Loading...
nl

De genezende kracht van de zeven metalen..

admin
admin aug 9 '10
- Het IJzer -


MarsKoper en ijzer behoren bij elkander, zeker als er een nieuwe impuls moet worden gegeven, een nieuwe kracht moet worden opgewekt.

Hoewel het ijzer een sterk metaal is, beter gezegd lijkt, heeft het het kobalt, het koper, het mangaan en vitamine C. nodig om tot een goede activiteit te komen. In het organisme zorgt het voor de activering en de verdediging en behoort het bij de wil. Zijn goede hoedanigheid is echter net zo twijfelachtig als die van de wil, die kan voeren tot de hemel of tot de hel.

Het Marsmetaal en het Venusmetaal hebben elkander nodig. Elke krachtsinspanning lokt chemische reacties uit, kan aldus onze chemische huishouding ontsporen, harmoniseren, activeren of uitputten. Bij krachtsinspanning moet men ook denken aan emotionele en mentale reacties, die van zulk een geweldige invloed zijn voor ons metalen-, mineralen- en vitaminen-evenwicht.

Elke inspanning kan zuiveren of vervuilen, strijd ontketenen dan wel vrede stichten in die verfijnde chemische huishouding, die ons organisme vormt. Genoeg ijzer in het bloed maakt moedig, individueel, aanvallend dan wel verdedigend, soms zelfs agressief, alles afhankelijk van het kwantum aan ijzer en zijn verhouding met het koper.

IJzeren wapens, in geval van oorlog of revolutie b.v. stimuleren de moed, roept de wens naar verdediging of zelfstandigheid, naar aanval dan wel agressie op. Hier zijn de gewapend betonnen huisblokken natuurlijk ook in het geding, daar omgeven worden door zoveel ijzer, terwijl er geen lijfelijk contact is met de bodem, een aanleiding is voor spanningen, nervositeit, onrust.

Gebrek aan ijzer maakt lusteloos, inactief, zwak; gebrek aan koper maakt hard, bitter of stug. Het ijzergehalte in het bloed is verhoogd op het moment waarop het kind zich bewust wordt van zijn ego en dus zichzelf niet bij zijn naam noemt, maar "ik" zegt.

Het Marsmetaal voedt het zelfbewustzijn. De wisselende chemische samenstelling in het organisme van het kind bepaalt zijn handelingsleven. Die samenstelling kan mede worden beïnvloed door de omstandigheden binnen het familieleven, moeder, vader, broers, zusters, daar een kind zeer afhankelijk is van het "nest" waarin het thuishoort, of waarin het gedwongen wordt geplaatst.

Een verstoorde chemische huishouding is slechts te herstellen door het in balans brengen van de mineralen, de metalen en de vitaminen, hetgeen op twee manieren kan gebeuren, hoewel meestal beide manieren samen moeten gaan: de levensinstelling en de opname van de benodigde mineralen, vitaminen of metalen. Het organische herstelvermogen wordt door deze voedingssupplementen slechts geholpen, daar geen enkel zout, mineraal of vitamine eigenlijk een medicijn is, maar slechts een ondersteuning van de totale chemie.

De voeding is hier natuurlijk evenzeer van belang. Het is altijd een discussiepunt of men door voeding een herstel vindt of door een mentale, dan wel emotionele instelling. Het ene is echter niet los te denken van het andere. Niets staat op zichzelf. Alles vormt een schakel in een psychisch-lichamelijke keten. Het verwerken van emoties en gedachten is eveneens "eten".

Iedereen weet dat we na een schok grondig kunnen zeggen: "Ik heb al gegeten en gedronken."

Edele gedachten en emoties hebben een harmoniserende invloed op het organisme en herstellen de verhouding van de mineralen, metalen en vitaminen onderling, voeren toe of neutraliseren. Koper en ijzer, als gevoel en wil, roepen nieuwe reacties op.

Eenzijdige gedachten en gefrustreerde gevoelens kunnen van een teveel dan wel een tekort aan één bestanddeel veroorzaken. En daar waar het ene tekort is wordt het aangevuld door zijn tegenovergestelde, zo ontstaat de onevenwichtigheid. Door een goede samenwerking tussen koper en ijzer wordt de vrucht, het embryo, naar buiten gestoten en ontstaat er dus nieuw leven.

Het is vermeldenswaard voor degenen die wat van getallensymboliek weten dat de zes van Venus en de negen van Mars bij hun samenwerking, als cijfertekens op elkander geplaatst, een acht vormen, met een staart naar boven en een staart naar beneden als het evenwicht.

Koper, als omhullend metaal (de elektromotor) komt het eerste met de buitenwereld in aanraking en modelleert de trillingen zodanig dat het ijzer de "nieuwe" trillingen gemakkelijker kan verwerken. Als ijzer verhit en gesmeed wordt lijkt dit op lood (Saturnus - coolmaar lood heeft geen "geheugen".

Als je staal walst krijg je een verfijning waardoor er klank wordt voortgebracht, en wordt ijzer met koolstof samengebracht. Koolstof is de basis van diamant.

Dit kan alleen wanneer ijzer wordt verhit. IJzer en water zijn vijanden; ijzer is slechts magnetisch als het ongeladen is, geladen vervalt die eigenschap.

IJzer in rein water geeft een hoge weerstand tegen elektriciteit, als het water vervuild is geleidt het. Rein ijzer is ongelooflijk sterk. IJzer kan rekristalliseren. IJzer is om te solderen slechts verbindbaar voor lood (Saturnus) en tin (Jupiter) indien het voordien gereinigd is met geest van zout.

IJzer dat men in de volle maan legt roest. Zoals het water de vijand is van het ijzer, zo is ook de maan zijn vijand en daarmede dus ook het zilver (het maanmetaal).

Maanmensen en Marsmensen zullen moeilijk kunnen samenleven, omdat het "water" het ijzer aantast, ondermijnt, zijn energie en zijn kwaliteiten teniet doet.

IJzer geleidt op zijn best indien het is afgekoeld tot het nulpunt. Wellicht is het dan in zijn meest "ontspannen", onderverhitte toestand. Hierover kunnen Marsmensen eens nadenken. Hoe meer ervaringen (walsen) het Marstype te verduren krijgt des te "verfijnder", gevoeliger hij kan worden.

Hij leert slechts door harde ervaringen, zoals ook de karakteristiek van het cijfer 9, het Marsgetal, uitdrukt.

In het mannelijke organisme is altijd wat meer ijzer aanwezig dan in het vrouwelijke, daarbij komt dat de vrouw veel ijzer verliest tijdens de menstruatie.

Mars is de heerser van de spieren, maar tevens regeert hij het hart, zijnde een spier, deze heerschappij deelt hij met de Zon die meer het innerlijke hart vertolkt. Mars is de kracht van de spier, dus de organisch functionele kracht van het hart.

Daarnaast is zijn domein de rode bloedlichaampjes, als transporteurs van de zuurstof en dus van de energie van de cellen.

Verder beheerst hij nog de adrenaline-klieren die boven de nieren liggen. Gevaar van buitenaf activeert de hormonen van de adrenaline-klieren, waardoor het lichaam zich gereed maakt voor de verdediging.

Een echte Marsvrouw noemt men mannelijk. Mars behoort tevens bij de mannelijke geslachtsorganen. Mars is altijd behulpzaam indien er veranderingen van binnen naar buiten of van buiten naar binnen moeten worden gerealiseerd. Niet voor niets noemt men de Ram, het Mars- en het lentetype, een pionier.

Mars met zijn ijzer zorgt voor een initiatief tot vormgeven.

Koper is de eerste in meer psychische zin, het onmerkbare, het zachte en meebewegende; Mars en ijzer zijn daadkrachtig, realiserend. Er is een onbedwingbare neiging om het uitdrukkingsveld van het ego te vergroten, dat ook wel wordt gezien als voortplanting, als het zichzelf projecteren in het kind, iets dat vooral bij Scorpio tot uitdrukking komt.

Mars is de vertegenwoordiger van de veranderde natuurkrachten. Vooral in de lente is dit zichtbaar als het tere plantje zich door de nog harde aardkorst drukt. Er is echter altijd sprake van een strijd. Groei, verandering, voortzetting, uitbreiding kosten strijd. IJzer is het metaal dat het organisme strijdbaar maakt. Bij hem behoren tevens de gal, de neus, de blaas en het linkeroor.

Hij is de vuilverbrander; veel ijzer in het bloed maakt defensief tegen infecties; verhitting en verbranding staan voor de koorts, die de afweer van het lichaam mobiliseert. IJzer trekt zuurstof aan voor verbranding. Hoe meer ruimte, expansie en levenslucht het Marstype krijgt, hoe meer vrijheid men hem verleent, des te sterker kan hij zich ontwikkelen.

Een actieve Mars houdt iemand levenslustig, geeft wilskracht en zo komt er een verzet tegen het sterven.

Het sulfur en het fosfor zijn slecht voor het ijzer. Teveel ijzer, magnesium of aluminium zijn nadelig voor de fosforwerking in het organisme.

Het lijkt of zwavel met zijn diep grijpende reinigende werking en het fosfor met zijn energie-vormende activiteit concurreren met het ijzer. Marstypen houden niet van concurrentie. Mars is echter ook de heerser van zwavel, terwijl Jupiter het van fosfor is.

Zwavelhoudende voedingsstoffen en planten provoceren, zoals het ijzer provoceert. Zwavel en fosfor dagen de Marstypen uit tot een hernieuwde krachtsinspanning. Vandaar dat deze beide bij uitputtingstoestanden worden aangewend.

IJzer was het eerste metaalhoudende mineraal dat in de lichaamsfuncties werd ontdekt. IJzertekort veroorzaakt een bepaald soort bloedarmoede: hypochrome-mycrocytaire anemie. Genoemde bloedarmoede heeft kleine bloedcellen en deze zijn bleker.

Hemoglobine (de rode kleurstof) verbindt zich met zuurstof en wordt zo oxy-hemoglobine, dat de zuurstof naar weefsels en cellen brengt. Een gedeelte van het organische ijzer bevindt zich in de lever. Het is nodig om in het rode beenmerg de bloedlichaampjes te vormen en deze vervullen in 120 dagen hun zuurstoftransport en worden dan afgebroken; van hun afbraak worden nieuwe lichaampjes gevormd, maar daarvoor is aanvullend ijzer nodig. Het vrijgekomen ijzer wordt in milt en lever opgeslagen.

Na een bloedverlies zal het lichaam trachten veel ijzer op te nemen. Koffie kan ijzerabsorptie afremmen. Vrouwen kunnen beter ijzer absorberen dan mannen, hetgeen ook noodzakelijk is, gezien hun natuurlijke bloedverlies.

Een hoog gebruik van eiwitten is slecht voor de ijzer-absorptie. Een gebrek aan ijzer, zoals veelal wordt gezien na de winterperiode, maakt vatbaar voor infecties, maar maakt ook onzelfstandig.




HOMEOPATHISCH: FERRUM METALLICUM




Ferrum Met. wordt gegeven als iemand totaal is verzwakt en/of bloedarmoede heeft. De zieke is overgevoelig en moet lichamelijk en geestelijk worden versterkt.

Het homeopathische ijzer versterkt de wilskracht van hen die hun levensinteresse hebben verloren.




ASTROLOGISCH




Bij Mars worden geplaatst Kalium Fosforicum voor het Ramtype en Calcium Sulfuricum bij het Schorpioentype.

Merkwaardig is dat juist de twee mineralen die het ijzer provoceren hier gebruikt worden: fosfor en sulfur, de eerste in verbinding met kalium (Maan) de tweede in verbinding met kalk (Saturnus).

Ramtypen zijn hoofdmensen, zoals de Ram steeds met de horens naar voren stoot, zo is hier het hoofd het zwakke punt d.w.z. het meest kwetsbare punt, omdat zorgen en moeilijkheden met het hoofd worden opgevangen.

Kalium Fos. is bij uitstek geschikt voor mentale uitputting en hoofdaandoeningen. Het bevat een zeer hoge elektrische trilling, die specifiek de hersenen belevendigt. Het helpt lecithine vormen, iets dat de Ram zeer goed kan gebruiken, en Kalium Fos. geneest hem van een uitputting, die vooral tot uitdrukking komt in een doorlopende behoefte aan slapen en flauw vallen, hetgeen je nogal eens ziet bij bloedarmoede en duizelingen.

Indien de Ram geen lust meer heeft een pionier te zijn, wat in het leven zo dikwijls van hem wordt gevraagd, zet het Kalium Fos. hem weer op zijn benen. Tegen lusteloosheid, het niet meer "willen". Vooral in neurasthenische situaties.

De Schorpioen moet het doen met het Calcium Sulf. dat een sterk antiseptische, maar ook opbouwende werking heeft. De Schorpioen eist, evenals de Ram, teveel van zichzelf, maar waar de Ram bij tegenstand snel ophoudt, gaat de eerste door tot hij erbij neervalt. Calcium geeft uithoudingsvermogen, sterkt het geduld, maar sterkt tevens de wand van de eitjes en de zaadcellen (Mars - geslachtsorganen) en het productie-orgaan van Scorpio, waardoor hij zich kan projecteren). Ook hier, al zijn de homeopaten het er niet mee eens, is een overeenkomst te zien tussen de eigenschappen van de heerser en zijn ondergeschikte: het mineraal, zijn helper.

Ram en Scorpio zijn beide energie-vreters en zij kunnen vooral worden geholpen door energie-toevoer en meestal geschiedt dit door een provocatie, dat bij beiden een plotselinge opleving tot resultaat kan hebben.

Neurasthenie (zenuw- en wilsuitputting) wordt nogal eens verholpen door een juist ge"time"de en gerichte provocatie.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
Delen:
admin
admin aug 9 '10
- Het koper - Venus

Venus heeft altijd de betekenis van vriendelijkheid en bescherming; het bedekken door de liefde, in hogere zin is het een zoeken naar erkenning en het herstellen van fouten of, anders gezegd, het gladstrijken van spanningen.

Venus kan niet tegen spanning en toch ziet men in haar de eigenschap van het koper: koperen daken beschermden vroeger de oude kathedralen en men voelde zich daarbinnen veilig, waardoor zij in tijden van nood werden gebruikt als toevluchtsoord. Alle scheppingen en schepselen van Venus vormen een soort toevluchtsoord voor degenen, die onder spanning staan. Dit zie je ook in de Venusplanten, die altijd veel saponinen en slijmstoffen bevatten die spanningen, ontstekingen opheffen en de mens weer in staat stellen tot lachen, vooral de saponinen, de zeepstoffen, die verzachtend en anti-depressief werken.

Venus behoort bij de nieren en het stemorgaan en als men haar in de astrologie de "godin van het kleine geluk" noemt, dan is het toch een vorm van troost, zoals het koper "troost" geeft bij ziekteaandoeningen, die zijn ontstaan door opgekropte agressie.

Koper geeft bij het verwerken een warm en vol geluid, het heeft dus een warme stem, zoals mensen die veel liefde in zich omdragen een warme stem kunnen hebben. Schelle stemmen zijn nooit troostend, hoewel menigeen onder de invloed van de liefde zijn stem instinctief hoort veranderen.

De liefde en de bescherming hebben een warme klank.

Koper is een zacht metaal, dat door hameren hard kan worden, precies zoals Genustypen door harde ervaringen, door onderwaardering, door onrechtvaardige kritiek of minachting zich kunnen harden.

Als koper sterk wordt verhit wordt het rood, maar geeft een groene vlam af, een giftig groene vlam. Hier is de werkelijkheid van het Venustype herkenbaar, dat door iedereen vrijwel altijd aardig wordt gevonden, doch dat, als het tot het uiterste wordt getergd, rood gloeiend is geworden door hameren en verhitten, giftig kan worden, zodat niemand dan meer het vriendelijke, liefdevoIle wezen herkent.

Het koper is echter een beschermend metaal, zoals Venustypen beschermende typen kunnen zijn voor de agressieve Mars-mensen; ijzer dat verkoperd wordt is beschermd tegen oxidatie. Koper is in de industrie altijd een middelend metaal, zoals men bij het solderen kan constateren. Als men koper verspaant geeft het een zacht geluid en het wordt gemakkelijk gesneden.

Venustypen zijn meegaand, totdat zij hun hoogste hitte bereiken. Maar zij zijn allen middelaars, alleen omdat zij niet tegen spanningen kunnen. Zij mijden de grote hitte, de giftig groene vlam, behouden liever de uiterlijke zachtheid. Zij slikken liever de moeilijkheden weg door hun koper-organen, de hals en de keel, doch krijgen dikwijls daardoor last van hun andere koper-orgaan, de nieren, die het kwaad, de schijn, de beledigingen of verwondingen moeten zien te verwerken.

Veel emoties blijven deze typen stokken in de keel of liggen hen zwaar op de nieren. Reuma b.v. is een aandoening die mede veroorzaakt wordt door de slecht functionerende nieren, die te lang doorstane emoties hebben moeten wegwerken, waartoe zij tenslotte niet meer in staat zijn en er dus een opeenhoping van vuil ontstaat. Mensen die op deze wijze met hun emoties omgaan behoren te worden gewaarschuwd tegen één van de ergste aandoeningen: kanker.

Het woord "kankeren" is een mooie Hollandse uitdrukking.

De Venusmens kankert nooit, hij probeert een brok weg te slikken. Het zichzelf wegcijferen heeft zijn grenzen. Hier is de tijdelijke oplossing: veel drinken. Het doorspoelen van het psychische brok, het doorspoelen van de nieren. Koper kan niet tegen water, het wordt groen en giftig in water. Water brengt dus bij deze "koper"mens het gif, dat zich door zijn levenswijze opspaart, naar buiten.

De beschermende werking van koper vindt men ook terug in de zwangerschapsperiode, waarin de vrouw meer koper aanmaakt dan voorheen, opdat zij het embryo beschermt, omhult en ook in binding houdt met de etherische wereld, via de eigenschap van het koper, zoals men dat ziet in de elektrotechniek, waar het als eerste de kosmische energie opvangt.

Koperen waterbuizen behouden hun levenschenkende microben en zijn bestand tegen ziekte verwekkende bacteriën. Koper landbouwmateriaal, zoals scheppen en ploegen b.v., beschermen de microben in de aarde, vernietigen deze niet, zoals het ijzer doet.

Een nadeel is, dat koper te zacht is, het is niet geschikt voor ruwe werkmethoden, precies zoals de Venusmens ruwe, harde, grove arbeid schuwt. Als de astrologie leert dat Venus bij de kunst behoort, dan is dit inbegrepen de levenskunst of de kunst alle narigheid te negeren, of zich in allerlei bochten te wringen en uitvluchten te bedenken om de realiteit, het grove of lelijke te ontgaan.

Kunst noemt de psychologie gesublimeerde sexualiteit.

Hetgeen niet ver bezijden de waarheid is. De Venusmens is in diepste wezen sexueel, hoewel je deze sexualiteit kunt verdelen in allerlei niveaus tot aan het gesublimeerde kunstzinnige toe. Het scheppen wordt ook wel vergeleken met de sexualiteit. Hoewel de filosofie de sexuele daad ziet als een voortbrengen en niet als een scheppen, want het scheppen is voorbehouden aan de Schepper, die uit niets iets voortbrengt.

In ons organisme bevindt zich het meeste koper in de lever.

Zonder koper kunnen geen rode bloedlichaampjes worden gevormd, want het ijzer (Mars) heeft het koper nodig voor zijn omzetting. In het organisme bevestigt zich dus de Griekse mythe van Aphrodite en Ares, die een verhouding aangingen toen het huwelijk van Hephaestus (Vulcanus) en Aphrodite (Venus) kinderloos bleef, hetgeen Aphrodite zeer veel verdriet deed.

Bij bloedarmoede is koper noodzakelijk voor het aanmaken van enzymen (stofwisselingseiwitten) die noodzakelijk zijn voor de omzetting van het ijzer.

Koper is altijd het zich offerende en het aIles verzachtende metaal, ook in het organisme, het "verweekt" het ijzer.

Op het moment van de geboorte is het kopergehalte in het bloed het hoogste, doch dat duurt niet lang, het helpt snel het ijzer aanmaken om de zware geboorte-daad te kunnen volbrengen. Het offert zich hier terwille van het ijzer, dat in dit unieke moment in een mensenleven, noodzakelijk is.

Er was tot aan het geboortemoment veel koper voorhanden om veel ijzer te kunnen omzetten. Iemand die te veel koper in zijn organisme heeft, verweekt, kan niet voor zichzelf opkomen, zoals men ziet bij b.v. reumapatiënten die een surplus aan koper in het bloed hebben, dat blijkbaar inactief is, niet werkzaam kan zijn voor de omzetting van ijzer.

Er zijn mensen die hun hele leven te "week" zijn geweest, waardoor hun ego in de knoei is gekomen en dat zich uitdrukt in bepaalde, vooral chronische aandoeningen, een ziekte die altijd het anarchisme van het organisme toont: kanker, myomen en gezwellen, vervormingen van de botten.

Dit gebeurt altijd bij mensen, die niet zichzelf kunnen zijn, door welke oorzaak dan ook. Gebrek aan koper leidt tot diarree en veranderingen in de huid, tot bloedarmoede en oedeem. Een teveel aan koper verlaagt het zinkniveau, wat weer kan leiden tot pancreasstoornissen, en veroorzaakt slapeloosheid, haaruitval, onregelmatige menstruatie en depressies.

Daar in ons organisme een teveel van het ene automatisch een tekort aan het andere kan veroorzaken moet hier gelet worden op het evenwicht tussen koper en ijzer.

