Deze week is een mijlpaal bereikt. Conform de maatschappelijke normen ben ik weer volledig geïntegreerd in de samenleving. Dit houdt in dat ik weer volledig werk, niet alleen zelfstandig maar ook in dienst van een werkgever.
De adrenaline van de bevrediging spoot door mijn aderen en had zijn effecten op mijn zenuwgestel. Tevreden schreven de medici dat ik de draad van mijn leven weer had opgepakt. Missie geslaagd. De medicatie is afgesteld en de factuur kan worden opgestuurd, inclusief succes bonus, naar de ziektekostenverzekering.
Deze avond zat ik met een sigaar naar de heldere sterrenhemel te kijken en het besef van de kloof tussen lijdensdruk 'ziekte' en succesvolle behandeling drong zich volledig aan mij op.
Nog steeds kan ik niet naar een reportage kijken over een gebeurtenis waarbij de nodige doden zijn gevallen, zonder een steek van jaloezie. Zij zijn ervan af, meestal zonder schuld, dus hun verantwoordelijkheid ontlopen ze niet.
Ik kan en dus moet ik door. Mijn vrouw en kinderen verdienen niet minder.
De kick van de voldoening als ik succes heb, de angst voor de toekomst, niets menselijks is mij vreemd en de pillen zorgen ervoor dat alles binnen geaccepteerde grenzen blijft. Of dat gezonde grenzen zijn, of grenzen die daadwerkelijk mijn leven een draagbare episode maken in de oneindigheid van het totale universum, is een vraag die niet te stellen is.
Levenswil hoort bij een gezonde en acceptabele perceptie van het bestaan en dat is dat. Intussen zijn mijn zenuwen volledig op. Gewoon omdat ik door moet. En ook wil omdat die vervloekte liefde voor mijn kinderen en mijn vrouw me geen andere keuze laat.
Ik wil de pijn dolgraag compenseren maar helaas ben ik zelfs niet in staat om ergens echt aan verslaafd te raken.
De verlossing zal uit mijn intellect moeten komen maar die is ook de grote aanstichter van veel deze lijdensdruk. De ultieme cirkelredenering sluit zich en wie helpt me daaruit? Zelfs de slaap verlost niet.
Moe, het meest gebruikte en aan inflatie onderhavige begrip van onze samenleving. Toch heb ik geen alternatieve term.
Nu naar bed. De maatschappij verwacht mij morgen weer en ik zal er zijn. Of ik nu eigenlijk wil of niet.