet. De Atlantiërs veranderden – met behulp van de wezens van de duistere ster – de baan van de satelliet van de maan en veroorzaakten een belangrijke verstoring in het evenwicht van de planeet. Dit veroorzaakte aardschokken en vulkanische explosies die uiteindelijk Lemurië deden verzinken.




De opkomst van de Atlantische beschaving
De eerste kolonisten van Atlantis verlieten het continent Lemuriëom een nieuw thuis te zoeken. En een wonderbaarlijk Atlantis was geboren. De Atlantiërs waren zeer inventief, ver buiten de wildste dromen van de moderne wetenschapper. Hun fantastische geavanceerde technologie gaf hen vrije tijd, gemak en een overvloed aan materiële dingen. Jammergenoeg werden ze te zeer in beslag genomen met het najagen van lichamelijke genoegens en met het vergroten van luxe bezittingen dat deze tekortkomingen uiteindelijk naar hun ondergang zouden leidden. Interne conflicten verrezen. Toen ze hun kolonie begonnen te ontwikkelen, dachten de Atlantiërs dat hun cultuur beter en geavanceerder was dan die van hun Lemurische zuster. Dit leidde uiteindelijk naar een gevoel van scheiding. De overgebleven Lemuriërs wilden niet buigen voor het hiërarchische bestuur van Atlantis en werden gedwongen om letterlijk ondergronds te gaan. Vandaag vormen zij, wat nu bekend staat als, het Koninkrijk Shamballa. In die tijd begonnen de Atlantiërs te experimenteren met het DNA en de genen van mensen om hen meer controleerbaar te maken. Dit had tot gevolg dat het bewustzijn van de mensen verzwakte, dat men korter leefde en dat de psychische/spirituele vermogens dramatisch afnamen. Na verloop van tijd autoriseerden de Atlantische leiding een serie groteske experimenten. Voordat de Atlantiërs hun ondergang beleefden, hadden ze een mens gecreëerd met een beperkt bewustzijn. Restanten van het volledig bewustzijn bleven bestaan, hoewel slapend. Veel buitenaardse rassen bezochten in die tijd Atlantis en sommigen van hen namen deel aan het plan en experimenteerden door de mens met dierlijke genen te besmetten. Er bestonden vele groteske schepsels, of dieren die half mens waren met hoeven, klauwen, veren, vleugels of een staart op hun menselijk lichaam.

Er bestonden twee facties Atlantiërs – de Zonen van de Wet van Eén en de Zonen van Belial (het Duister). De Wet van Eén bestond uit mensen met een spirituele en vredelievende aard. De Zonen van Belial waren meer fysiek gericht en exploiteerden de Aarde vanuit egoïstische doeleinden. Sommige priesters van Belial begonnen dingen te creëren door middel van zware magie, die uit de Aarde werden getrokken en werden gegeven door de duistere reptielen die zich in de tunnels van de Aarde schuilhielden. De hoogst geëvolueerden begonnen magie, Atlantische magie in praktijk te brengen en controleerden het rijk der elementalen, ze controleren het weer, de bliksem en stormen. Ze konden de macht van de elementalen gebruiken om onvoorstelbare rijkdom te manifesteren. Machtwoorden en zorgvuldig geplande rituelen werden ontwikkeld om de priesters te verrijken. Dit magische werk was het misbruiken van de Witte Magie dat zo openlijk in die dagen gebruikt werd. Ze gebruikten magische apparaten om de mensen van Atlantis en ook de Aarde grondig te beschadigen. Vele afschuwelijke vormen van marteling werden bedacht, niet alleen voor het lichaam maar ook voor de ziel. Deze duistere priesters vonden manieren om de energie van de geïncarneerde ziel tegen hun wil te misbruiken, te manipuleren en te controleren. De energielichamen van mensen werden anders geordend, verkeerd aangesloten waardoor de trillingsfrequentie verlaagd werd.

Het ego werd, zoals je weet, ontwikkeld in de Atlantische periode. Ze vonden manieren om het zelfbewustzijn in de val van het lichaam te laten lopen, waardoor de mens het gevoel kreeg afgesneden te zijn van zijn hoger aspect. Dit was het begin van een sterk egoïstisch en concurrerend gedrag, dat gebaseerd was op de angst afgesneden te worden van het goddelijke. Want, zie je, wezens met een volledige 12-strengen DNA hadden een rechtstreekse weg naar het goddelijke – een kosmische roltrap wanneer je graag naar de hemel wilt gaan. Met het Atlantische geknoei van het DNA – spiraal konden de wezens niet langer de ladder naar het hogere bewustzijn beklimmen.