Molybdeen in de bodem kan leiden tot kopergebrek; molybdeen is noodzakelijk voor de stofwisseling van de koolhydraten en vetten en vormt een onderdeel van het enzym dat zorgt voor de opname van ijzer.

Koper vervult ook een functie bij de vorming van het melamine, een pigmentstof, die via het melatonine, uit de pijnappelklier, de kleur van haar en het pigment van de huid regelt. Zijdelings is zijn functie ook annex met de serotonine, waarover we in dit boek reeds spraken.

Koper heeft ook een aandeel in de vorming van het ribonucleïnezuur, het R.N.A., de "nucleïne" kern van de cel.

Het D.N.A. gebruikt het R.N.A. als boodschapper voor de overdracht van de erfmassa. Hier is dus het koper weer bezig met het middelen, het overbrengen van boodschappen, zoals in de getallenleer *) van de zes, het cijfer van Venus, wordt vermeld. Koper helpt bij de overdracht van celkern naar celplasma.

Gebrek aan koper kan ontstaan door de pil en door het gebruik van pencillamine. Weinig koper verhoogt het cholesterolgehalte en een gebrek aan koper geeft smaakverlies. Mensen met hartkwalen hebben altijd een vermindert kopergehalte in het bloed. Koper verhoogt de werking van medicijnen die tegen ontstekingen worden gebruikt en is medeverantwoordelijk voor de opbouw van beenderen, hersenen, zenuwen en bindweefsel.

Koper is te vinden in ons voedsel en wel in o.a.: gist, tarwekiemen, noten, cacao, volkoren brood, granen, champignons, abrikozen, peterselie en tuinbonen.







HOMEOPATHISCH: CUPRUM




Het homeopathische koper wordt aangewend tegen hik, spastische krampen, krampachtige trekkingen en een geforceerde huidbehandeling die krampen tot gevolg kan hebben. Alles wat geforceerd, krampachtig is, reageert dus goed op koper, precies zoals de psychisch verkrampte mens koper nodig heeft. Ook het stokken van de ademhaling, weer een verkramping, en het krampachtige hoesten worden door cuprum verholpen.

Epilepsie en St. Vitusdans kunnen wel eens een gevolg zijn van een slecht koperevenwicht.







ASTROLOGISCH




Bij de zeven metalen behoren twaalf mineralen die in de astrologie (waar de homeopaten het lang niet altijd mee eens zijn) verbonden worden met de twaalf zodiakale typen. Het is echter de moeite waard op deze plaats, waar de zeven planeten en hun zeven metalen worden behandeld, ook hun dienaren de twaalf trawanten van de zeven heersers even te melden, zonder de astrologische opvatting betreffende de twaalf celzouten als de enig juiste te willen zien.

Bij de twee Venustypen: Stier en Weegschaal behoren twee aanzichten van het zout, het natrium, nl. Natrium sulfuricum bij de Stier en Natrium fosforicum bij de Weegschaal. Beide mineralen bevorderen de afvoer van afvalproducten en het urinezuur.

Een teveel aan koper (Venus) verlaagt het zinkniveau, maar Natrium Sulf. werkt stimulerend op de alvleesklier, die slechts kan werken indien er voldoende zink aanwezig is. Gebrek aan koper geeft diarree, Natrium Sulf. werkt tegen diarree.

Gebrek aan koper veroorzaakt oedeem, Natrium Sulf. werkt tegen oedeem.

Natrium Fosforicum werkt tegen reuma en een opeenhoping van urinezuur en bevordert de vertering van vetten, maar ook van emoties en wordt beschouwd als een algemeen reinigend zout.

Natrium als mineraal versterkt het ego en bevordert de groei, zowel lichamelijk als psychisch. Het ego kan zich ontwikkelen. Het beschermt tegen te veel hitte (denk aan het verhitten van het koper en de aversie van Venustypen tegen spanningen) en is dus een afdoend middel tegen zonnesteken en bevanging door de hitte.

In het algemeen versterkt natrium het wezen van de Venusmensen, waardoor de astrologische keuze hier dus niet zo vreemd blijkt te zijn. Maar het gaat in het algemeen om mensen, die sterke Venus aspecten hebben. Men hoedt zich er echter voor dit als een algemeen medische regel op te vatten, hoewel er genoeg aanleiding voorhanden is tot nadenken.


1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
admin
admin aug 9 '10
- Het kwikzilver - Mercurius


Het kwikzilver is een chemisch element dat niet in grote hoeveelheden in ons organisme voorkomt, hoewel het functioneel blijkt te zijn bij het "overbrengen van boodschappen", zoals zijn heerser Mercurius (Hermes) "boodschapper der goden" wordt genoemd.

In de mythe is Mercurius (Hermes) degene die de doden over de Styx, de scheidingslijn tussen dood en leven, brengt. Hij is dus de begeleider van licht naar duister, van stof naar geest, maar houdt, in tegenstelling tot Saturnus, niet de wacht, doch vergezelt de doden.

Hij moet boodschappen overbrengen van het koude naar het warme, van buiten naar binnen, en zijn metaal, het alchemische "levende" zilver, is zeer actief in hen die bereid zijn tot zelfovergave, of die graag willen luisteren naar boodschappen uit een andere sfeer.

Daar kwikzilver een giftig element is kan het ook tegen de mens werken, zoals duidelijk werd in de beschrijving van de oerzonden (hoofdstuk 5), waarin het kwikzilver in zijn gedaante van de jaloezie, de enige ongrijpbare en vooral intelligente oerzonde is. Jaloezie gaat samen met intelligente mensen, zoals het Mercurium, het kwikzilver, juist bij de meest intelligenten wordt aangetroffen en als medicijn vooral resultaat heeft bij hen die gevat, intelligent en scherpzinnig zijn.

In de techniek kom je het kwikzilver tegen in de thermometers voor het meten van de temperatuur, het opnemen van de lucht- en de hittegraad. Ook in hoogtezonlampen zit kwik. Kwik is onontbeerlijk in wisselwerking met en de vereniging van lucht, licht en warmte.

Mercurius en het ongrijpbare kwik behoren bij het vluchtige luchttype, dat nerveus, haastig en jaloers kan zijn. Zij hebben licht, vooral innerlijk licht nodig, een innerlijke vlam, zoals in kwik een verborgen vlam leeft. Dit licht kan ook gezocht worden in doorlopende ophelderingen, ontdekkingen in alle takken van wetenschappen; het verlangen om "een licht te ontsteken" of het "er gaat mij een licht op" is onontbeerlijk voor dit type mens. Hij zal doorlopend een verbintenis zoeken tussen stof en geest en blijft daardoor innerlijk onrustig, gunt zich de tijd niet voor de verdieping.

In het organisme is Mercurius ook de boodschapper, degene die heerst over de organen die boodschappen doorgeven, zoals het zenuwstelsel dit doet door middel van elektriciteit en de hormonen die dit chemisch doen via de bloedbaan.

Tot het gebied van Mercurius behoren eveneens de luchtwegen (strottenhoofd) en de schildklier, de spraak en het bewegen van de ledematen. Verder de hersenen en de vorming van de bloedcellen.

Uitdrukkingen zoals: "zijn lach, of zijn spraak, is als kwikzilver" zijn hier typerend. Aandoeningen van het zenuwstelsel, de ademhaling en de keel, stotteren, verkoudheid, doofheid (zintuigen) liggen op het terrein van Mercurius. Het woord of de spraak is een begeleider van de ademhaling en een middelaar tussen twee sferen: buiten en binnen.

De spraak, het geluid van de stem, is kenschetsend voor de innerlijke, psychische en lichamelijke situatie. Woorden kunnen doden dan wel levend maken, bezielen of vernietigen. Giftig zijn dan wel zegenen. Zij zijn vluchtig, gaan op in de lucht, maar hun merktekens kunnen achterblijven. Een jaloers mens hanteert een giftig woord, dat alles kan verzieken. Kwik is de drager van lucht (geest), licht (ziel) en warmte (lichaam). Kwikzilver is ongrijpbaar als men het probeert te pakken en het is vooral de Mercuriaanse periode in het mensenleven die hiervoor kenmerkend is: de nee-periode. Elk kind bezit die.

Het kwikzilver wordt geïrriteerd door aanraking, de Mercuriusmens heeft hetzelfde. Of deze aanraking lichamelijk dan wel psychisch is, hij wordt geprikkeld. Juist die prikkeling houdt hem in beweging, hoewel een teveel aan beweging hem psychisch en organisch uit zijn evenwicht brengt: het zenuwstelsel raakt overprikkeld, het hormonale stelsel raakt uit balans.

Het kwikzilver-type kan òf niet goed luisteren òf niet goed praten. Men moet hen nooit "tegen de haren" instrijken daar dit hun zenuwstelsel uitermate irriteert of provoceert.

Kwik is eigenlijk van oorsprong in een staat van doorlopende verhitting, een toestand waarin de andere metalen pas komen als ze van buitenaf worden verhit. Innerlijk onrustig, voortgedreven door een doorlopend binnenbrandje, is dit type enigszins onbetrouwbaar, hoewel het ook bevoorrecht kan zijn boven andere typen.

Kwik houdt zichzelf voortdurend in een vloeibare toestand, een element tussen stof en geest. Er is in ons organisme altijd een minimum aan kwik aanwezig, maar een teveel aan kwik in het bloed maakt overgevoelig, er is dan een sensibiliteit naar de stof zowel als naar de geest. Dit duidt op een storing in het zenuwstelsel en in het hormonale systeem, vooral in de hormonen met innerlijke secretie. Het voortdurend heen en weer snellen tussen twee sferen, tussen interessen en tussen menselijk relaties is uitermate uitputtend voor geest en organisme. In zo'n geval wordt naar opwekkende middelen gegrepen of naar mineralen die meer energie geven, iets kalmerends wordt zelden gevraagd, hoewel dit juist noodzakelijk zou zijn.

Kwik verbindt zich nooit met zijn omgeving. Het Tweelingtype en het Maagdtype doen dit ieder op hun eigen wijze: zij blijven onafhankelijk, onberoerd, hoewel het soms anders schijnt, is hun hart toch zelden de inzet bij gebeurtenissen.

Kwik is alleen grijpbaar indien het in verbinding komt met andere metalen; het lost alle metalen op, behalve het ijzer.

Marstypen weren zich dus tegen Mercuriustypen. Mars-Mercurius verbindingen kunnen oogontstekingen geven.

Genoemde typen zullen elkander irriteren, maar ook provoceren en als ze verstandig zijn, elkander completeren.

De verborgen vlam van het kwikzilver beïnvloedt het ijzer niet, daar ijzer een enorme hitte nodig heeft om zich over te geven. Om Mars- en Mercuriustypen goed te laten harmoniëren is er een verbindend motief noodzakelijk: het "ik" van het ijzer verzet zich tegen de "boodschapper" Mercurius; ijzer geeft zich niet over, maar overgave is een voorwaarde om mede te kunnen bewegen, geleid te kunnen worden door Mercurius en zijn ideeën. Het ijzer provoceert het kwik; de wil ergert zich aan de ongrijpbaarheid van het kwik, maar kwik wordt geïrriteerd door het verzet van het ijzer.

Mercurius, het kwikzilver, geleidt; het ijzer, de wil, wil individueel blijven. De wens is Mercurius, de wil is Mars.

In een mens is dikwijls een duidelijke verbintenis tussen ijzer en kwikzilver te zien, zoals b.v. in de volgende situatie: indien je iets sterk wilt en het lukt niet, word je giftig (Mercurius). Mars wordt driftig, Mercurius wordt giftig. Het zichzelf vergiftigen of mede anderen vergiftigen is een aspect van Mercurius, het eerste zie je nogal eens bij de Virgo's, het tweede bij de Gemini's.

In ons organisme is kwikzilver nodig voor de ademhalingsorganen, voor het zenuwstelsel, de hersenen en de hormonen. Een gebrek aan kwikzilver maakt ontevreden met alles en allen, en ook met zichzelf. In hun hart zijn Mercuriusmensen nooit tevreden met zichzelf: de Gemini vlucht daarvoor in honderd-en-één bezigheden, de Virgo mokt.

Gebrek aan kwikzilver doet de innerlijke vlam verzwakken met als gevolg: uitputting, vooral geestelijke vermoeidheid.

Een slecht kwikzilverevenwicht kan ook resulteren in gok drang als een vorm van zelfbevrediging; het iedereen en alles provoceren en uitproberen. Indien de verborgen vlam niet stabiel is, krijgt de onrust de overhand en weet men niet meer waar men het moet zoeken. Tenslotte kunnen daarvan neuralgieën komen, het vastzitten van de ergernissen; of diarree en speekselvloed, de overgave, het opgeven; soms zijn er wormen in de ingewanden, parasieten die zich storten op het uitgeputte organisme.

Er mist dan de grond onder de voeten, onstabiliteit, ontstekingen, d.w.z. een agressie die geen uitweg weet. Deze mensen zijn moeilijk te helen. Bij chronische kwalen zullen vooral suggestieve therapieën verlichting geven.




HOMEOPATHISCH: MERCURIUS HYDRARGYRUM




Kwikzilver beïnvloedt meer of minder alle organen; het kan gezonde cellen doen vervallen of ontsteken en kan sterke bloedarmoede veroorzaken.

In gepotentieerde vorm bewerkt het dus het tegenovergestelde: het zet alle organen aan, vooral de hormonen en de beenderen, geeft het hele organisme kracht en levenslust en werkt zeer intensief op de oren, de stem en de keel.

Langzaam denkende mensen hervinden hun levensinteresse en hun wilskracht. Slecht ziende ogen hervinden hun zicht en ontstoken en suizende oren hervinden hun gehoorscherpte.

Mercurius is de bemoediger, indien alle organen het laten afweten en de zieke geen levenslust meer heeft. Dikwijls veroorzaakt Mercurius in hoge potenties koorts om zo het organisme te provoceren en de weerstand zich kan herstellen. De zieke gevoelt zich ook niet meer "prettig in zijn huid" die doorlopend zweet hoewel daardoor geen verlichting komt.

De Mercuriuspatiënt is wantrouwend, een typische Mercurius eigenschap, soms menende dat hij zijn verstand verliest. Mercurius noemt men wel de "chirurg" van het gehoor, omdat het zeer goed werkt tegen middenoorontsteking (luisteren) en de ziekte van Menière, verder tegen keelontstekingen.

Het onevenwichtige kwikzilver kan het gemoed onstabiel maken, vandaag blij, morgen bedroefd; Mercurium werkt op het bloed, reguleert het hormonale stelsel en kalmeert de zenuwen, zowel in emotionele als mentale situaties.

Het is een medicijn voor zielsziekten, zegt Paracelsus (innerlijke vlam), speciaal wanneer de invloed van anderen moeilijk te verwerken is, ofwel niet te weerstaan. Een gebrek aan dit kwikzilver maakt volkomen ontworteld, wanhopig, onrustig. Deze ontworteldheid kan zich uiten in een vluchtig aanpappen met iedereen ofwel in een isolement. Men herkent hier de vlinder dan wel de pop.













ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN MERCURIUS KALIUM MURIATICUM (CARB.) EN KALIUM SULFURICUM




Bij de Gemini plaatst de astroloog het Kalium Muriaticum dat een bundelaar is van verbindingsvezels en slijm rond de cellen.

Het bouwt de spier- en zenuwweefsels op en is te gebruiken tegen alle slijmvliesontstekingen (Mercurius), neus-infecties (ademhaling) en verkoudheid (keel). Verder tegen opgezwollen klieren (hormonale stelsel) en oogontstekingen en tegen catarrale doofheid. Het kan het evenwicht van maagsap of speekseltoevoer herstellen.

Dit zijn dus verschijnselen die men bij een Mercuriustype of een kwikzilverstoornis kan tegenkomen. Kalium Sulfur werkt iets anders en past meer bij het introverte Maagdtype, dat zo dikwijls behoefte heeft aan reiniging. Het zout is onmisbaar bij het zuurstoftransport, een behoefte die Maagdtypen dikwijls hebben, nl. een verbintenis met lucht en licht, en maakt dat de wisselwerking met de betrokkene, via de huid, in stand blijft.

Hier ziet men dus een overeenkomst met het kwik: de middelaar tussen lucht, licht en warmte. De huid is een onderdeel van de persoonlijkheid, het ik. Iemand die last van zijn huid heeft, heeft moeilijkheden met zijn ego, wat dus verholpen kan worden door Kalium Sulfur.

Dezelfde gestokte wisselwerking zien we als er haaruitval, overvet haar, of een gestoorde bloedcirculatie zijn. Verder kan het helpen tegen nervositeit (verborgen of openlijk) en geheugenstoornis, een Mercurius symptoom dat nogal eens voorkomt, doordat de innerlijke kwikvlam niet brandend kan worden gehouden bij gebrek aan verbintenis met het Licht.

Tenslotte doet Kalium Sulfur hetzelfde als Mercurius indien het wordt aangewend tegen middenoorontsteking, de gestoorde wisselwerking van buiten naar binnen en omgekeerd. Kalium is op zich al een prima remedie tegen gespannenheid en een zucht naar oppepmiddelen. Het leert de betrokkene zich innerlijk te ontspannen, te luisteren en zich over te geven aan het enige goede, het Licht.

Door overdreven druk zijn en door isolement wordt de binding met het Licht verbroken. Kalium als maanzout bevordert het luisteren, het mediteren of overpeinzen, de innerlijke stilte en de overgave. Kalium ontspant en voert iemand terug tot de basis van zijn leven in het ene geval, in het andere geval dwingt het tot inkeer en tot uitdragen.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
[Back To Top]
admin
admin aug 9 '10
- Het Tin - Jupiter


Tin is een rangschikker en bedekt eigenlijk de onreinheden in het ijzer, nl. zijn putjes, en als één van de soldeerverbindings-elementen is het tin dus degene die het ijzer aan kan.

Jupiter kan Mars geleiden, zijn strijd bekoelen of verzachten, hoewel hij minstens zo'n grote persoonlijkheid is als Mars, hetgeen duidelijk uitkomt in zijn verzet tegen verhitting. Zijn kookpunt, dus het moment van zijn overgave, ligt op 2300°, wat hoger is dan het kookpunt van lood. Hieruit kun je opmaken dat Jupiter en zijn tin sterker vormgebonden zijn dan het ijzer en het hen bovendien verwondt als zij geforceerd worden gebogen: een staaf tin die men buigt schreit, maakt een vreemd scheurend geluid.

Tin behoort bij kerkklokken en de oude tinnen soldaatjes en bij het tongproeven. Het bevindt zich in het organisme vooral in de tong. Het proeven, het toetsen, is een onderdeel van de oerzonde van Jupiter, de gulzigheid: men neemt wat men lekker dan wel interessant vindt en neemt daarvan veel.

Jupitertypen kunnen zich in spirituele zowel als in lichamelijke zin overeten. Ook in de huid bevindt zich wat tin, als het orgaan dat het ik opsluit in zijn eigen omhulsel, de huid die als een tast- en gehoororgaan fungeert.

Luisteren met de huid gaat veel verder dan het luisteren met de oren. Denk aan het bekende kippenvel krijgen om iets dat men aanvoelt; de huid schermt af tegen de buitenwereld, en is iets zeer individueels, immers, niemand kan in een andermans huid kruipen. Tin lijdt onder dwang, zoals Jupitermensen zich verzetten tegen dwangmatigheid, of tegen onderwerping; zij kunnen afhankelijkheid moeilijk verdragen en in nood zullen zij zich slechts onder "geschrei" buigen.

Bij Jupiter behoort de lever, het orgaan dat zijn vervuiling of zijn onevenwichtigheid mededeelt aan de huid: deze wordt geel of er ontstaat uitslag. De huid is een uitscheidingsorgaan; mensen die innerlijk huilen of tegen hun verlangens inleven laten dit blijken door hun huid. Tin rangschikt, zoals de huid de mensen rangschikt naar leeftijd; de huid tekent de ervaringen op, getuigt van de vergleden jaren. Tin sorteert mensen onder de ervarenen dan wel onder de ledigen, door de huid te kerven, te verdrogen, te verslappen of van binnenuit te doen stralen.

Tong en huid, twee tinorganen kunnen zich op elkander instellen doordat de tong loos gebabbel of wijze woorden vormt, terwijl de huid lijnen gaat vertonen dan wel slap wordt.

Er zijn mensen die zich schamen voor hun rimpels, hetgeen niets anders betekent dan dat zij hun ervaringen willen verbergen ofwel hun te snelle ouderdom willen verhullen.

Beide kenmerken behoren echter bij het leven en de instelling tegenover dat leven. Tin zet zijn wil door en rangschikt, ondanks het verzet van de betrokkenen. Jupiter toont via het tin in de huid en in de tong, wie we werkelijk zijn.

Mercurius behoort bij de jonge mens, bij de levendigheid, het soms zelfs zorgeloze of het niet willen aanvaarden van zorgen. Jupiter behoort bij de oudere mens, degene die kan beleren, omdat hij de ervaringen optekende; het veranderlijke en het onstabiele vallen weg. In dat stadium kan iemand gaan lijden aan metaalmoeheid, d.w.z. niet meer willen veranderen door het opzien tegen iets nieuws.

Slechts de geestelijk wakkere mens vormt hierop een uitzondering. Jupiter is de idealist, hij houdt zijn pijl op de oneindige verten gericht, hij is Vader Ether die de natuur liefkoost en steeds weer opnieuw laat ontluiken.

De Grieken wisten hoe ze hun goden moesten uitbeelden: Mercurius de jonge god, vol van intense levenskracht; Jupiter de krachtige, stralende, volwassen godheid; Saturnus, de oude wijze, ingetogen god.

Tin maakt, via de huid, dat wij ons afscheiden van onze medemensen; dit is de verborgen arrogantie van Jupiter, die zich niet wil inlaten met iets dat hij beneden zijn waardigheid vindt. Lood en tin, Saturnus en Jupiter, werken samen in het afscheiden, en het afperken, zoals o.a. conservenblikken tonen.

Zilver en tin voegen zich samen om eetgerei te maken, althans in vroeger tijden.

Koper en tin vormen het brons, waarvan men standbeelden maakt, de imitatie, de beeltenis die op een afstand bezichtigd wordt.

Jupiter, als Vader Ether, de oppergod die zijn onderdanen vaak begiftigd met "groene vingers" en een feeling voor de natuur, interesseert zich slechts voor de groei en de expansie van het lichaam, het geschapene. Hij regeert over de bloedsomloop, over de pancreas, die de vetproductie en de koolhydraten-assimilatie regelt, en over de lever, het grootste orgaan op de huid na.

Zo bezit Jupiter in het organisme de organen die de levensfunctie het belangrijkste beïnvloeden. De lever als een contact orgaan met het aurisch lichaam of de ether; de huid als een contactorgaan met de stoffelijke sfeer.

Jupiter beheerst de groei in de natuur, dat geheimzinnige proces, dat nooit volledig is verklaard en laat zich door niets en niemand stuiten; hij zet het groeiproces door, zelfs in de meest nadelige omstandigheden. Wat Mars openlijk en bruusk doet, doet Jupiter verfijnder en verborgen. Het instinkt tot groei is het sterkste kenbaar bij de planten die, als men hen niet in bedwang houdt, de aarde voor zichzelf zullen opeisen.

Expansie behoort bij Jupiter als de pijl bij de boogschutter, maar ook als de Oceaan van Ea bij de Vissen. Jupiter is echter tevens de hersteller, daar intensieve groeikracht het schadelijke uitwerpt, de remmen overwoekert. Het groeiinstinct is een onhoudbare levensdrang. Jupiter begunstigt de innerlijke geneeskracht en degenen die geen zelfherstellend vermogen meer bezitten, een vermogen zoals men dat vooral bij natuurvolkeren, dieren en planten ziet, lijden aan een gemis aan Jupiter-kracht.

De mimicry, het zich aanpassen aan de omgeving, is eveneens jupiterisch, een eigenschap die Jupitertypen ook bezitten, hoewel dit slechts een zeer tijdelijke situatie is, daar zij zich innerlijk verheven blijven voelen boven degenen of datgene waarbij zij zich schijnbaar inschikkelijk aanpassen. Zoals in de natuur de mimicry tijdelijk is, zo is deze jupiterische aanpassing ook tijdelijk, indien deze blijvend zou worden door ongunstige omstandigheden, dan zou de Jupitermens zich heel ongelukkig gaan gevoelen en dit komt tot uitdrukking in de lever, in de spraak en meestal ook in de huid. Door zulk een gebonden situatie gaat Jupiter lijden, want deze begrenzing staat onder Saturnus, die Jupiter een "halt" toeroept. In de esoterie spreekt men van de saturnale "ring tot hiertoe en niet verder".

Jupiter kan zo zijn schepsels niet verder laten groeien dan Saturnus dit toestaat. In elk schepsel ziet men op deze wijze een gespannen gevecht tussen Jupiter en Saturnus, een strijd die altijd door Saturnus zal worden gewonnen, waarna Jupiter zich gedwongen gevoelt te vluchten in het ideaal, de verre einder, het: "als deze vorm mij niet belette, dan ....."

Is het een wonder dat Jupitertypen dikwijls goede leraren zijn, spelen kunnen met het woord, dromen kunnen uittekenen met klanken?

Saturnus wil zekerheid, onveranderlijkheid; Jupiter wil expansie, grensverbreking en bewijst dit in het lichaam door het soepel en beweeglijk te houden. Hoe ouder de mens wordt, des te minder Jupiter zich bewegen kan, en des te sterker Saturnus, de poortwachter wordt, de realiteit van de dood, de overgave.

Jupiter speelt met een gedachte aan een nieuwe sfeer, Saturnus dwingt tot overgave. Jupiter zal blij zijn bevrijd te zijn van de vorm en legt heel zijn expansiedrift dan in een ideaalbeeltenis over "het leven daarna" en het is dus zeer kenmerkend dat tin, het Jupiter metaal, gebruikt wordt voor kerkklokken, die oproepen tot een spirituele, abstracte sfeer.

Jupiters idealen, zijn filosofie, zijn wijsheid zijn echter altijd gebonden aan de natuur, hij probeert alles via die natuur te verklaren, probeert op natuurlijke wijze te genezen, verwijst altijd naar een inwonende genezer.

Als "de grote hersteller" is hij altijd bereid anderen in zijn idealisme mee te slepen, en erkent noch vernietiging, noch pessimisme, noch beletselen. Zijn stralende kracht kan door huid en tong worden getransporteerd en maakt van de lever een sterk herstellend, ontgiftend, sensibel orgaan.

Jupiter, als de stralende oppergod, is zich bewust van zijn kracht, wordt soms zelfs zelfgenoegzaam, is altijd hoogmoedig, hoewel dikwijls in het verborgene en erkent slechts één god naast zichzelf en dat is de zon.




HOMEOPATHISCH: STANNUM




Hoewel het tin zeer summier in het organisme aanwezig is kan het zonder tin toch niet bestaan en zouden er zonder dit tin vooral psychische verschijnselen optreden, die zeer ingrijpend kunnen zijn.

Het gaat bij het gebrek of het teveel aan tin altijd om pijnen, pijnen door een gespannen situatie met de vorm: aangezichtspijnen, sterk toenemende nerveuze pijnen, maagpijnen, pijnen in het onderlichaam, neuralgische pijnen. Deze pijnen ontstaan zodra de zieke lijdt onder een geremdheid van zijn geestelijke dan wel lichamelijke expansie-drift. Mensen die onder zware lichamelijke of geestelijke druk staan zullen hieraan gaan lijden.

Een tintekort uit zich ook door zwaarmoedigheid, een onophoudelijk huilen, dat minder kan worden indien er troost of aanraking (huid) aanwezig zijn.

Saturnus is de zwaartiller, Jupiter de optimist. Een belemmerde Jupiter, die wordt herkend in een tintekort, maakt pessimistisch, wanhopig, moedeloos, en heel dikwijls kan er suikerziekte ontstaan. Dan komt er een onevenwichtigheid tussen tin en zink; het zink controleert de lichaamsprocessen en is nodig voor het vormen van insuline.

In de pancreas zijn dus een goede verhouding tussen zink, tin, en ook chroom, noodzakelijk. Zink, als metaal van Uranus, werkt heel nauw samen met Jupiter. Tegen de voornoemde neuralgische verschijnselen en pijnen, tegen wanhoop, wordt in de homeopathie Stannum gebruikt.




ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN JUPITER

SILICEA EN FERRUM PHOSPHORICUM




Als eerste komt Silicea in aanmerking dat bij de Boogschutter past, als tweede is er Ferrum Phosphoricum dat bij de Vissen behoort, die lichamelijk onder Jupiter en geestelijk onder Neptunus worden gerangschikt.

Silicea is een product van Jupiter en het kalmeert de Boogschutter, daar het zijn opgespaarde verontreinigingen, gekregen door irritaties, eruit werkt. Het stimuleert de lever, een Jupiter-orgaan, zodat de levenslust op peil blijft.

Silicea vindt men veel in de aardkorst, maar ook in de kosmos, het heeft dan ook lichamelijke zowel als psychische invloed en helpt de Boogschutter weerstand te vinden tegen invloeden van buitenaf, die hem van zijn doel zouden kunnen afleiden.

Het wordt vooral aangewend bij haar-, huid- en nagelaandoeningen, maar ook gebruikt indien er ongemotiveerde faalangst is, dus indien het zelfvertrouwen is aangetast. De Silicium-mens is schrikachtig, gevoelig, daarnaast gauw geïrriteerd en haat tegenspraak, dus eigenschappen die we moeiteloos bij het Boogschuttertype kunnen vinden.

Zoals Silicea belangrijk is voor de aardkorst zo is het ook belangrijk voor de huid: het heelt jeuk en herstelt oude littekens, versnelt het genezingsproces van de huid.

Boogschutters hebben een "gevoelige huid" en dikwijls "lange tenen", dus ook een gevoelige ziel. Hun zenuwstelsel is nooit erg sterk en vele ziektebeelden ontstaan mede door een aangeboren zwak zenuwstelsel. Silicea blijkt vaak de oplossing voor psychische en lichamelijke kwalen, die voortkwamen uit een doorboring van de beschermende lichamelijke en psychische afweer die iedereen moet bezitten.

In Ferrum Phosphoricum zien we Jupiter meer in zijn beheersing van de bloedsomloop en het slagaderlijk bloed.

Ook hier gaat het om zwellingen, maar nu vooral met verkleuringen van de huid. Bij een tekort aan ijzer gaat het bloed sneller circuleren, de bloedsomloop wordt gestoord, er ontstaat koorts, onrust, ademhalingsversnelling. Hier is het Jupiter die onrustig wordt door een ontkrachting. Gebrek aan zuurstof belet hem zijn activiteit in de juiste harmonie te volvoeren; Ferrum wordt aangewend tegen bloedingen (krachtverlies), moedeloosheid (geremde Jupiter) en bloedarmoede (een gevolg van een onenigheid tussen Jupiter en Mars).

Vissen zijn koudbloedige dieren; indien Jupiter in een Vissentype wordt geremd, worden zij "bloedeloos", kouwelijk, krachteloos, moedeloos, kortom, hun idealisme is totaal uitgeblust. Phosphor en ijzer, twee Marselementen helpen Jupiter op de been, daar beide expansie, groei, zelfbevestiging beogen. Het sterke martiaalse Ferrum Phos. maakt de Vis, dat afhankelijke dier, dat zich mee laat drijven op de Oceaan van Ea, zelfstandiger en individueler.

Vissen hebben over 't algemeen gebrek aan ijzer en moeten attent blijven op al de mineralen die in het water thuishoren. Een heldere, mineralenrijke Oceaan van Ea is onontbeerlijk om hen gezond te houden.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
admin
admin aug 9 '10
- Het lood - Saturnus


Zoals door het voorgaande is gebleken is Saturnus een beperkende planeet, degene die zekerheid, vastheid en klaarheid wil. Deze eigenschap toont hij zeer duidelijk in zijn metaal: het lood.

Hoewel het een onooglijk en eigenlijk zeer waardeloos metaal is, wordt het toch op allerlei gebied gebruikt en zou er zonder het lood vreemde situaties kunnen ontstaan. Lood heeft duidelijk een beschermende functie, zoals Saturnus beschermend en afremmend is, kwaliteiten die toch dikwijls nodig kunnen zijn. Saturnusplanten zijn zelden schitterend, maar zij werken wel afkoelend en remmend.

Lood verdedigt de mensen tegen het uranium, dat zij nog niet kunnen verdragen, daar het een voortbrengsel is van de mysterieplaneet Uranus. Hoewel astrologisch Uranus nogal eens wordt inbegrepen in de horoscopische uiteenzettingen, zijn de mysterieplaneten Uranus, Neptunus en Pluto toch heersers, die behoren bij een ander soort wezens, n.l. spiritueler, onbegrensder, niet gevangen binnen de saturnale ring van "tot hiertoe en niet verder".

Bestralingen met uranium en plutonium worden volvoerd met inachtname van het beschermende loodomhulsel. Een bewijs dat de mensen "loden" wezens zijn en voor hun instandhouding op het lood zijn aangewezen. Niet voor niets zijn röntgenstralen zo funest, zij breken door een begrenzing van de aardse schepselen en vernietigen daardoor levende cellen. Men noemt kanker wel eens een plutonische ziekte, maar hij is altijd het gevolg van een anarchie van de betrokkene, een geestelijke anarchie die zich in het organisme uitdrukt, een nutteloze ontsnappingsmogelijkheid, omdat elk schepsel zich moet houden aan de begrenzingen die het, via de natuur, zijn opgelegd.

Pluto is de gewelddadige, forcerende verbreker. Zijn gewelddadigheid valt weg en wordt procesmatig bij diegenen die innerlijk reeds een grens overschreden hadden, dus die een spirituele verandering hebben ondergaan. Kanker grijpt altijd spiritueel gevoelige mensen aan, en vooral hen, die revolteren tegen een geestelijke gevangenname, en deze revolte nooit vervingen door een acceptatie.

Saturnus is de enige die het plutonische en uranische geweld kan tegenhouden; mensen die aan dit geweld noodzakelijkerwijze worden blootgesteld hebben zich nooit bij de vorm, hun begrenzende omstandigheden, of hun geestelijke verdrukking kunnen neerleggen. Zij rebelleren tegen Saturnus, de wachter. Maar een gevangenis kan beschermend werken indien de gevangene geen afweer heeft tegen vreemde invloeden.

Terwille van een zelfbescherming kan dan de gevangenis noodzakelijk zijn, zoals dus herkenbaar is in de bescherming tegen de ons vreemde stralen van de mysterieplaneten, waar Saturnus' lood de wacht houdt.

Saturnus probeert iedereen binnen de grenzen te houden, vandaar dat hij een voorstander is van dogma's, conservatisme, onveranderlijkheid. Lood heeft de taak iets op of in te sluiten.

De oude boekdrukkunst liet dat zien door de loden letter: een idee of begrip werd in loden letters opgesloten. In elk boek staat wel: "verboden uit deze uitgave iets over te nemen".

Saturnus behoort bij het vastgelegde schrift, de onveranderlijkheid. Hij regeert het gebeente en onze vorm, datgene dat ons beperkt, maar ons ook maakt tot degenen die we zijn. Saturnus is op zichzelf gericht, egocentrisch, en behoort bij de aarde. Lood is een zwaar metaal.

Wij zeggen: "ons hart weegt als lood" of "ik ga met loden schreden", om de zwaarte en de tegenzin aan te duiden. Tegenzin tegen dat wat komen gaat: de mogelijke verandering. Saturnus is dus middelpuntzoekend, hij zoekt steun in zichzelf, in de vorm, in de realiteit, in dat wat is.

Het is begrijpelijk dat de Gierigheid zijn Oerzonde is, want gierigheid is egocentrisch, geeft schijnbare zekerheid door het verzamelen, het ophopen, en weert uitstraling af. Niemand mag het zien uit angst dat er iets gaat veranderen, dat er iets ontnomen zal worden.

Gierigheid en egocentriciteit sluiten licht, de openheid, de mogelijkheid tot verdeling, uit. Iemand die zich uitsluitend naar binnen richt beperkt zijn groei door gebrek aan uitwisseling met de natuur, met de kosmos, met het licht.

Daarom verbindt men Saturnus met duisternis, zwaarte, verdichte materie.

Een teveel aan lood in het organisme, mogelijk ontstaan door uitlaatgassen of conservenblikken, geeft loodvergiftiging en dit bevordert een verouderingsproces. Teveel lood stoort dus de jupiterische groei-expansie, en leidt tot verval, een controverse met Jupiter. De levensgeest of de innerlijke Genezer wordt buiten spel gezet, levenskracht wordt onttrokken. Dit is wat men "dood" noemt, een stilzetten van het existentie-proces. Een teveel aan Saturnus leidt tot zelfvernietiging, de eigen energie opvreten en de weigering om andere energie toe te voeren.

Als iemand een loodkleur krijgt betekent dat altijd dat het levenslicht wordt buitengesloten. De uitdrukking "hij is plomp" (het Franse plomb - lood) wil zeggen dat iemand naar lichaam en geest zwaar is. Vandaar dat saturnale typen doorlopend bezieling, licht, nodig hebben om niet in lichtloosheid, in innerlijke zwaarte, onder te gaan.




HOMEOPATHISCH: PLUMBUM ACITUM




Een organisch loodtekort is herkenbaar aan een overgevoeligheid van de huid: de begrenzing is niet in orde. Er is dan tevens niets in orde met de vorm: de ledematen trillen of zijn verlamd; precies zoals de levensgeest verlamd is en men overgevoelig kan zijn voor ieder woord, doordat men zich alles aantrekt en het in gedachten zo vervormt dat het altijd betrekking heeft op het eigen zelf.

De ledematen kunnen ook gevoelloos worden en er komt dan een intense angst voor verlamming; onderwijl is er een sterke vermagering, de levenssappen trekken weg, het leven wordt eruit geperst.

Plumbum werkt op het skelet en het ruggenmerg, steunt aldus de vorm. Mensen die geen zeggenschap meer hebben over hun vorm: hysterie, nerveuze verlammingen, spiertrekkingen (vaak bij neurasthenie) kunnen geholpen worden met Plumbum Aciticum (loodsuiker). Vanzelfsprekend is hier de homeopathische verdunning noodzakelijk, daar lood zeer giftig is.

Sterk saturnale typen kunnen zichzelf ook vergiftigen.

Een minimum aan lood is noodzakelijk voor het skelet.




ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN SATURNUS CALCIUM PHOSPHORICUM EN NATRIUM MURIATICUM




Kalk en zout (Calcium en Natrium) zijn zeer nauw met elkander verbonden; in de geneeskunde is een behoefte aan kalk te herkennen in een verlangen naar zout; een onthouden van zout kan uitlopen in een kalkgebrek.

Zowel een tekort aan zout als een tekort aan kalk verzwakken het ego (Saturnus).

Calcium Phos. behoort bij de Steenbok, Natrium Mur. behoort bij de Waterman, die in zijn vormelijkheid bij Saturnus behoort, hoewel hij dit verfoeit en liever Uranus, de Oervader als heerser zou erkennen. Niettemin is hij in zijn gesteldheid op de vorm zuiver saturnaaI, hoewel hij in zijn idealisme uranisch is. Zoals echter reeds gezegd, de saturnale mensheid komt nog niet in aanmerking voor de mysterieplaneten.

In de Waterman strijden Saturnus en Uranus, en het eindigt altijd in de ontmanning van Uranus door Saturnus, zoals de Griekse mythe vertelt. De Steenbok vindt echter hulp bij kalk en phosphor, Saturnus en Mars, omdat hier het strijdende element van Mars de enige mogelijkheid is om de saturnale, ziekelijke beperking te doorbreken.

Calcium Phos. geeft zekerheid, houdt emoties en paniek in bedwang zodra dit saturnale type zich "ontworteld" gevoelt; het is de bouwer van het geraamte, de bouwer van alle beperkende organen: de nagels, de huid, het harde gebit. Het maakt de vorm sterker, psychisch en lichamelijk, en steunt de ruggengraat zodat de lijdende weer kan staan.

Calcium phos. werkt echter het beste in samenhang met zonlicht en vitamine C., de levensvitamine. Hier zijn dus duidelijk het zo ontbrekende licht en de levenslust (vit. C.) noodzakelijk om tot een optimaal resultaat te komen.

Calciumfosfaat helpt ook bij het stollen (saturnaaI) van het bloed en gaat reuma tegen (versneld verouderen, krom gaan).

Het is dus een duidelijke tegenwerker bij een teveel aan saturnale begrenzing, en dit vooral door de hulp van het phosphor. In het organisme is de verhouding Calcium-Phosphor als 2 - 1, noodzakelijk voor een juist evenwicht in alle levensprocessen.

Natrium Mur., het zout van de Waterman, is een reinigend zout, dat de Waterman nodig heeft om zijn innerlijke tegenstrijdigheid te neutraliseren. Hij is immers de mens van de schijn, vooral van de schijn-heiligheid, niet opzettelijk, maar omdat in hem een gevecht woedt tussen Saturnus, de stoffelijke materie, en de geest, Jupiter en zijn idealisme. Het beste compromis lijkt hem dan de schijn op te houden, voornamelijk als zelfbedrog.

Natrium Mur. haalt giftig water weg uit de weefsels, droogt dus op, d.w.z. maakt saturnaaI, verhardt. Vandaar dat het ego-sterkend is. Een ontaarding van Saturnus kan ook uitlopen in allerlei opkroppingen, het bewaren van de lichaamssappen en vochten, die, als stilstaand water, zichzelf vergiftigen.

Een zoutloos dieet maakt slaperig, weerloos. Een tekort aan natrium kan ook resulteren in een gebarsten huid, al te sterke uitdroging. Hier is het bekende keukenzout een goed voorbeeld: het trekt vocht aan en wordt vloeibaar; het kan ook zozeer uitdrogen dat het rulle, harde kristallen worden.

Natrium Mur. dringt tot realiteitszin, geeft weerstand, bepaalt bij de vorm. Het wordt o.a. in hoge potenties aangewend tegen drugsverslaving. Zout is saturnaaI, maar er leeft een verborgen vlam in, zoals bij Calcium Phos. Iemand die Natrium Mur. nodig heeft zal beslist zijn beperkingen moeten inzien en deze vooral moeten leren accepteren.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
admin
admin aug 9 '10
- Het zilver - Maan

Zilver is een onontbeerlijk metaal in het organisme, vooral voor de hersenen. Het is noodzakelijk voor de weerkaatsing, vandaar dat het medisch op de ogen en op de hersenen werkt.

In de fotografie getuigt zilver duidelijk van zijn gave voor het weerkaatsen: er wordt in een donkere kamer gewerkt om beelden, die via licht werden opgenomen, te ontwikkelen, het slot is een weerkaatsen van hetgeen het fotografisch oog heeft gezien.

De maan is de enige echte plaatsvervanger van de zon, de vertegenwoordiger tijdens zijn afwezigheid. De oude maanreligies behielpen zich met haar stralen en meden graag zonlicht, zoals bij sommige occulte praktijken eveneens het geval is. Er is dan sprake van een imitatie, een zich behelpen.

Het weerkaatsen is echter een middel tot het doel, het is niet het doel zelf. Dit zie je met een spiegel: met behulp van de spiegel, waarin zilver is verwerkt, zie je het doel, maar de spiegel is het doel niet.

Het lood en het zilver hebben gemeen dat zij annex zijn met een beperking: de ene met een letter b.v. de andere met een beeltenis, beide leggen vast in een vorm. Looderts en zilvererts worden dikwijls in dezelfde streek gevonden en in looderts treft men vaak zilversporen aan.

Maan en Saturnus blijken dus een overeenkomst te hebben.

Inderdaad is dit zo. Vooral in de afhankelijkheid, die hun beperking vormt. Zij worden beide in een ondergeschikte positie aangewend, zijn dienstbaar aan een doel. Het lood is een bewaker: "verboden iets over te nemen uit deze uitgave", Saturnus bewaakt zijn vorm. Het zilver zoekt een te weerkaatsen beeld, het is beweeglijk, veranderlijk, laat zich leiden door zijn innerlijke drang om te weerkaatsen of te imiteren.

De maan zoekt zichzelf niet, maar zoekt te weerkaatsen.

Vandaar dat de Oerzonde Luiheid zo goed bij de Maan past. Zij sterkt de emotionele drang tot het zoeken naar een mooi, haar welgevallig beeld en maakt zich dan dienstbaar aan zijn weerspiegeling. Dit is een vorm van luiheid. Er is geen zelfwerkzaamheid, geen actieve vervolmaking van het eigen wezen, maar een zich overgeven aan een vreemde beeltenis en daarin totaal opgaan.

In de persoonlijkheid beheerst de Maan alle emoties en alle reflexen, onbewuste handelingen die geen denkconcentratie als aanzet hebben. Hier is dus weer de ondergeschikte positie duidelijk. Er is sprake van een reflex, een onbewuste weergave.

Ook is de Maan inherent met de gewoonten en de gewoonte-vorming, (een analogie met Saturnus) en heerst zij over alle vloeibare substanties in het lichaam, zoals water, urine, zweet, bloedplasma. Daar waar de Maan doet vloeien, daar kristalliseert Saturnus en toch hebben zij hun gehechtheid aan de vorm gemeen.

Maantypen moeten ingebed worden, voor hun behoud, anders "stromen" ze weg onder de invloed van hun emoties. Vandaar dat ze op zoek gaan naar een houvast, een "beeld", een vorm die hen binnen de beperkingen kan houden.

De Maan is dus het symbool van de emoties, maar wordt ook wel de heerseres van de ziel genoemd, van de natuurziel, van datgene wat het ego inhoud geeft, van het etherische wezen.

De alchemisten zetten bij de ziel niet het zilver, maar het kwikzilver, het levende zilver. En dat is Mercurius. Hier is er een onderscheid tussen de goddelijke ziel en de stoffelijke ziel, die ieder schepsel en iedere schepping bezit. Zij beheerst de instincten en de begeerten, dus de natuurlijke emotionele driften en de emotionele hebzucht, die met zelfhandhaving heeft te maken. Dit is weer een overeenkomst met Saturnus.

De Steenbok houdt zich aan de rots vast, de Waterman aan zijn schijn en de Kreeft aan een beeld dat hij weerspiegelen wil, een vorm waarop hij wil lijken.

Maantypen zouden intuïtief kunnen zijn, maar zijn daarvoor te onzeker, te angstig, schuwen het licht dat hen kan verhelderen; zij doen echter wel iets met het licht, zoals de reflector dit doet, zij zetten om, maar hun gereflecteerde beeld is altijd tegengesteld aan de werkelijkheid, zoals men dit eveneens bij een spiegel ziet.

Deze "omzetting" kan ten goede dan wel ten kwade uitwerken. Maantypen zullen onwillekeurig de waarheid omzetten, dat wat zij navertellen omdraaien, zodat er sprake kan zijn van een verdraaiing van de waarheid. Dit niet uit kwaadwilligheid, maar uit een natuurlijke drang. Zij kunnen zeer veranderlijk, dan weer het ene dan weer het andere ego weerspiegelen, zoals de maan veranderlijk is.

Vanzelfsprekend hebben zij de opdracht om het ware zijn, het ware licht te weerspiegelen. Zoals Saturnus de waarheid eert, zo eert de Maan al hetgeen zij waarneemt en reflecteren wil.




De Maanmens is lijdzaam;

de Marsmens strijdt;

de Loodmens wantrouwt;

de Kopermens geeft zich over;

de Kwikzilvermens vlucht;

de Tinmens weent.




HOMEOPATHISCH: ARGENTUM NITRICUM




Argentum Nitricum is één van de meest effectieve kalmerende middelen voor het gemoed, dus voor de emoties.

Iemand die beangst wordt door hoogten, die last heeft van doorlopende bindvliesontstekingen (oog - maan), die bang is om alleen te zijn (zonder beeltenis), die overhaast is (zoekend) en bang is om in massa's te worden verdrukt, kan geholpen worden met het homeopathische zilver. Het is een troostend middel; degenen die dit zilver nodig hebben houden ook van zoet, tonen zo hun behoefte aan troost, liefde, waardering.

Iemand die een zilvergebrek in het organisme bezit, voelt zich zwak, incompetent om te weerspiegelen, de "spiegel" is dof geworden, b.v. het oog en de ziel. Als deze mens zijn ogen (spiegels van de ziel) sluit, wordt hij erg angstig, is bang voor vallen of duizelig worden. Interessant is dat het tegenmiddel van Argentum het Natrium Mur. is, het middel van de Waterman, het ego-sterkende middel.

Saturnus en Maan completeren elkander hier dus ook.




ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN DE MAAN CALCIUM FLUORIDE




Uit het voorafgaande werd duidelijk dat Saturnus en Maan veel met elkander gemeen hebben en elkander kunnen completeren.

In het Kreeftzout Calcium Fluoride wordt dat ook zichtbaar, want Calcium is saturnaal, terwijl Fluoride onder de Maan staat. Het helpt de elasticiteit van het bindweefsel te behouden en het versterkt de spieren. Alles wat een neiging naar uitzakken heeft kan hersteld worden door Calcium Fluor.: zoals aambeien, spataderen, paradentose. Het is hier dus een echte Kreefteigenschap: het uitzakken, het gebrek aan individualiteit en de pit die het ego samentrekt, de weerstand.

Calcium Fluor helpt Saturnus bij het beenderstelsel en de gebitvorming en gaat cystevorming tegen. Vertroebeling van de ooglens kan verholpen worden en ook botwoekering wordt tegengegaan. Het is een prima middel om de elasticiteit van de huid te bewaren; maar het gaat ook te sterke emotionaliteit tegen (kalk).

Kreefttypen zullen gauw last hebben van verhardingen, gezwellen, oedeem, gewrichtskapselpijnen, vergroeide pezen, opgezwollen gewrichten.

Fluor. is een Maanmineraal dat veel in gewone thee wordt aangetroffen, zodat om dit element in het organisme aan te vullen men slechts elke dag een kopje thee behoeft te drinken.

Calcium Fluor werkt nauw samen met Silicea (kiezelzuur), dat ook een middel voor de botten en tegen emotionaliteit is.

Silicium behoort bij Jupiter, de veranderaar, de idealist, de groeistimulator. Ook voor de Kreeft is hij dus een redder, net als voor de sterk saturnale typen.

Tijdens zwangerschap geen Calcium Fluor innemen, maar liever Silicea.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene
admin
admin aug 9 '10
Het Goud - Zon


Driemaal twee metalen completeren elkander in de reeks van 6: koper en ijzer, kwik en tin, zilver en lood.

Goud staat op zichzelf en is net zo edel als zijn Oerdeugd: de Innerlijke Adeldom of de Hoge Moed en net zo geïsoleerd als zijn Oerzonde de Hoogmoed of de arrogantie.

Als men metalen gaat vergelijken met edelstenen wordt goud altijd op één lijn gesteld met de diamant. Alle metalen hebben een dienende functie, maar het goud, integendeel, is er om bewonderd te worden, het maakt zich aan niets ondergeschikt.

De goudkleur is van een verzadigd geel, het goud verzadigt zich aan zichzelf, zoals de Zonnemens genoeg heeft aan zichzelf en dikwijls zichzelf centraal stelt. In de kunst is de goudkleur een moeilijk weer te geven tint, het straalt van binnenuit, zodat hier altijd de ziel van het metaal weergegeven zal moeten worden. Zoiets kom je nog slechts tegen op middeleeuwse religieuze schilderijen; de straling en de kwaliteit van de goudkleur zijn in overeenstemming met de metaalwaarde, de kwantiteit aan goud die in het voorwerp werd verwerkt, want goud moet men vermengen met een minder edel metaal, omdat het op zichzelf te zacht is om te worden verwerkt.

De uitstraling of het fluïdum van een mens zal in overeenstemming zijn met de harmonie, of de overheersing van zijn organische metalen en hun trawanten, de twaalf celzouten. Goud moet mat zijn om zijn waarde te kwalificeren, blinkend goud is minderwaardig goud. Eigenlijk zou het goud nooit verlaagd mogen worden tot handelswaar, daar het van oudsher een waardige functie op aarde had, b.v. als ornament voor religieuze bouwwerken of als materiaal voor religieuze voorwerpen.

De Zonnemens gedraagt zich hier naar; onbewust stelt hij zich boven onbenulligheden of profane gedragingen, zodat zijn houding gezien wordt als arrogantie. Hij vindt zichzelf voor veel dingen te goed, of boven veel mensen verheven.

In oude tijden was het de gewoonte religieuze beelden uit goud te vervaardigen, later behielp men zich met vergulden, daar het echte goud te kostbaar werd en vooral als handelswaar werd beschouwd.

De roeping van het goud lijkt te zijn vergeten en te zijn weggedrongen naar de achtergrond, tegelijkertijd met de popularisering van velerlei heilige, spirituele waarden. Het zich spontaan wenden tot het Licht is de reactie van een "gulden" innerlijk, doch na het verlies van dit spontane gouden gedrag kwam de eerste plaats aan de geestelijke aspiratie, die de inspiratie totaal verdrong.

Een Zonnetype is altijd een zeer individueel mens. In de techniek moet men stofgoud samenvoegen door kwik aan te wenden, zodat hier een taak voor de "boodschapper" werd gevonden. Mercuriustypen worden dikwijls gebruikt om dat wat verdeeld is samen te voegen, doch ook het tegendeel kan gebeuren, nl. dat de "giftige" Mercurius dat wat samen is uiteendrijft.

De opdelving van het gouderts bracht een nieuwe mensheidsperiode, nl. die van begeerte, egocentriciteit, en die van het klatergoud, de schijn en de imitatie. De tijd van de afgedaalde goden was voorbijgegaan, nu kwam de episode van de namaakgoden, van hen die door "klatergouden" ceremoniën de goden imiteren, daar de geestelijke adeldom reeds lang was heengegaan.

Hierin is eigenlijk nooit verandering gekomen. Tot aan de dag van vandaag wordt er nog genoegen genomen met "klatergoud", hoewel er een eerste aanzet is tot de nostalgie naar het verloren gegane edele geestelijke goud. Zoals het stoffelijke goud te zacht is voor bewerking en men dus altijd zoekt naar legeringen, zo is de zachtmoedigheid van de geestelijke mens ook te zacht voor de grofheid van de materiële wereld, zelfs het "gulden" hart is daar te zacht voor.

Voor versieringen wordt het goud splintersgewijs aangewend, anders laat het zich niet gebruiken. Het is een kenmerk van de geestloosheid dat de kerken vol zitten met mensen die loze ceremoniën als spiritualiteit aanvaarden, of dat de sekten zich volstouwen met kostbare, gouden flonkeringen en vergulde symbolen, opgeluisterd door gewoontehandelingen, terwijl in de maatschappij de banken volgestouwd liggen met materieel goud, als een blijk van macht.

In deze beginnende Aquariustijd ontmoeten twee uitersten elkander: de zucht naar materieel goud tegenover het verlangen naar de spiritualiteit, het innerlijke goud van weleer.

Wanneer de popularisering en de ontluistering van het edele goud hun diepste punt hebben bereikt, terwijl de macht van het materiële goud op zijn toppunt staat zal de vernietiging toeslaan door middel van Pluto, het plutonium, met als eerste assistent Uranus en zijn uranium.

Goud staat voor absolute hoogte dan wel voor absolute diepte: in de diepste diepte is het egocentriciteit, de teruggang naar Saturnus, op de hoogste hoogte is het wijsheid, de zelfverloochening in het Antimonium, de "verloren zoon", de achtste onder de metalen, maar dan een zoon waarin noch enig lood noch enig goud achtergebleven is.

Wat het lood is op het stoffelijke is Antimoon op het geestelijke vlak. Een goud-oplossing van 1 op honderdmiljoen kleurt het water nog duidelijk purper. Purper is de heilige kleur der ouden, de kleur van spiritualiteit. In glas-en-lood vindt men in het purperen glas duidelijk goudsporen. Goud is het zwaarste metaal met het soortelijk gewicht 19 (zonnegetal) , hoewel je er zulke fijne draadjes van kunt maken dat deze voor het blote oog onzichtbaar zijn.

Zwaarte en onzichtbaarheid verenigen zich dus in het goud, zoals de zwaarte van Saturnus en de lichtkracht van de Zon zich verenigen in de waarlijk "gouden" of spirituele mens, doch eveneens terug te vinden zijn in het Zonnetype, dat hoogmoedig egocentrisch is, hoewel het een vaak sympathieke, soms sterke, hoewel afstand houdende uitstraling bezit.

Zon en Saturnus, als Chrestos en Satan, de Zoon en de gevallen god verenigen zich hier. Materie en geest; materieel goud en spiritueel goud. Materieel goud verleidt de mensheid tot misdaden, spiritueel goud verheft, maakt onaards, verleidt vaak tot het spreiden van een aureool om iets, dat er in werkelijkheid niet is.

Momenteel schreeuwt het orgaan van de Zon, het hart, om aandacht; het is het "goud" des harten dat verwaarloosd werd en zo leidde tot volksziekte nr. 1, de hartaandoeningen.

Menselijkheid behoort bij het "gulden" hart en menselijkheid is het tekort van, de technische 20-ste eeuw. Geestelijke adeldom is een innerlijke levensbehoefte van natuur en schepsels, zoals het hart de levensklop van het menselijke schepsel betekent.

De Zon is uitstraling, een pulserende ster, die onontbeerlijk is voor het zijn van alle dingen en van de planeten van het zonnestelsel, die om de zon draaien. Centraliteit en uitstraling zijn zijn kracht.

Egocentriciteit in het divergeren; het van zich af stoten, nooit het tot zich trekken en het in zich opnemen. Het is het toppunt van individualiteit, het los van alles en van zichzelf zijn. Zoals Saturnus naar de aarde trekt, een middelpunt, zo heft de zon op: zijn kracht is omhoog gericht. Zelfbeheersing in het Zonnetype kan ontaarden in een masker waarin hijzelf gaat geloven, of in een uitstraling die hij ondanks alles in stand houdt. Het zal hem nooit aan eigenwaarde ontbreken, zelfs in de meest benarde omstandigheden en op het laagste niveau zal dit type altijd een eigenwaarde bezitten, waardoor hij zich isoleert van de anderen.

Saturnus trekt zich alles aan, want hij is aantrekkend en samenbindend, de Zon stoot alles af, trekt zich eigenlijk terug van de aardse beslommeringen, hij wil alles overzien, alles doorstralen, en nooit in zichzelf opnemen. De Zon symboliseert in het organisme de vitaliteit en de hartslag, d.w.z. de levenskracht; in de oudste astrologie kende men de Zon veel meer waarde toe dan heden, omdat men ervan uitging dat de Zon de verborgen, de innerlijke mens symboliseerde, aan wie alle andere planeten en aspecten ondergeschikt moesten zijn.

Deze Zon was de immer wederkerende, de eeuwig zijnde, dus het ging hier om het spirituele zijn, het: wie de mens werkelijk is, degene die aan het rad van geboorte en dood is geketend, d.w.z. de ziel en haar incarnaties door de eeuwen heen.




HOMEOPATHISCH: AURUM




In de homeopathische therapie wordt Aurum, goud, merkwaardigerwijze speciaal aangewend wanneer er sprake is van een geestelijk religieuze crisis.

Iemand die zijn "geloof", zijn geestelijke houvast heeft verloren, wordt geholpen met Aurum, maar ook iemand die godsdienstwaanzin heeft, dus die, analoog met het Zonnetype dat coûte que coûte het aureool van spiritualiteit handhaaft, de geestelijke realiteit totaal heeft verloren.

Wat Saturnus in de stof is, is de Zon op geestelijk gebied. Hij is de motor van ons zonnestelsel, zoals Saturnus de bewaker is. De Zon staat centraal, Saturnus verblijft aan de uiterste grens.

Indien de mens zijn innerlijke centrum heeft verloren, is hij ofwel waanzinnig, ofwel overdreven religieus, waardoor hij te pas en te onpas in gebed verzinkt, ofwel hij heeft sterke zelfmoordneigingen, de zelfvernietiging, die in het Zonnetype herkenbaar is door een ledige arrogantie, het zichzelf vergelijken met een god, het wedijveren met God, de oorzaak van de val, waarbij de god Lucifer (Saturnus) zijn vleugels verloor.

Zij die volkomen buiten de wereld staan door een irreële voorstelling, en zij die een eenzaamheidssyndroom hebben (hier eveneens vergelijkbaar met Saturnus) zij worden geholpen met gouddruppels. Het zijn vooral de gemoedsbezwaren die hier de boventoon voeren, die uitmondden in het zich overbodig of nutteloos gevoelen, wat steeds voorkomt bij sterke typen die hun draai niet hebben kunnen vinden en hun "geloof" hebben verloren, ofwel in een situatie zijn geraakt waarin zij een onbelangrijke plaats moeten innemen.

Het is altijd het gevolg van een gekwetste eigenwaarde, een dwangmatige achteruitstelling of een geforceerd verlies van een religieus houvast.




ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN DE ZON MAGNESIUM PHOSPHORICUM




Bij het uitgesproken Zonnetype de Leeuw behoort het Magnesium Phosphoricum. Magnesium staat onder de Zon en Phosphor behoort bij Mars.

Hier is dus sprake van een strijdbaar maken van de innerlijke mens (Zon). Magnesium en Phosphor vormen een merkwaardige vereniging. Het Magnesium is een zacht, vriendelijk materiaal dat de uitverkorene was van de oude alchemisten, omdat het de middelaar tussen geest en stof werd genoemd, tussen etherische en stoffelijke vorm.

Het werkt dan ook in de eerste plaats op het zenuwstelsel, dat een middelend orgaan is, specifiek het vegetatieve zenuwstelsel, dat bij Zonnetypen nogal eens het lijdende orgaan kan zijn, omdat zij zichzelf geestelijk zouden kunnen forceren. Daarnaast is het Magnesium een kalmerend mineraal bij uitstek voor een nerveus hart, en het toegevoegde Phosphor is eigenlijk het "licht", dat dit hart opnieuw zou moeten ontsteken, zodra het zijn waan, zijn valse voorstellingen heeft overwonnen.

Magnesium werkt ontspannend en ontkrampend (ook bij psychische verkramping) en geeft het zelfvertrouwen, dus het gevoel van eigenwaarde dat het Leeuwtype zo nodig heeft, weer terug. Alle verkrampingen, onverschillig waar, worden opgeheven, inclusief het bij dit verkrampte type te vroegtijdige ontwaken, zodat er altijd een tekort aan slaap is.

Het kan helpen bij reukverlies, waarbij het geassisteerd wordt door de vitamine A (Zonnevitamine) en het zink van Uranus, de mysterieplaneet. Overgevoeligheid voor Zon of warmte zijn tevens een teken van behoefte aan Magnesium Phos.; daarnaast werkt het tegen voedingsstoornissen en zenuwtrekkingen, hetgeen bewijzen zijn van een onevenwichtigheid van die organen die het aardse "zijn" bevestigen.

Magnesium Phos. is net iets anders dan dolomiet, de vereniging van Zon en Saturnus (magnesium en kalk). Hier heeft de betrokkene geen behoefte aan Saturnus, maar integendeel aan strijdbaarheid en licht, vooral veel licht, lichtend magnesium en lichtend fosfor, dat vooral op de intelligentie werkt.

Magnesium is een prima kalmerend middel, dat tegelijkertijd ontspant en stimuleert en noodzakelijk is voor de stofwisseling van kalk, vitamine C, natrium, kalium, en fosfor, dus het hele levensorganisme in beweging brengt.

Het zet het bloedsuiker in energie om, verwijdert verkalkingen (stenen) en zuivert de aderen van kalkafzettingen.

De typische psychologische spijsverteringsstoornissen, zoals gebrek aan eetlust en bedorven eetlust heft het op, maar men moet het nooit direct na de maaltijd nemen, omdat het de zuurgraad van de maagsappen verlaagt. Wel bij brandend maagzuur.

Alcoholici hebben extra behoefte aan Magnesium. Godsdienstwaanzinnigen zijn net zo "verslaafd" als alcoholici en verslaafd zijn aan iets ligt het Zonnetype zeer. Al zou het maar zijn aan de ene of andere religieuze, of voedingsafwijkende opvatting. Verslaving in de zin van "alles of niets" en een totaal vergeten van de begrenzingen.
1970 - 2008, copyright Henk en Mia Leene

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki