Loading...
nl

11-01-2011: Reizen met Ra

Marenubium
Marenubium jan 29 '11
11-01-2011: Vanaf het ontvangen van de kroon tot heden: DEEL 1

Na de laatste reis met Jorine en Carrie zit Ra mij te “pesten”. De reizen wisselen elkaar nu erg snel af, beelden en omgevingen en indrukken vliegen als een versnelde film voorbij. Ik krijg nauwelijks de tijd ergens bij stil te staan of bij te komen eigenlijk. Maar zoals Michaël het mij zei:

“Wees gerust, je kunt het aan anders gebeurde het niet”.

En hij heeft gelijk. Vlak na het ontvangen van mijn kroon (en de tweede in het echt, in de vorm van een brokje citrien, ahah) wil Michaël dat ik wat meer met Ra optrek. Ergens vind ik die Ra maar een vreemd figuur, hij voelt zo anders aan dan Michaël, en ergens beangstigd Ra mij ook wel. Hoewel hij niets dan liefde is en uitstraalt, maar zijn grootsheid en indrukwekkende uitstraling laten me erg klein voelen.

Michaël en ik staan zij aan zij, als ik in de verte Ra op een rots zie staan. Als mens. Ik herken hem, als familie? Geen idee. Hij staat met de armen over elkaar naar de horizon te kijken, waar een vuurrode zon de zee raakt. Om hem heen hangt een rode mantel, met geel of goud. De omgeving begint een rode gloed te krijgen als ik naast hem sta. Ik ben gekleed in het rood, met een gouden band om mijn middel en de gegeven kroon op mijn hoofd.

-God-Gemalin, aanschouw dat eens? Is het niet mooi?
Waarom noem je me zo?
- Omdat ik jouw God-Gemaal ben.
Wie ben ik dan?
- Weretekau, Sekhmet, Raet, Moet, Hathor, of wat de mensheid graag voor namen wil gebruiken. Wat jij wilt. Een naam is een maar een naam.

Hathor? Dat is zo’n rare god uit Stargate.
- Haha, ja, ik zei al: een naam is maar een naam. Heb jij niet jarenlang de nickname Ptah gebruikt? Bastet en Isis getekend? Altijd wat met katten gehad? Die kroon staat je overigens goed, ben je er al aan gewend geraakt?

Ik zit na te denken. Ptah? Dat is wel heel erg lang geleden...Isis? Ik heb een zwarte kat die Isis heet, en waar ik onlangs een diep gesprek mee heb gevoerd...

Hoe weet jij dat? Wat wil dat zeggen?
- Het staat allemaal met elkaar in verbinding, Majesteit (grinnikt hij). Alles gebeurt niet voor niets. En ja, Isis is bij je, je hebt in hem Isis-God herkend. Hij is nu blij dat je hem daadwerkelijk hebt GEZIEN.


Ik sta met een mond vol tanden... Ik zal eens trachten mijn gesprek met mijn geliefde jeweetwel-kater op papier te zetten, dan wordt het de lezer ook wat duidelijker wellicht... Op dat moment kijkt Ra mij aan, en zijn ogen schitteren. Ik voel een diepe verbintenis.

- Die citrien... het is goed dat deze aan je is teruggegeven. Hier heb je nog wat. Hou deze goed bij je.

Hij overhandigt me een kristal, deze heeft ongeveer dezelfde kleur als mijn eigen citrien, maar is wat lichter en
doorschijnender. Het heeft een warme gouden kleur, en zit tussen citrien en amber in.

Dit is een calciet soort.
- Ja, en je weet welke.

Ik denk hard na.

Honing calciet.
- Inderdaad. Dit is jouw energie, mijn energie, zonne-energie. Gebruik ‘m wanneer het nodig is. Kom, we gaan.


Ik heb nog geen kans gehad om überhaupt maar na te denken, want Ra neemt me aan de arm mee. We suizen door een slurf, een soort tunnel die ik al eerder heb gezien in mijn reis ‘Het Schip en het Verleden’. We komen aan bij een blauwe planeet. De planeet bestaat bijna helemaal uit water! Hier en daar steken wat rotsen uit, waar vreemde wezens ons nakijken. Ik kan ze niet goed zien, want Ra is supersnel. Onder ons schiet het water voorbij, de lucht is warm en aangenaam, en ik wil naar boven kijken. Maar plots houdt Ra in, en we zweven boven het wateroppervlak. Ik voel me erg licht hier, lichter dan op Aarde.

-Zo. Het wordt tijd dat je inziet waar je vandaan komt en weet wat je krachten zijn.

Voordat ik het weet laat hij me los:
- ADEM EN ZIE! Roept hij me na.

Ik voelde me licht? Nu niet in ieder geval, want als een baksteen val ik richting het water.
In een flits zie ik Michaël nog boven me, die hoofdschuddend maar glimlachend Ra aankijkt.

Stelletje idioten, mompel ik nog, voordat ik het water raak.
Ik zink. En zink. En zink. Water om mij heen, onder en boven me. De druk van het water begint mijn gevoel aan te tasten, ik begin me gedesoriënteerd te voelen. Mijn lichaam verkrampt en ik begin naar adem te snakken. Ik voel paniek opkomen en het gevoel alsof ik stik.

Plotseling zijn er waterwezens om me heen. Ze zijn blauw, en hun lichamen bestaan uit half mens, half...ja, wat? Vanaf hun middel hebben ze een soort slang-achtig achterlijf wat zich oprolt als een spiraal. Het glimt in ieder geval als een slangenhuid. Geen schubben overigens. Wel hebben ze een soort van kieuwen op de plaats waar normaal oren zitten. Hun lichamen zijn glinsterend blauw. Ik zie vrouwen en mannen. Een stuk of zeven. Eén voor één beginnen ze energiebollen op me af te vuren, zo groot als voetballen. De bollen raken me, maar ik voel geen ‘impact’ of zoiets. Even raak ik in paniek, maar dan begint mijn lichaam zich te ontspannen en absorbeer ik die energie die op mij gericht wordt. Mijn huid begint te tintelen, en het wordt aangenaam warm om mij heen. Er is plotseling een soort bel om mij heen gecreëerd, lijkt het wel. Ik voel geen nat water meer, het lijkt alsof om mij heen een ruimte aan het ontstaan is wat zich aanpast aan mijn lichaamstemperatuur. Ik kan ademen. Ik kan bewegen. Ik beweeg me naar waar ik naar kijk, het voelt raar aan. Het moet er heel onhandig uit zien, want de waterwezens beginnen te lachen. Ik staar naar een mannelijk wezen, deze hangt gemoedelijk tegen een rots aan. Haha, het lijkt wel alsof hij poseert voor een foto, dit is dan ook het beeld wat op mijn netvlies is blijven hangen, en het beeld wat ik nu probeer te tekenen.
Hij staart glimlachend terug.

Maar ondertussen zijn er andere wezens bij gekomen, die me letterlijk weg moeten sleuren, ik kan het niet helpen, maar ik ben gefixeerd door dat mannelijk waterwezen wat kleiner en kleiner wordt naarmate ik verder meegesleurd word.
We worden begroet door andere waterwezens, dolfijnachtigen, vissen, een hele stoet zwemt met ons mee. De watermensen om mij heen zijn vrolijk, en brengen klikkende en zingende geluiden voort, zoals dolfijnen en walvissen dat kunnen doen op Aarde. Ik voel plots een band met de dolfijnen en walvissen op de Aarde...deze watermensen en wezens... zij staan op dimensieniveau continue in verbinding met onze zeedieren! Ze weten en voelen wat er in de Aarde zeeën en wateren gebeurt... ik kan het niet omschrijven wat de verbinding is, en hoe deze aanvoelt...het is gewoon machtig en fascinerend! Het lijkt wel...alsof de zeedieren op Aarde hier
naartoe gaan als hun leven op Aarde beëindigd...of zo... en ik probeer het beter te zien en te begrijpen, maar ik krijg hiertoe geen tijd.

De watermensen lachen geluidloos en hun klik- en zanggeluiden worden enthousiaster. Voor ons zie ik een onderwater stad opdoemen. Koepels, soort van koraal-doorgangen, vreemdsoortig licht...Plotseling gaat alles weer heel erg snel; ik zie een soort van Raad voor me, ik word verwelkomd, krijg een ander kristal overhandigd waardoor ik ineens in een gewelf sta met duizenden gelijksoortige kristallen; elk van hen straalt een licht uit, de ene fel, de ander minder fel. Sommigen zijn gedoofd, anderen beginnen weer te stralen. Een man en een vrouw met een staf en wittige lichamen (ze stralen wit licht uit) gaan me voor, en leiden me naar een lege plek. Ik begrijp dat ik hier het gegeven kristal in moet plaatsen. Ik plaats mijn kristal. Het begint te zoemen en te trillen, en blauw elektrisch licht begint plots uit mijn kristal te komen.

Het hele gewelf begint te zoemen, en het licht begint te pulseren om me heen. De trillingen begeven zich door het water heen, en stromen allemaal mijn kant uit. Ik word erdoor omringd, en even begin ik mij een God te voelen. Het licht straalt van mij af als een explosie zonder schade, alsof ik mij opricht en mijn vleugels spreekwoordelijk eindelijk uitsla. Ik voel me als één van hen, ik voel de planeet om mij heen, de dimensies die er zijn...elk contact met elke planeet...met elke soort...het gaat zo snel!
De man en vrouw glimlachen, en opeens is Michaël er weer.

- Tijd om te vertrekken, Ra wacht.

Ik ben perplex van dit alles, en zink neer. Michaël vangt me op, ik voel me slap en ben overdonderd van alles. Ik weet niet eens meer wie dit tegen me zegt:

- Ook hier heb je je nu gevestigd, en je kunt te allen tijde hier terugkeren.

Michaël neemt me mee naar de oppervlakte, Waar Ra ontspannen op een rots zit.

Ik wil even niet meer, laat me slapen en bekomen van alles.

Ik rol me op als een klein kind in de armen van Michaël, waar ik me veilig voel. Michaël: Dit is 1 van je thuisplaneten. Jouw fascinatie voor water komt hier vandaan.
Ra: Begin je het al door te krijgen, God-Gemalin?

Water...water...WATER! Is dat waarom ik steeds maar water zie, voel, proef....? (en ik mompel nog wat wat ik niet meer onthouden heb)
Michaël: Je vroeg en schreeuwde om je afkomst te laten zien. Dit is er ook weer 1.
Ra (lachend): Je krijgt waar je om vraagt.
Eikels... mompel ik.

Maar op deze manier ben ik afkomstig van duizenden planeten, heb ik duizenden levens geleefd, en en en... mijn god, dit gaat voor eeuwig duren!

Ra: Je begint het door te krijgen, God-Gemalin.

Ik weet niet wie dit zegt, het is een andere energie een andere stem:
- Er IS geen afkomst...alleen een ZIJN.
Maar...wie ben ik dan?
- Wie jij wilt zijn. Je hebt het gevoeld, het zit IN je.


Ik omklem het kristal wat Ra mij gegeven heeft. Ik voel me zo moe, zo moe...ik fluister nog:
Ra... God-Gemaal. We zijn het begin van alles, en het einde van alles...

Ra begint te lachen, en hij verandert weer in de gouden bol zoals ik hem als het eerste zag. Michaël houdt me steviger vast:
- Genoeg voor nu, we gaan terug.

Sinds die nacht heb ik erg onrustige nachten gehad, dromen kwamen en gingen, beelden kwamen en gingen. De ene mooi, de ander lelijk. Diverse keren werd ik zwetend wakker, hoewel het vroor buiten. Sinds de laatste reis waarbij ik mijn kroon heb ontvangen, heb ik het niet koud meer. Sterker nog, ik heb het continue warm. Met de komst van Ra voel ik zoveel meer energieën om mij heen, zoveel meer hulp en steun....Het is prachtig, fascinerend, overweldigend... Het gaat zo snel allemaal. Maar beetje bij beetje begin ik mijzelf te kennen, waar ik voor sta, wat mijn diepste en oudste krachten zijn, de kennis...de levens...ALLES! Het is mooi...maar ook verwarrend en soms beangstigend. Maar ik weet ook, dat er hulp is, en ik eindelijk niet meer alleen ben. Goed, we zijn nooit alleen... maar om dit nu ook daadwerkelijk te voelen en me er bewust van te worden... WOW.
Het is zoals het IS.
Delen:
Marenubium
Marenubium jan 29 '11
DEEL 2

Ik krijg maar geen rust, waar ik eerder zelf de reizen initieerde, ‘floep’ ik nu steeds weer weg. Ik wil een rustige nacht, maar die komt maar niet... Ra grinnikt en Michaël is er steeds. Hij grijpt alleen in wanneer het even niet meer wil. Maar geez...het lijkt wel alsof ik een spoedcursus onderga. Het zal wel ergens voor nodig zijn, neem ik aan.
Onderstaande gebeurde in 1 reis, de nacht na mijn ontmoeting met de watermensen.

Ra en ik staan op een balkon. Het gebouw waar we zijn bevindt zich in een baai, en twee landpunten omringen de baai. Er is een kleine doorgang naar de zee daarachter. In de verte, in de open zee, zie ik een rots in het water, met daarop een soort van uitkijkpost. Er is nog iemand bij ons, maar die kan ik niet goed zien. Ik zie achter de uitkijkpost een hele zwarte lucht, en het lijkt alsof het een zwarte wolk is wat voortrolt, onze kant op. In die wolk zitten rode vlekken, het lijkt zo wel op een zwart monster of zo met rode ogen.
Ik vraag wat dat is: Ra:
- Dat is de duisternis.
Waarom komt dat deze kant op?
- Het kan niet anders.
‘Het’? Het lijkt alsof je over een wezen spreekt?
- Dat is het ook eigenlijk.
Is dat mijn angst dan, wat ik daar zie?
- Nee, het is een verzameling van negatieve energieën die losgelaten wordt. Moeder Aarde is die aan het loslaten.
Een soort opschoning, waar iedereen het over heeft?
- Ja.
Maar we zijn hier niet op Aarde.
- God-Gemalin, wat heb je geleerd op de waterplaneet?
Dat alles met elkaar in verbinding staat.
- Juist. Denk nu eens na dan.

Dat doe ik, en de andere energie die bij ons is legt een hand op mijn schouder. Hij voelt aan als een vaderfiguur? Ik ploeter een beetje in mijn gedachten... maar dan ineens zie ik het:

GOD! Wat op Aarde gebeurt heeft een impact op en in alle dimensies! Maar... GOD!

- Haha, ja, inderdaad: GOD. Alles moet in balans zijn, God-Gemalin. Maar het kan nooit doorslaan, dus worden krachten verdeeld over de dimensies.

Het ene krijgt wat meer, het andere krijgt wat minder...
- Je hebt het weer door, God-Gemalin!
Noem me nou toch niet steeds zo!
- Waarom niet? Ik plaag je graag.
Zucht...
- Heb je dat kristal nog, wat ik je gegeven heb?
Ja.
- Mooi zo, hou vast, want je gaat leren hoe je die moet gebruiken.

Voordat ik wat kan zeggen, staan we in een ruimte. Een oefenruimte? Geen idee. Het is groot, en ik hoor continue gefluister om me heen. Op een rustgevende manier, het is wel grappig om te ervaren.

- Oké, we gaan jouw angsten opwekken. Je mag het kristal vasthouden, maar het is niet noodzakelijk. Als je je alleen al het kristal kunt visualiseren, en je de kracht ervan weet toe te passen, is het eigenlijk al genoeg. Stel het kristal voor als een grote ronde bal, die voor je navel draait. Zie de zonnekracht ervan, voel het, en voel je beschermt hierdoor. Het zal er altijd zijn, maar nu ga je leren hoe je die kracht kunt inzetten en toepassen.

Ik zit naar mijn navel te staren, maar ik zie niks. Daarna zie ik mezelf Ra een beetje dommig aangapen. Blijkbaar was dat grappig, want hij schiet in de lach.
Terwijl ik dit tiep, overigens, begint de lege stoel naast mij te wiebelen, en te wiebelen. Het is geen wiebelstoel, maar een gewone stoel met 4 poten stevig op de grond. Er zit nu iets naast me, en ik weet niet wat of wie het is, maar ik voel een gestalte naast me. Het is niet eng, en als het wel eng zou zijn, had ik er al korte metten mee gemaakt overigens. Haha, dit is wel apart weer smile

Anyway..Michaël komt bij me staan, ook lachend, en laat zien hoe ik het kristal, of in ieder geval de kracht daarvan, kan ‘activeren’. Hij doet dit door met zijn handen voor zijn navel een bal uit te beelden. Hij draait zijn handen om en om, totdat er een bolletje ontstaat die steeds groter en groter wordt. Hee, zo deden de watermensen dat ook, besef ik me nu.
Ik probeer het zelf, en er verschijnt een oranje bol tussen mijn handen, met witte aders erin die net als bij een bol van Tesla naar buiten ‘schieten’.

- Goed zo, maak het krachtiger, zegt Ra.

Ik probeer de bol krachtiger te krijgen door met mijn handen er omheen te draaien, en de bol wordt lichter van kleur, totdat er een oranje kern is met heel veel witte stralen er omheen.

- Dat is ‘m. Stel je je nu voor, hoe die kracht via je navel door je lichaam stroomt. Je kan die kracht zelf leiden, en naar 1 punt denken. Als je dit onder de knie hebt, hoef je zelfs niet meer de bol te maken, maar bestaat deze direct al in je gedachten. Laat de kracht nu naar je linker wijsvinger stromen.

Ik probeer de energie te leiden naar mijn wijsvinger, en voel hoe de energie door mijn buik omhoog schiet, naar mijn arm en wijsvinger. Voor ik het in de gaten heb, schiet er een elektrische straal uit mijn handen die een beetje ongecontroleerd de ruimte in schiet.

- Oké, hand mag ook... Hier komt ie, doe je best.

Voor mij verschijnt een soort van duisternis, wat ik zelf ‘entiteit’ noem. Zo 1 die zich graag aan je vastklampt. Ik weet dat deze entiteiten sterker worden naarmate jij als ziel sterker wordt, en het soms een enorme strijd kan zijn om dit soort entiteiten te weren. Ik ben nu een beetje door mijn truucjes heen, en begin een beetje te balen van die energieklampers. Hoe sterker ze worden, hoe meer last ik er van heb en hoe meer ze mij tegenhouden in mijn groei. Ze zijn lastig, maar niet angstwekkend. Deze echter, die nu voor mijn neus begint te groeien, begin ik heel erg eng te vinden.

- Denk aan hoe Moeder Aarde haar demonen loslaat. Ik begin terug te deinzen en raak een beetje in paniek.
- Laat je demonen los, God-Gemalin.


Ik voel nu een vluchtdrang, maar als ik me omdraai bots ik tegen Michaël aan, die me weer terugduwt. Ik floep weg, even weer terug naar mijn lichaam en ik zweet aan alle kanten. Ik sla de dekens van me af en merk dat mijn ademhaling erg oppervlakkig is. Voor mij zie ik een hand verschijnen, en als ik rustig ben geworden pak ik de hand en word ik weer teruggetrokken.

- Je laat ons toch niet alleen, God-Gemalin?

Ra amuseert zich kennelijk, maar ik niet zo. Mijn blik moet boekdelen spreken, want hij lacht en blaast me een kushandje toe die als een zonnetje op me afkomt. Ra is nu geel/oranje, Michaël helemaal in het blauw. De duisternis hangt een beetje in de lucht te zweven. Ik hoor Theo nu, mijn aardse leraar die helaas de Aarde vorig jaar heeft verlaten. Theo... die ik zo mis...tranen schieten in mijn ogen.

- Je kan me alleen maar blij maken, en niet bang.

Dat is wat hij me altijd zei... Ik ben dit ‘truucje’ vergeten, en Theo’s stem maakt me nu sterk.

- Aanschouw je demonen, God-Gemalin, en voel je eigen kracht.

Ik richt mijn blik op de duisternis, die groter en groter wordt. Vanuit mijn buik voel ik de energie stromen, naar mijn arm en hand. Ik loop op de duisternis af, en raak deze aan met mijn linkerhand. Flitsen blauwe energie stromen uit mijn hand, regelrecht naar de duisternis voor me. Deze verschrompelt, wordt blauw, wit en uiteindelijk verandert het in een wit sterretje wat met een kleine explosie verdwijnt.
Merkwaardig genoeg kostte mij dit helemaal geen kracht, wat normaal gesproken wel het geval is.

- Zo kan het namelijk ook, zegt Michaël, het mag je geen eigen energie meer kosten.

Ik sta nog een beetje verwonderd te kijken, totdat beiden mij opnemen en we weer een reisje maken. Pfff. Ik moet even rust hebben nu, en ben weer in bed, in mijn eigen lichaam. Het is nu koud, en ik trek de dekens om mij heen.
Marenubium
Marenubium jan 29 '11
DEEL 3

Voor ik weer tot rust gekomen ben, bevind ik me ineens in een zaal. Een zaal met pilaren, langgerekt. In het midden van de zaal bevindt zich een cirkel op de vloer, een dubbele cirkel met symbolen, net zoals uit mijn andere reizen. Er staan weer twaalf figuren omheen. Ik negeer iedereen en spring naar de cirkel, want nu wil ik toch wel eens weten hoe al die symbolen eruit zien. Met mijn neus zowat op de vloer haalt Michaël mij uit de cirkel.

- Zeg, er zijn hier mensen die je graag willen verwelkomen.

Ik kijk op, en er staan twaalf personen om mij heen. Twee vrouwen in ieder geval, en vier mannen staan direct om mij heen. Ikzelf heb nu een blauwe jurk aan, tot op de nek, deze is strak van boven en loopt naar beneden uit. De ‘jurk’ heeft gouden biezen. Om mijn middel een gouden band, die uitloopt naar links en onderaan steeds breder wordt. Het lijkt op een soort van uniform of zo. Ik zie de mensen om mij heen, goud/bruin, groen/geel, blauw/paars, en ze lijken wel van verschillende rassen. De Raad van Twaalf hoor ik. Eén man draagt eenzelfde soort uniform als ik, en hij komt mij tegemoet treden, met uitgestrekte armen. Hij voelt aan als een soort broer...al deze mensen voelen aan als familie!

Maar mijn aandacht wordt getrokken naar een man in het wit. Deze staat op een balkon, met een witte staf in zijn rechterhand. Ik noem hem ‘papa’, maar weet niet waarom. Hij voelt aan als ‘papa’. Het is de energie die ik eerder heb gevoeld, maar niet thuis kon brengen.

Ra staat opeens naast me, hij draagt donkergrijze banden om zijn bovenarmen, op zijn borst prijkt een soort ketting van hetzelfde donkergrijze materiaal. Michaël is nog steeds blauw, in een blauwe mantel met witte strepen. Hij staat linksachter me.
De man ‘papa’ glimlacht en slaat zijn arm om me heen, en wijst naar buiten toe.
Ik zie een stad onder ons, rechts water, een soort delta, en een rivier links van ons die uitkomt in het water rechts van ons. Rechts is het licht, links is het donker. Er zijn twee zonnen! Rechts komt er een zon op, links gaat er een zon onder...wat een aparte gewaarwording, en ook deze schemering.

- Waar licht is, moet duisternis zijn, zegt de man in het wit, alles is in balans. Maar voor nu, aanschouw je volk.

Onder mij zie ik een massa mensen, en gejuich stijgt op. Ra naast me pakt mijn hand vast:
- Hier is je volk, God-Gemalin, ons volk.

Ik heb geen zin in al dat gejuich, want er zijn nog zo veel dingen te zien! Ik ren naar de andere kant van de zaal, waar ook een balkon is, en zie een uitgestrekt land met heuvels en water...hetzelfde land als uit mijn eerste reis! Het staat allemaal met elkaar in verbinding..Ik ren naar het midden van de zaal, naar de cirkel. Ik ga zitten, en volg met mijn vingers de lijnen...

Hier heb ik als kind gespeeld, ooit. Deze cirkel gaf me troost en veiligheid...hier vluchtte ik naartoe in mijn dromen...hier speelde ik als kind in deze dimensie met kristallen, maar ook als kind van de Aarde, in mijn dromen. Ik voel mij weer kind hier, op deze cirkel. Ik hoef niet eens naar het plafond te kijken, want ik weet al hoe deze eruit ziet.
Ik geniet... dit is thuis. Dit is de thuis uit mijn dromen als kind van deze Aarde... Dit is thuis.

De papa energie is ook gaan zitten, hij voelt aan als Theo, en zit mij te aanschouwen. Michaël staat nog steeds achter me, met de handen in zijn mouwen gestoken. Ra... zit tegenover mij als kleine jongen nu. We spelen met de kristallen... en doen er kunstjes mee. Wie weet, keer ik ooit weer terug naar dit thuis.
Wie weet... Het is zoals het is...
Raida
Raida jan 29 '11
Heel mooi Eva!!! Ik dacht eigenlijk altijd dat jij familie van me was en dat dus Ra ook je "zielsvader" was en Michael ook je "zielsbroer" maar mss vergiste ik mij...
Marenubium
Marenubium jan 29 '11
Michaël voelt idd aan als een broer voor me smile
En wie weet werkelijk hoe het allemaal zit met de zielsfamilies? Wat ik zelf denk is dat een zielsfamilie uit 22 leden bestaat, 11 vrouwelijke energieën en 11 mannelijke energieën: 12 tweelingzielen, 8 tweelingvlammen en 2 tweelingstralen. Komt overeen met de Raad van Twaalf, onze van oorsprong 12 DNA stringen, en dat we als mensheid ontstaan zijn uit 22 verschillende rassen.
Of zoiets...

Maar ben wel benieuwd naar waarom je altijd hebt gedacht dat we familie kunnen zijn?
Raida
Raida jan 29 '11
omdat ik dat zo aanvoel, families zijn daar heeeeel groot, dus ik denk dat 22 veeel te weinig is eigenlijk.
Emuca
Emuca jan 29 '11
Ik denk het niet... ik denk dat er meer families zijn dan je denkt... maar 22 per 'generatie' zou kunnen.
Marenubium
Marenubium jan 29 '11
yuh de zielsgroepen zijn heel groot, dat weet ik wel laugh
En wat de families betreft...echt werkelijk geen idee, alleen summiere aanwijzingen.
Het maakt ook verder niet zoveel uit, denk ik.
Emuca
Emuca jan 29 '11
Ik hou het lekker simpel met Undrill en Lindru op dit moment crazy
Raida
Raida jan 30 '11
Nee het maakt inderdaad niet veel uit, we kunnen ook niet alles al weten hier.... ;-)
Marenubium
Marenubium jan 30 '11
ahah zoals Theo mij altijd zei:
Je mag wel alles eten, maar niet alles weten

*grinn*
Raida
Raida jan 30 '11
haha das een goeie!!!
Emuca
Emuca jan 30 '11
Het gaat er denk ik meer om dat wij diegene ontmoeten die ons iets kunnen leren.. of die ons kunnen helpen. smile
Marenubium
Marenubium jan 30 '11
amen smiledaarom maakt het m.i. ook niet zoveel uit.
admin
admin jan 31 '11
Hoi Marenubium,

wat een geweldige reizen !
dat advies uit deel 2 komt me ook erg bekend voor !
"het mag (hoeft) je geen energie (meer te) kosten"
Raida
Raida feb 1 '11
hé Mare hoe gaat het verder met Ra en Michaël, zitten die schatjes jou nog te pesten?? crazy

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki