Je deed dingen die ik niet meer begreep,
Je zei dingen die ik niet meer kon plaatsen.
Toch had ik het gevoel dat het aan mij lag.
Maar erover praten lukte niet.
Het ging heel subtiel, maar de afstand werd groter.
Zelfs zo subtiel dat het niet opviel.
De confrontatie was hard maar zonder woorden.
Pijnlijk maar zonder steken.
De kater erna was ook niet beter.
Toch werd er niet over gesproken.
Want jij was jij niet meer.
Het lag toch ook aan mij?
Het meest pijnlijke was jouw reactie.
Die was er niet.
Het leek wel alsof jij er niets van merkte.
Er helemaal niets aan de hand was.
Maar toen ... ineens was je er weer.
Zomaar uit het niets werden we overvallen.
We konden erover praten.
We voelden hetzelfde.
Wij kenden alleen de grote dingen van elkaar,
Op de kleintjes werden niet gelet.
Toch bleek dit nou juist de oorzaak te zijn.
De details waren we kwijt.
De oplossing was simpeler dan gedacht.
En voelde veel beter dan verwacht.
Geheimen bestaan niet meer.
De normale dingen worden gedeeld.
Ik kan nu niet meer zonder jou.
En jij niet meer zonder mij.
Ik vind het helemaal niet erg.
Ik kan er alleen maar van genieten.