De Belial krachten verloren het zicht op hun ware spirituele aard en creëerden vernietigingswapens. De Siriërs hadden Atlantis vanuit de ruimte bezocht en introduceerden bij de Atlantiërs geavanceerde krachtgeneratoren van kristallen. Uiteindelijk werd de hele beschaving van kracht voorzien door een Groot Kristal. De Atlantiërs gebruikten grote kristallen en creëerden bijzonder destructieve apparaten met de Dodende Straal. De Zonnepriesters, die het ware licht dienden, begonnen tekens op te merken in de natuur die hen zorgen baarden. Want dit waren de tekens van een dreigend gevaar voor de Aarde en de mensen van Atlantis. De Zonnepriesters observeerden de vogelvluchten, de wolkenformaties en luisterden naar de wind en het water. De natuur sprak tot hen en waarschuwde dat een grote ramp op het punt stond de Atlantische cultuur te vernietigen. De Heilige Mannen probeerden wanhopig de anderen te waarschuwen voor het gevaar van het misbruiken van de duistere energieën, die afgetapt waren uit de Aarde, maar er werd niet geluisterd. Eindelijk begon de vernietiging. In de eerste ochtenduren begon de Aarde te schudden. De Zonnepriesters namen hun persoonlijke bezittingen en vertrokken naar hun schepen. Ze moesten Atlantis, dat ze hadden gebouwd, achterlaten waarna het begon te trillen, te verkruimen om uiteindelijk te verzinken.

De Hoge Priester ontdekte de kristal van de grote Tempel in de hoofdstad van Atlantis, die de oorzaak was dat het fragiele evenwicht verstoord werd met rampzalige gevolgen. Ze manipuleerden de kristallen in de kristallen tempels. Deze kristallen waren verantwoordelijk voor het in stand houden van de twee bevroren waterlagen in de atmosfeer, die de mensen op Aarde beschermden tegen de schadelijke zonnestralen en die er ook voor zorgden dat er altijd stabiele weerspatronen waren. Dit had tot gevolg dat het firmament (de waterlagen) afgebroken werd. Het water stroomde dus naar beneden op de Aarde en veroorzaakte, wat in de Bijbel genoemd wordt, de Grote Zondvloed.

De val van Atlantis

De doos van Pandora ging open. Een magisch gebeuren daalde af naar de planeet. Een verschrikkelijke ramp.
Er waren waarschuwingen. De donder was mijlenver te horen. Donkere wolken bedekten de hemel. De weerpatronen veranderden drastisch. De Aarde huiverde. Vreemde activiteiten verschenen in de nachtelijke lucht. Gloeiende lichten bewogen zich snel door de donkerwordende lucht. De Aarde schreeuwde. Gebouwen begonnen te verkruimelen. De kristallen tempels begonnen in stukken te vallen. Iedereen zocht bescherming, maar die was niet te vinden.

Plotseling werd de lucht gevuld met enorme metalen schepen, die met hun heldere lichten door de wolken schenen als een signaal naar de Aarde beneden: “Tijd om te vertrekken”. Maar dit was geen uitnodiging voor iedereen.

De oceanen zwollen op tot gigantische hoogten, golven die het land overspoelden en huizen en families meenamen. Zonder waarschuwing spuwden vulkanen gloeiend hete as in de hooggewelfde hemelboog. Het donderend ontwaken van de slapende vulkanische giganten in het centrum van het eiland, verstoorde de rustige vrede in de vallei. Toen de zeeën kalmer werden, was het eiland verdwenen. Ver beneden het oppervlak van de nu vredige oceaan, lagen de restanten van een eiland dat eens vervuld was van hoop en dromen. Verdwenen waren de grootse bouwwerken van licht, de schitterende gebouwen. Verdwenen waren de duizenden dorpsbewoners, de Priesters en Wetenschappers. Verdwenen waren de gouden tempels - de plek van gebeden, devotie en vertrouwen. Atlantis was niet meer. De gouden eeuw van Atlantis was verdwenen.

De Lemuriërs waren de voorouders van de inheemse Amerikanen (Indianen). Ze bereidden zich duizenden jaren voor om de bewakers van de verslagen, de geschiedenis van de Aarde te worden. Toen gingen ze ondergronds. Daar leerden ze te leven en het ondergrondse milieu te gebruiken voor hun voeding. Ze bouwden zeer dienstbare en liefdevolle gemeenschappen binnenin de Aarde. Toen de vloed van Atlantis kwam waren al hun mensen ondergronds waar ze veilig waren voor het water, zelfs toen veel, zeer veel mensen aan het oppervlak van de Aarde omkwamen. Toen het water zich terugtrok, verschenen de mensen. Het land dat ze vroeger hadden gekend was nu totaal veranderd. Het opnieuw verschijnen op de Aarde is het punt waarop de geschiedenis van de Indianen begint. Ze waren niet de enigen die ondergronds gingen, er waren ook nog de Aborigines van Australië.

Wij waren de Lemurische Dromers
We leefden in het binnenste van de Aarde
Veilig voor de vernietiging aan het oppervlak
We onderwezen onze kinderen goed
Maar zelfs met ons verhoogd bewustzijn,
konden wij niet herinneren.

In heel Amerika bestaan er legendes van archaïsche wegen, raciaal geheugen van ondergrondse passages die zich kilometers uitstrekken. Na de grote cataclysme leefden de voorouderlijke Noordelijke Indianen in een groot grottencomplex totdat het veilig was om terug te keren naar de bovenwereld.

“De Mandans (een Indianenvolk) van de noordwestelijke staten beweren dat de eerste mensen die uit de tunnels verschenen de Histoppa waren, of de ‘getatoeëerden’. Omdat ze te snel, toen het nog niet veilig was, verschenen kwamen ze om. De rest die beneden bleef, wachtte totdat een helder licht de duisternis aan het oppervlak verjoeg.”

“De Apachen hebben een legende dat hun voorouders afkomstig waren van een groot eiland in de oostelijke zee, waar grote gebouwen en havens voor schepen waren. De Vuurdraak verrees, hun voorouders moesten de bergen invluchtten, ver naar het zuiden. Later werden ze gedwongen hun toevlucht te zoeken in enorme oude tunnels, waar ze jaren hebben doorgebracht.”

De Lemurische stam kon niet langer aan het oppervlak leven. Ze besloten de ondergrondse grotten te verkennen. Honderden jaren gebruikten de stammen de magie van stenen, hoewel spaarzaam, om drie grote steden in de ondergrondse ruimtes te construeren die ze hadden ontdekt. Deze steden droegen de namen Atlantia, Avalon en Pandora.

In het begin was de Aarde bedekt met water en alle levende wezens bevonden zich beneden, in de onderwereld. Toen de mensen konden praten, konden de dieren, de bomen en de rotsen praten. Het was donker in de onderwereld en ze gebruikten adelaarsveren als toortsen. De mensen en dieren die overdag uitgingen wilden een meer lichte omgeving, maar de nachtdieren – de beer, de panter en de uil – wilden duisternis.

Nog steeds bevonden de mensen zich beneden en zagen niet veel, maar de Zon kwam hoger en toen zagen ze meer. De Zon scheen door een gat en iemand zag toen dat er een andere wereld was, de bovenwereld. Hij vertelde dit de mensen en ze wilden er naartoe. Dus bouwden ze heuvels om de bovenwereld te bereiken. In het oosten bouwden ze een heuvel en beplantten het met alle soorten fruit en bessen die zwart van kleur waren. In het zuiden bouwden ze opnieuw een heuvel en beplantten het met allerlei soorten fruit die blauw waren. In het westen bouwden ze een andere heuvel en beplantten het met fruit dat geel was en in het noorden bouwden ze een heuvel en beplantten deze met alle vruchten in gevarieerde kleuren.

De heuvels groeiden niet verder, want hun toppen waren niet ver verwijderd van de bovenwereld en de mensen debatteerden hoe ze op de Aarde konden komen. Ze legden kruiselings veren voor een ladder, maar de veren waren te zwak en ze braken. Ze maakten een tweede ladder van grotere veren, maar die was ook te zwak. Ze maakten een derde ladder van adelaarsveren, maar zelfs deze waren niet sterk genoeg om hun gewicht te dragen. Toen kwam de Buffel en bood zijn rechter hoorn aan om een ladder te maken en drie anderen kwamen om ook hun hoorns aan te bieden. De buffelhoorns waren sterk en door middel van hun hulp konden de mensen door het gat naar boven klimmen, naar het oppervlak van de Aarde. Maar hun gewicht verboog de buffelhoorns die eerder recht waren, dus sindsdien zijn ze krom.
Toen de mensen uit de Aarde naar boven kwamen maakten ze Zon en Maan vast met spinnendraden, zodat ze niet weg konden en stuurden ze deze de lucht in om licht te geven. Maar water bedekte de hele Aarde, dus vier stormen bliezen het water weg. De Zwarte storm blies naar het oosten en stuwden het water naar de oostelijke oceaan. De Blauwe storm blies naar het zuiden en stuurde het water die richting uit. De Gele storm stuwde het water op naar het westen en de Gevarieerd Gekleurde storm ging naar het noorden en stuurde het water daar naartoe. Dus nu waren er vier oceanen gevormd – één in het oosten, het zuiden, het westen en het noorden.

Nadat het water weggeblazen was, keerden de stormen terug naar de plek waar de mensen aan het wachten waren, bij de ingang van het gat.
De Aarde was nu helemaal droog, met uitzondering van de vier oceanen erom heen en het meer in het centrum, waar de Bever de wateren had afgedamd. Alle mensen kwamen tevoorschijn. Ze gingen naar het oosten tot ze bij de oceaan kwamen. Vervolgens vertrokken ze naar het zuiden totdat ze opnieuw bij een oceaan arriveerden. Daarna liepen ze naar het westen totdat zij opnieuw bij een oceaan kwamen. En ten slotte gingen ze naar het noorden waarbij elke stam stopte op de plek van eigen keus. Maar de Jicarillas bleven steeds maar weer een cirkel beschrijven rond de plek waar zij vanuit de onderwereld naar boven waren gekomen. Drie keer gingen zij rond. Maar toen dit de Bestuurder verveelde en hen vroeg daarmee te stoppen, zeiden ze: “in het midden van de Aarde’. Dus leidde hij hen naar een plek dichtbij Taos en liet hen daar achter en zij gingen terug naar het binnenste van de Aarde”. (Jicarilla Apache mythe)

Toen Atlantis viel, verliet de Aarde de hogere dimensies en ging de derde dimensie binnen. Met de afdaling naar de derde dimensie verloor het overgebleven menselijke ras het bewustzijn van de Eenheid van alle dingen. Polariteit en dualiteit namen het over en in plaats van harmonie kwamen steeds meer tegenstellingen het bewustzijn van menselijke wezens binnen. Zelfs de elitaire priesterkaste werd beïnvloed en zij verdedigden hun waarheden op een dogmatische wijze. Wie corrumpeerde het Atlantische bewustzijn?

Een groep reptielenwezens uit de Pleiaden hadden het Atlantische bewustzijn geïnfiltreerd. De reptielen waren een afvallig of opstandig segment die de universele wetten niet erkenden. Je begrijpt, er waren oorlogen bezig in het universum. De Galactische Federatie en de Afvallige Reptielen bevochten elkaar in eindeloze interstellaire oorlogen gedurende duizenden jaren. Verdragen werden gesloten en contracten getekend tussen de verschillende groepen, maar de Afvallige Reptielen wilden zich niet verbinden met het welzijn voor allen. Deze ruimteoorlogen worden prachtig verbeeld in de film Star Wars. De oorlog tussen de goden waarnaar verwezen wordt in de oude Griekse en Egyptische mythologie, was in feite een strijd tussen de buitenaardse rassen over de kwestie non-interventie of rechtstreeks contact en manipulatie van de mensheid op de Aarde. Veel verschillende wezens van naburige sterren begonnen zich te verenigen tot de een of andere groep. Sterrenstelsel uit de hele galaxy begonnen zich te verbinden met of de Galactische Federatie of de Afvallige Reptielen. Deze Hagedissen maakten fysiek contact met de eerste Atlantische mensen. Hun afdaling uit de lucht, hun technologie en fysieke verschijning zorgden ervoor dat ze door de Atlantiërs als goden werden beschouwd. Kort daarna begon de Reptielen god, Poseidon, de fysieke seksuele betrokkenheid met de Atlantiërs te stimuleren.

“Ik herinner me de genetische experimenten van Atlantis. Je zou misschien denken dat dit alles zich afspeelde binnen de laboratoria, in leuke kleine testbuisjes, maar dat is onjuist. Ik herinner me hoe ze de menselijke vrouwen bijeendreven en als dieren tot slaaf maakten. Ik herinner me hoe ze de ruggengraat van de vrouw braken, zodat ze niet flauw zouden vallen van de pijn als de Reptielen hen bestegen. Het was afgrijselijk, wreed en in mijn geheugen geprent zodat ik het nauwelijks kan vergeten. Verbeeld je de verschrikking om een half mens/half reptiel geboren te laten worden, een monsterlijke baby. Vele vrouwen overleefden de geboorte niet. Ze werden aan de kant geschoven en de experimenten gingen verder. Afschuwelijke vormen werden uit onze lichamen geboren die alleen maar ronddoolden in hun lelijke en misvormde lichamen. Misschien was de Zondvloed wel een onbedoelde zegen. In ieder geval werd de aarde nu verlost van de afschuwelijke monsters die de paring had veroorzaakt.”

Toen de goden zich fysiek begonnen te vermengen met de Atlantische mens, ontstond het ‘Koninklijke Geslacht’. De koninklijke bloedlijnen werden in de machtposities geplaatst om de Atlantische mensen te beheersen. De koninklijke afkomst van koningen en koninginnen traden als heersers op over Atlantis en plantten het zaad dat een nieuw ras van kruisingen deed ontstaan onder de Atlantische mensen. Ze bestuurden Atlantis totdat een grote ramp zou plaatsvinden dat een eind maakte aan het Atlantische tijdperk.

Bron: http://spiriactua.blogspot.com/2011/03/atlantis-en-de-val-van-lemurie-deel-1.html
Delen:

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki