Loading...
nl

Mijn verhaal over een vorig leven

Ben
Ben feb 26 '10
Een vorig leven: Oekraïne

Vanuit dit huidige leven kon ik beelden en belevenissen van vorige levens oproepen ter inzage, verwerking en lering.
Meerdere levens passeerden de revue, maar ik begin dit verhaal met een leven in de Oekraïne.


Het leven zoals het zich afspeelde
Het hele verhaal


Een warme zomer kondigde zich aan.
Het was vroeg in de morgen en mijn moeder lag thuis in bed, uitkijkend naar de naderende bevalling.
De weeën waren begonnen tijdens volle maan die nacht.
Spoedig zou ik het daglicht aanschouwen, hoewel ik er ook tegenop zag.
Mijn moeder wenste dat het deze keer een jongen werd, want er waren al drie dochters geboren.
Iedereen hoopte trouwens op een jongen, want dat zou de erfgenaam worden zoals mijn vader opperde.
“Meisjes, wat moet je daar nu mee beginnen”?
Er waren mannen te kort.
Dit speelde zich af in roerige tijden van opstand, overheersing en onrusten in een land dat vele mannen had opgeofferd.
Het leven in de Oekraïne was een hele opgave om je staande te houden en te overleven.

Hoe ik me op het moment van de naderende geboorte voelde, kwam niet in het bewustzijn van mijn moeder of zussen.
De teleurstelling zou groot zijn, want ik had gekozen om een meisje te worden met alles erop en eraan.
Uiteraard ook een gevoelige baby(vrouw), want daar koos ik voor als kreeft met een maangezicht.
Nerveus, een tikkeltje nieuwsgierig, maar ook bang, kwam ik tijdens een hevige perswee ter wereld.
Als vierde geboorte floepte ik vrij soepel uit het geboortekanaal met een scheut vruchtwater in combinatie met wat ontlasting van mijn moeder.
Alle aandacht van de dorps-vroedvrouw ging eerst naar die ontlasting, daarna na de placenta, daarna naar mijn moeder en toen pas naar mij.
Ik werd en was bevrijd en lag op een doek die ruw en hard aanvoelde.
Ik had het koud en voelde me onbehaaglijk.
Teleurstelling was duidelijk te zien op de gezichten, hoewel het mijn moeder vanuit haar hart niet echt kon schelen of er een jongen of een meisje als aanvulling bij kwam.
Mijn vader hoorde het nieuws pas later toen hij moe en uitgeput van zijn tweede baan thuis kwam. Hij zette zich in voor het gezin, was een zorgzame vader, en had twee verschillende banen als werk gekozen.
Het kostte hem veel energie om dit vol te houden, want zijn gezin zag hem nauwelijks.
Hij zei nooit veel, en toen hij het nieuws van de geboorte hoorde, zei hij niets en bekeek me amper. Dit voelde kil, koud en ongewenst aan.

Ik groeide op en was een ‘stille’ zoals ze het noemden. De jaren kwamen en gingen.
Ik hielp in het huishouden, thuis zowel voor de buren.
Mijn oudere zussen waren aan de man en ik zou ook binnenkort trouwen.
Mijn vader wist iemand aan wie hij mij toevertrouwde.
Deze toekomstige man werkte samen met mijn vader en oom.
Ach, als ‘stille’ had je niet veel te vertellen.
Er waren weinig mannen beschikbaar, dus je had geen keuze en accepteerde het gewoon zonder uiterlijk verzet.
Innerlijk verzette je je wel natuurlijk, want je wenste iets anders.
Er werd in die tijd weinig gezeurd en je volgde de gangbare wensen en gebruiken op.

De dag van het huwelijk brak aan.
Alle voorbereidingen waren getroffen en er was lang voor gespaard hoewel de bruidschat ( enig vee) alles weer goed zou maken.
Wij maakten deel uit van een arme boerenbevolking op het platte land, afhankelijk, onderdrukt, en het leven was hard en meedogenloos.
Mijn toekomstige man Ivan Nikovets was een kozak en had zich aangesloten bij de kozakkenklan.
Kiev had veel invloed op alles en was het gevreesde machtcentrum.
Wij waren oost-Slaven en hoorden bij de rivierkozakken.
De opstandige kozakken werden vaak verbannen en onder Russische heerschappij geplaatst.
Dus je was constant op je hoede en er gebeurde veel ondergronds.
Ook verzetten wij ons tegen het strenge orthodoxe geloof en voelden ons Christenen op onze eigen manier. De orthodoxe regels verboden veel behalve het kussen van alle iconen ( en dat waren er oneindig veel).

De kozakken werden gevreesd. Zij bevochten de Tataren, Mongolen en Russen.
Het was een hechte krijgergemeenschap, maar als kozak was je vrij.
Je was krijger-soldaat, visser, jager, veeteler en/of landbouwer.



Er heerste constant onrust en strijd, dan weer tegen de Turken en Tataren, dan weer tegen andere Islamitische vijanden.
Ook was het zo dat Joden grond beheerden. Zij verkochten sterke drank en hadden het alleenrecht.
De kozakken waren één met de boerenbevolking en er groeide een nationaal Oekraïens bewustzijn.
De kozakken kwamen tevens in opstand tegen de Poolse overheersers.
Overal was het onrustig in het land en ondertussen trouwden wij.
Het kozakkenkoor zong meerstemmige volksliederen en wat religieuze liederen tijdens de eenvoudige ceremonie van verbintenis.
De landeigenaar waar mijn vader en man voor werkten, spendeerde enkele hryvna’s en flessen vodka voor het feest.
Hoewel ik niet gelukkig was, gaf ik me over en vierde feest.





Een plaggenhut vlakbij de plaats waar ik geboren was werd ons toekomstige hutje in een gebied van steppen, graanvelden, suikerbieten, zonnebloemen en maïs.
In het begin hadden we een varken en een paar kippen. Dat was een huwelijksgeschenk.
Ook waren er moerasgebieden waar riet werd gesneden.
Oekraïners waren een gastvrij volk. Iedereen was dan ook welkom op onze bruiloft, hoewel er hoofdzakelijk veel drank geschonken werd.
En zodoende was de huwelijksnacht dragelijk, waar ik vreselijk tegenop zag.
Zonder dat ik er erg in had was ik zwanger geraakt in deze eerste ontmaagde huwelijksnacht.
In die tijd was je daar niet zo mee bezig en op de hoogte.
Ik merkte na een tijdje dat ik geen bloedingen meer had en wist van geen toeten of bellen.
Ondertussen groeide er nieuw leven in mij.
Ik hield mijn mond hierover en leefde het leven zoals gebruikelijk.
Ivan was veel weg, op zoek naar werk en maakte zich nuttig in de kozakkengemeenschap van mannen onder elkaar.
Af en toe kwam hij langs en schoof zijn behoefte bij mij binnen totdat hij op een keer bemerkte dat ik dikker was geworden.
Hij werd er niet warm of koud van en nam zijn vrouw wanneer het hem uitkwam, want dat was immers zijn recht.
En ik onderging het gedwee zoals zovele vrouwen in die tijd omdat we niet beter wisten.
Alleen innerlijk voelde ik dat er iets niet klopte, maar wat?

Mijn vader was ondertussen gestorven. Een ongeluk op het werk, hoewel hij ook hartklachten had.
Ik had totaal geen band met mijn vader en rouwde gewoontegetrouw hoewel het hele gebeuren langs me heen ging.
Ik had het veel te druk met werken, thuis en bij de Landeigenaren.
Wel probeerde ik een gesprek aan te gaan met mijn moeder over mijn zwangerschap.
Zij wist wel wat te doen als de tijd rijp was, maar verder werd er niet over gesproken.
Ook zij had het druk met het hoofd boven water te houden en maakte zich druk en bezorgd over haar kleinkinderen waar zij ook de zorg voor had omdat mijn zussen moesten werken en twee van hen waren zonder man komen te staan.

Op een dag, midden onder het werk, kondigden zich de weeën aan. Ik was hier niet goed van op de hoogte en voelde me niet goed. Ik onderging vreselijke pijn en wist me geen raad.
Iemand van het personeel van de Landheer vond mij bijna buiten westen op de grond.
Zij, een oude rot in het vak, wist meteen wat er aan de hand was en kondigde dit dan ook meteen aan. Zij rende naar de vrouw des huis.
Deze liet mij op een paardenkar naar huis rijden, onder begeleiding van de oude rot in het vak.
Ik was meer dood dan levend en was blij dat er iemand bij me was.
Thuis dacht ik te moeten ontlasten en ging op onze trouwe emmer zitten.
Er hing een babyhoofd uit mijn onderkant hoewel ik iets anders verwacht had.
Ik was zo misselijk en ziek van de baringspijn, dat ik nauwelijks kon schreeuwen om hulp van de aanwezige vrouw.
Strompelend kon ik het bed halen waar dan ook meteen, met hulp van deze vrouw, een heel lichaam geboren werd.
Er waren geen voorbereidingen getroffen, geen warm water, geen doeken, niets.
Wonder boven wonder hebben we het samen overleefd en overwonnen.
Mischa, zoals ik de pasgeboren zoon noemde, was zonder een kik geboren.
Alles zat erop en eraan. Gelukkig!
Blijheid naast onzekerheid maakten zich meester van mij en ik viel uitgeput in een diepe slaap met een bundeltje hoop en wanhoop in mijn arm.
De vriendelijke lieve trouwe hulpbron moest weer zo snel mogelijk met paard en wagen naar haar werkgever terugkeren, maar voordat ze dit deed, reed de wagen even langs mijn moeder om verslag uit te brengen.
Diezelfde avond nog kwam mijn moeder langs om mij te helpen met de baby en gaf uitleg over het een en ander.
Zij was lopend gekomen, een lange weg in het donker, en had wat veel te grote meisjeskleren voor haar kleinzoon meegenomen.
Gelukkig dacht ik, en was dankbaar.
Ook had ze wat extra doeken voor de bloedingen meegebracht. Ik was door de voorraad heen en er moest nodig gewassen worden.
Tja, dat wassen was een hele klus.
Voordat je het fornuis aangemaakt had en warm water kon koken, waren er uren voorbij.
Gelukkig was het geen winter.
Wij kenden strenge winters die erg lang duurden.
Het was bijna herfst, dus het wasgoed kon naar buiten om te drogen en binnen was het lekker aangenaam.
Je moest nog maar niet vooruit denken wat de winter ons deze keer weer zou brengen.
Je moest nu zorgen dat er genoeg takkenbossen, papier en hout voorradig waren voor de komende lange wintermaanden.
Ik hoopte Ivan weer te zien, zodat hij kon helpen, want ik was nog zwak en bloedde hevig na de bevalling.
Ook had ik geen mogelijkheid om Mischa uit te besteden.
Ik moest het zelf zien te klaren, ook al was ik alleen.
Mijn moeder kwam alleen in noodgevallen. Ze had haar eigen werk en dingen.
Gelukkig had ik stuwing en kon ik Mischa aanleggen.
Ik hoopte dat ik lang genoeg kon zogen.
Werken kon voorlopig even niet, hoewel ik straks wel een oplossing moest vinden.
Hoe verder?
Misschien kon ik Mischa meenemen naar het werk en hem in een mand laten slapen totdat hij tussendoor gevoed moest worden. Maar ik wist nog niet hoe de Landheer hierover dacht en of ik nog welkom was.
Na de werkzaamheden in en om het huis zaten mijn moeder en ik nog even op bed. We genoten van de zonnepitten die ik gedroogd had en van wat honing. De zonnebloempitten gaven energie en we hadden een flinke voorraad zoals ook eigen honing.
Deze honing was pittig en sterk.
De bijenkorven waren uitgeholde boomstammen met smalle overlangse spleten als toegang voor de bijen.
Deze had Ivan nog gemaakt toe we pas getrouwd waren. We hadden er twee.
Deze houten woonverblijven voor bijen moesten in de winter half ingegraven worden en afgedekt met takkenbossen of gevlochten riet en stro voor de barre kou.
Ondertussen praatten mijn moeder en ik over ditjes en datjes en wij probeerden te herkennen op wie Mischa leek.

Ivan liet zich lange tijd niet zien. Dat was normaal en ik was hieraan gewend.
Hij was nog niet op de hoogte van zijn zoon en ik was toch ergens benieuwd hoe hij hiermee om zou gaan.
Gemiddeld was er één kind per gehuwd gezin door de beroerde bestaansmiddelen.
Vele vrouwen wilden kinderloos blijven en er was al kennis van abortus hoewel dit niet tot mijn kennis doorgedrongen was.
Mijn ouders waren een uitzondering met hun vier dochters. Dat kwam omdat mijn vader twee banen had gehad en mijn moeder ook werkte.
Mijn moeder kon lezen en schrijven, hoewel ze weinig onderricht genoten had.
Onze taal was Oekraïns, een specifiek eigen taal die geschreven werd in cyrillische letters.
Naast het Oekraïns was het Russisch verplicht.
Iedereen was dus twee-talig.
Onze plaggenhutten waren enigszins verzonken in de grond en hadden als zichtbare onderkant een okerkleurige strook. Dit was ter wering van kwade invloeden, waar iedereen heilig in geloofde.
De erfafscheiding bestond uit gevlochten takken van ongeveer een meter hoog. Dat was voor het vee, als je dit al had, zodat dit niet weg kon lopen.


Wij leefden van vis en zelden smulden wij van vlees. Vlees was duur. Sommige boeren hadden een eigen veestapel.
Kozakken hielden van jagen en soms brachten ze wild mee naar huis.
Velen van het platte land trokken naar de steden om werk te zoeken in de industrie.
Ook Ivan kwam af en toe thuis met zijn wild-buit. Dat was een feestmaal hoewel het erg lang duurde voordat je het kon nuttigen.
Kozakken hadden een slechte naam. Ze werden betiteld als ‘vagebond, gevechtsmachine, primitieve bestaard ‘ enz.
Ze hadden de reputatie van onze hedendaagse “Hell’s Angels”, maar dan te paard.

Er waren ook veel Joden in het land.
Deze kwamen uit Polen en konden allen lezen en schrijven, iets wat nog niet voor iedereen gold.
Joden kregen land toegewezen van de Poolse Adel en/of koning, dus zij waren bevoorrecht.
Joden kregen ook een eigen bestuur.
Soms wenste je dat je ook een Jood was.
Je voelde de haat jegens Joden om je heen groeien.
Het was het gesprek van de dag onder de boerenbevolking.
Er was een wet die verplichte dat boeren rond het dorp van hun Heer moesten verblijven en wonen ( de Lijfeigenaren, de eigenaren van de grond).
Dit gold voor boeren én hun nageslacht.

Het werk bestond uit riet dat gekapt moest worden, veel oogst die handmatig geoogst moest worden en heel veel graanvelden die gemaaid en geoogst moesten worden.
Onze eigen taal werd verdrongen hoewel de Joden hun Jiddisch mochten spreken.
Onze taal was een slavische taal, een echte klanktaal.
Joden werden grondbezitters, hadden rechten en bouwden hun eigen dorpen.
Pas veel later kwamen de Oekraïners in opstand en werden deze Joden vervolgd.
Er ontstond een burgeroorlog, maar dat was in de tijd toen ik al drie kinderen had en mijn man met de noorderzon vertrokken was om hem nooit meer terug te zien.

Voorlopig hadden we het zwaar en moeilijk te verduren, want af en toe vielen de Mongolen ons gebied en land binnen en andere nomadische stammen die ons wilden overheersen.
Ze overvielen alles wat ze op hun handelsroute tegen kwamen en namen het vee mee.
Zo hoopten we dat we nog een tijd gespaard bleven en ons armzalige leven konden leven met alle up’s en down’s .

Mischa groeide op hoewel hij uiterlijk gezond leek, maar innerlijk, daar had ik zo mijn twijfels over.
Hij was een ‘stille’, zoals ikzelf ook was, maar dan heel extreem.
Je kon nauwelijks contact met hun krijgen en hij leefde in zijn eigen wereld.
Op zich was hij niet lastig, maar hij kon moeilijk doen als hij iets moest of als hij zich niet kon uiten. Toch was ik erg blij met hem en ik deed mijn uiterste best om met hem in contact te komen en het liefst zo lang mogelijk te blijven.
Daar was nauwelijks gelegenheid voor, want Ivan bracht geen geld binnen en ik moest hard werken om ons in leven te houden.
Oekraïners zijn gastvrij, maar tot zo ver.
De buren en medeboeren deden hun best en af en toe stopten ze ons iets toe.
De landeigenaren daarentegen waren hard en meedogenloos en wij als werkers voelden ons uitgebuit.
Als ik de kans kreeg, nam ik dan ook stiekem iets eetbaars en extra’s mee, verstopt onder mijn wijde kleding. Gelukkig ben ik nooit gesnapt of betrapt en had als het ware altijd een beschermengel op of achter mijn schouder.

In de schaarse tijd dat Ivan thuis kwam deed het zich voor dat ik weer zwanger raakte.
Drie jaar na Mischa werd Yuri geboren. Wederom een zware tijd. Gelukkig was het een natuurlijke bevalling.
Deze keer hield ik met alles rekening, want ik herkende en had geleerd.
Er was bij de tweede bevalling ook een echte vroedvrouw aanwezig die ik via via had leren kennen.
Yuri was een heel ander kind dan Mischa, hoewel hij ook heel erg gevoelig was.
Eigenlijk óvergevoelig in alle opzichten.
Hij kon niet tegen bepaald voedsel, kon niet tegen zeep en was overgevoelig voor kleding en harde woorden of geluiden.

Wat ik leerde in dat leven was:
Geduld beoefenen,
Overgave
Ik leerde moedig en zelfstandig te zijn
Doorzettingsvermogen
Onvermoeibaar door te gaan
Ik leerde om te gaan met de extremiteit van mijn kinderen en
Wist op de een of andere manier altijd om te gaan met mijn vervreemde man omdat ik de hele situatie ‘begreep’.

Met twee kinderen werken viel niet mee.
Ivan liet het weer van zich af weten en ik probeerde te overleven van wat ik zelf kon verbouwen in het klein en van wat ik toegestopt kreeg van naasten.
Mischa kon niet met Yuri spelen, iets wat zich vaak uitte in frustratie.
Mischa was authistisch, maar dat had in die tijd geen naam en bekendheid.
In die tijd begreep ik hier ook niets van hoewel op innerlijk niveau wel.
Ik voelde hem veilloos aan en begreep hem.
Yuri moest hiermee leren omgaan en dat was best moeilijk omdat hij geen andere vriendjes had.
En zo kwam het goed uit dat ik drie jaar na Yuri beviel van een engel.
Het was een meisje, Lena genoemd.
Ze had het uiterlijk van een fragiele engel.
Teer en kwetsbaar als eierschaalporselein, hoewel ik dit woord nu schrijf omdat ik het destijds met niets kon vergelijken.
Yuri verheugde zich op een speelkameraadje.
Lena moest dus snel groeien volgens zijn wens en hij hielp daarom mee om dit te bewerkstelligen.
Hij deelde zijn weinige eten met haar, hij deelde overigens alles met haar, ook zijn verdriet en plezier.
Mischa bleef een buitenbeentje en zocht met niemand aansluiting. Hij zat uren en uren wiebelend voor zich uit te staren en mensen meden hem omdat ze zich geen houding wisten te geven.
Ik dacht terug aan de huwelijksnacht en aan de drank die genuttigd werd toen Ivan mij nam als zijn vrouw. Ik voelde me ergens schuldig over waarom Mischa zo was zoals hij was.
Zou het dan toch door de alcohol gekomen zijn?
Ivan maakte zich hier nooit druk over. Hij had andere dingen aan zijn hoofd.
We zagen elkaar al heel weinig en nu leek het alsof hij totaal uit ons leven verdwenen was.

Nu ik drie kinderen thuis had, die trouwens ook meehielpen met de huishoudelijke klussen, rende ik heen en weer van werk buitens huis naar werk in en rond ons hutje.
Dat waren lange dagen, en tijd voor jezelf was er nauwelijks.
Zodoende zag ik er behoorlijk onverzorgd uit. Er was zelfs geen tijd om mijn nagels eens fatsoenlijk te knippen en deze knelden dan ook flink in de toch al veel te kleine schoenen.
Wij wasten ons bij slecht weer binnen in een emmer of tobbe.
Water moesten we buiten pompen of uit een ton halen.
Vervolgens moest het water gekookt worden op het oude fornuis waar dan ook de hele dag ketel en pan op stond.
Het fornuis brandde meestal, maar voordat dit brandde, moest je geduld hebben en voorbereidingen treffen. Voor het aanmaken had je papier, stro of hooi nodig, daarna ging er hout bovenop.
Rijke mensen hadden briketten, die bleven veel langer branden, maar dat konden wij ons niet permitteren.
Papier was schaars, en dat gebruikten wij voor het afvegen na een toiletgang. Ons toilet bestond uit een oude zinken emmer die buiten stond, afgeschermd door takkenbossen en een plank.
’s Winters vroor je dood, dus dan moesten we onze behoefte binnen doen. Binnen bestond uit één vertrek waar zich alles afspeelde, gescheiden door een oud gordijn waarachter we sliepen.
We sliepen met zijn vieren in een tweepersoonsbed, eigenlijk een twijfelaar, want Ivan kwam niet meer thuis.
De twee jongens lagen tegenovergesteld van ons in bed, met de voeten tussen onze oksels.
Dat ging best, als je geen zieken in huis had, want dan werd het al gauw een ander verhaal.
En toch hadden we, als alles goed ging, plezier en eenheid met elkaar.
We gingen vroeg naar bed, omdat ik ook totaal op was en dan zongen we altijd, dat was vaste prik, meerstemmig liederen.
En zo vielen we één voor één in slaap onder het zingen van ons laatste lievelingslied “Dunaj Dunaj, Dunai, Hé!”.
Een lied over de blauwe Donau.
’s Morgens was het in de wintertijd vrieskoud. Niemand wilde zijn warme nestje uit. Dan moest je in half bevroren toestand eerst het fornuis aanmaken en het bevroren water ontdooien.
Dit ritueel moest heel vroeg gebeuren, anders hadden we geen theewater of was-water.
Daarna moest ik vlug naar de landheer om te werken en moesten de kinderen zichzelf redden en vermaken.
Lena was altijd zwak en heel vaak ziek. Als jongste had ze, zoals de oudere jongens, nooit melk gekregen. De jongens wel, want toen onderhield Ivan ons nog een beetje, hoewel hij ook vaak niet thuis kwam. Behalve de moederborst, wat ze zich niet meer kon herinneren, kende Lena geen melk.
In het begin stopte mijn moeder me nog af en toe iets toe, maar zij was ondertussen ook overleden en heeft Lena niet gezien en gekend.
Op een keer stal ik wat melkpoeder van de grootgrondbezitter toen ik er de kans voor kreeg, en dat was een groot risico.


Soms kon ik een klus doen in de keuken van de heer en daar hadden ze melkpoeder in grote blikken staan. Ik nam er dan wel eens wat uit en stopte het in een zelfgenaaid linnen zakje dat ik onder mijn hemt droeg. Zo kon niemand het vinden, want je zakken werden nagekeken als je naar huis ging omdat er zo vaak iets werd gestolen door de boeren als werkslaven.
Ja, het was een slavenbaan. Je werd niet uitbetaald in geld, alleen in goederen en je voelde je totaal niet vrij als eigendom van je heer en meester.
En dan mocht ik nog van geluk spreken, want alleenstaande vrouwen werden vaak misbruikt voor het genot van je heer als tussendoortje. En niemand durfde er iets over te zeggen of te doen, want dan was je alles kwijt. Als je ook nog eens geen familie had, had je geen overlevingskans.
Als ik dan eindelijk doodmoe en gebroken van mijn uitbuitende werknemer kwam, zaten de kinderen met rammelende magen te wachten.
Dan moesten we creatief iets creëren en proberen om van weinig ‘veel’ te maken.
En zo creeerden wij zelfgemaakte leverworst. Die worst bestond uit kruiden die we gedroogd hadden en die uitzetten als we er meel, maïs en water bijvoegden. Het werd een brei en die rolden we op tot worst. Met fantasie, en dat bezaten wij alle drie, smaakte het ook echt naar leverworst.
Van al dat eenzijdige voedsel werden de kinderen zwak en vooral Lena, de jongste en tere engel, die nooit een goede basis had gehad.
Haar haar viel uit, ze had last van haar tong en ze kreeg overal uitslag.
Omdat ze niet van de korsten af kon blijven kreeg ze ’s avonds en soms ook overdag, zelfgemaakte handwanten aan die met touwtjes vastgemaakt werden. Dat was een drama onder protest, maar ik wist me geen raad omdat het besmettelijk was, zoals men zei.
Het wassen in de tobbe werd daarom ook een probleem. De uitslag verspreidde zich sneller als de huid vochtig werd. Dus dan maar heel voorzichtig afsponzen van schoon deel naar schoon deel van haar lichaam.
We gebruikten aardappelmeel op smetplekken om ze droog te houden, maar dit was ook geen echte oplossing.
Als Lena doodziek was en tevens ondervoed, kón ik niet werken.
Geen werk, geen goederen.
Ik was te trots om te bedelen en probeerde alles staande te houden.
Zelf was ik ook vel over bot, had geen borsten meer en had het altijd koud.
Ondanks alle ellende vermaakten de kinderen zich met een wollen draad en een knoop als speelgoed.
Dit deden ze om beurten, want het kostte geen energie.
Er zat een knoop aan een wollen draad en de twee uiteindes van de draad nam je in ieder een hand en dan draaide je het touwtje met de knoop in het midden zo snel mogelijk in het rond.
Daarna trok je de draad recht en onder de spanning snorde de knoop en werd bijna onzichtbaar. Dit kon je zo heel lang volhouden en steeds opnieuw draaien en trekken.
Vooral Mischa deed dit maar al te graag, en kon zich uren vermaken met dit spel.
Lena wist dit en begreep het, en zodoende stond ze haar beurt vaak aan Mischa af.
Jammer genoeg hadden we maar één losse knoop, en die was ooit een keer van de kozakkenjas van Ivan afgevallen.
Ik vond in die tijd geen naald en had ook geen tijd om hem er weer aan te naaien.
Het knoop en touwtjespel was buiten een paar houten blokken en een heel klein zelfgemaakt poppetje, het enige speelgoed wat we hadden en waar alle drie de kinderen plezier en ontspanning in vonden.
De houten speelblokken verdwenen op een dag in het fornuis, want warmte was belangrijker.


Een keer heb ik via de landeigenaar,waar ik werkte, een beroep moeten doen om een arts te laten komen zodat hij kon onderzoeken wat er met Mischa en Lena aan de hand was.
Dat was toen Lena hoge koorts had, erg hoestte en veel slijm opgaf.
Die arts was een joodse man, net als de landeigenaar, die hem god kende en doorstuurde. Lena had longontsteking en de uitslag was besmettelijk volgens de arts en hij noemde het ‘kretze’ ( zo sprak hij het uit).
Maar nog de jongens, nog ik, kregen deze uitslag hoewel we ons allemaal wasten en droogden met dezelfde washand en handdoek.
Soms wreef ik de uitslag in met aardappelmeel en een andere keer met vet.
Niets hielp echter, maar het werd er ook niet erger door dan dat het al was.
We werden niet besmet, dus……., was dat een wonder, of had die arts er geen verstand van?
Hij schreef iets voor als drankje, maar dat kon ik niet betalen en dus werd het in aflossing van goederen verrekend, iets wat de arts met de heer overeenkwamen.
Dat betekende dat ik wekelijks minder voedsel kreeg als uitbetaling.
Deze arts keek ook naar Mischa en deed wat tests waaruit hij concludeerde dat Mischa geestelijk achterstand had en vermoedelijk geestelijk gehandicapt was door zuurstof tekort in de hersenen tijdens de geboorte.
Nu keerde Mischa zich bij vreemden altijd al in zichzelf, en dit gaf een vertekend en verkeerd beeld.
De arts wilde Mischa nader onderzoeken, maar dan zou Mischa naar het Staatsziekenhuis moeten in Kiev of in Polen.
Die reis en dat onderzoek was onmogelijk en ik voelde dat dit ook overbodig was omdat ik Mischa kende en goed aanvoelde, maar er geen benoeming voor kon geven.
Hij was normaal en zelfs intelligent, alleen kon hij zich altijd zo eenzaam als het leek, terugtrekken.
En dan was er niets met hem te beginnen en kon niemand hem bereiken, behalve Lena.
Lena had iets bijzonders over zich. Zij kreeg Mischa uit zijn isolement en zij hadden samen oog- en Zielscontact. Lena snapte Mischa, en Mischa snapte Lena.
Ze zaten op één golflengte.
Vanaf het moment dat Lena contact kon leggen met Mischa, veranderde en verbeterde de toestand van Mischa.
Zo konden zij samen, en dat was heel aandoenlijk om te zien, samen heel lang naar de nachtelijke hemel en de sterren kijken. Daarbij vertelden ze elkaar verhalen. Lena was toen een jaar of zes, en Mischa dus twaalf.
Eens hoorde ik Lena vertellen over die ene grote groep sterren die Mischa ook herkende.
Joost mocht weten waar ze het over hadden en ik dacht: ‘ach, leuk dat fantasievolle kindergepraat’, hoewel ik er van genoot.
Ik stoorde niet in hun onderonsje en mengde me ook niet in hun ‘sterrenkunde’ en raadsels, maar had er mijn emoties bij.
Op een keer “sprak” Lena ( ik zeg met nadruk “sprak”, want het was een andere en wijzere manier van spreken dan anders:
“Mamushka, de sterren die je nu ziet bestaan niet meer en de nieuwe kun je nog niet zien”.
Nu, dan hield ik wijs mijn mond, omdat het kwartje niet meteen viel, en lachte haar vriendelijk toe met een gezicht van: Ja, je weet het!

Naar mijn bevindingen en observatie was er dus niets mis met Mischa, want hij begreep Lena altijd volkomen en ik vond hem juist super intelligent.
Maar ja, dat inkeren en dat contactgestoorde gedrag soms, wat moest je daar nu van denken?

Yuri zat er tussen in. Hij was normaal ontwikkeld en normaal intelligent volgens mijn gevoel.
Alleen was hij snel humeurig omdat hij zo overgevoelig was.
Lena was eigenlijk voor haar leeftijd ver vooruit en vaak leek ik achterlijk vergeleken met haar uitspraken, want ik snapte haar ook niet altijd met mijn vermoeide verstand.
Qua gevoel begrepen wij elkaar wel.

Lena was inmiddels zes jaar, maar was al die jaren zwak en veel ziek geweest.
De uitslag en ondervoeding zorgden ervoor dat ze het niet redde, want vlak na haar zesde geboortejaar ging ze dapper van ons heen.
Ik vond haar, heel vroeg in de ochtend, overleden in de holte van mijn rechteroksel.
Ik schrok enorm, want ik verwachtte niet dat het zo zou aflopen, hoewel Lena steeds meer achteruitging en langzaam wegkwijnde.
En toch, je schrikt, bent helemaal overrompeld, en je weet niet wat je op dat moment moet of kan doen.
Lena voelde zo koud en wit aan. Ze leek weer zo teer en doorschijnend als een porseleinen engel. Dat was ze ook, ze was en is een engel. Zo is ze gekomen, en zo heeft ze ons zes jaar later weer verlaten.
Ik kon op dat moment niet huilen en ook geen zinnig woord uitspreken. Alles speelde zich op een innerlijk niveau af.
De jongens voelden dit vlekkeloos aan en probeerden het te accepteren hoewel ze het ook beangstigend vonden.
Lena zag er zo breekbaar uit. Het was een vreemd en toch bekend omhulsel.

Ik weet niet hoe lang we zo met z’n drieën op bed hebben gezeten met Lena in ons midden, maar het was lang, heel lang, en iedereen had er zo zijn innerlijke stille emoties over.

Langzaamaan kwam ik tot actie en rolde Lena in het onderlaken.
Daarna vroeg ik de jongens om de buren te roepen. Het was nog heel vroeg en donker.
Na een tijd kwam de buurvrouw die haar man en kind eerder had verloren binnen en vertelde hoe te werk te gaan en wie er voor een boerenbegrafenis kon zorgen.
Lena werd voorzichtig gewassen, haar piekhaartjes werden zo goed mogelijk geborsteld en zo mooi mogelijk gefatsoeneerd.
De buurvrouw wist hoe je een gestorven iemand moest afleggen met de nodige hulpmiddelen, en ondertussen werd de landeigenaar gewaarschuwd wie er gestorven was.
Er kon in zo’n situatie niet gewerkt worden.
De landeigenaar regelde iemand die Lena na twee dagen op kwam halen om begraven te worden.
Mijn zussen werden op de hoogte gesteld door een bode te paard.
Een van mijn zussen kwam en bracht een jurk mee voor Lena die van haar dochter was geweest.
Twee dagen is Lena bij ons thuis in ons midden gebleven zodat we aan het verlies konden wennen en langzaam, ieder op onze eigen manier, afscheid konden nemen.
Het was een hele toestand om de jurk over Lena’s lichaam te construeren en te schikken, die gelukkig overmaats was.
Ook probeerden we de uitslag in Lena’s gezicht te camoufleren met een papje van meel olie.
De ondernemer kwam Lena halen en we legden haar samen behoedzaam in een kleine dunne houten kist die op de algemene begraafplaats achter de kleine kerk lag waar Lena ter aarde werd gesteld.
Het was weliswaar een massagraf, maar dat was gewoon in die tijd.
Er werden enkele liederen gezongen tijdens deze plechtigheid door een kleine opkomst van bekenden en dat was het.

Nu moesten we verder, hoe dan ook!
Het noodlot bracht een burgeroorlog.
Velen vluchten hun hutten uit en wisten niet waar heen.
Anderen trokken naar de steden.
Ik werd ernstig ziek en probeerde mijn kinderen te beschermen tijdens onze vlucht.
Ik heb het niet kunnen waarmaken, want ik werd tijdens de vlucht neergeschoten op zevenendertig jarige leeftijd als Anna Nikovets.
Dat ik op deze manier mijn jongens moest achterlaten was gruwelijk en pijnlijk.
Ik hield en houd nog steeds van ze, van alle drie mijn kinderen vanuit een liefdevol moederhart die geprobeerd heeft om alles te geven wat mogelijk was.
En deze liefde blijft bestaan, want liefde is goddelijk en het enige wat telt.
En zo zal het zijn dat wij,als ziel,elkaar in een volgend of zelfs in dit huidige leven waarin ik deze herinnering van ons leven in de Oekraïne beschrijf, elkaar weer terug mogen vinden en/of herkennen.

In Liefde
Ben
Delen:
Fatna
Fatna feb 26 '10
jeetje ben, wat een hard en treurig leven moet dat zijn geweest

mag ik vragen hoe je dit alles zo gedetaileerd weet?
Ben
Ben feb 26 '10
Beste Fatna,
vele vorige levens mochten bewust worden door het spontaan opborrelen vanuit mijn celgeheugen.
De aanzet hiertoe is bewerkstelligd, lang geleden toen ik eens in regressie ging bij een zeer goede sjamaan.

En ja, het was een zeer hard maar oh zo leerzaam leven.

Eenheidsgroet
Ben
admin
admin feb 26 '10
Ben,
Er is een tijd geweest dat ik net als jij de behoefte had om vorige levens neer te pennen,
net zo gedetailleert als jij nu doet. Zij borrelden ook zo op, en ook dankzij een bepaald iemand die mij in dit alles ondersteunde.
Ik ken vele vorige levens, en heb me alzo nog beter leren kennen.
De pijnen en het lijden die ik nog meedroeg, de strijd, het harde bittere, de verbazing, het verdriet...
kortom.. vele zaken zijn nu verwerkt, en daarmee vervagen ook de beelden, de indrukken, de emotie's, de gebeurtenissen,
de wens om te onderzoeken, hoe ik was toen.
Doch eens te meer erken ik wie ik ben. (jin/yang)

Langs de andere kant heb ik eveneens veel spirituele levens mogen leren kennen, die ik had ervaren..
De wijsheid, de inzichten, de gaves, de talenten, de kwaliteiten, het licht en de liefde, de devotie, de overgave voor het Goddelijke, en m'n liefde voor mensen en dieren
heb ik alzo opnieuw kunnen plaatsen in dit leven.



Uitzuivering zijn er geweest, en komen nog..
Healingskwaliteiten groeien, helderziendheid, helderhorendheid, enz... intuitie, sensitiviteit,
kortom het hele proces, van vorige levens tot NU.. is een prachtige weg naar de toekomst.

Ik wens je dat eveneens, en ben blij want ik lees en zie hoe goed het met je gaat!!


veel liefs van mij

Bellefleur
Ben
Ben feb 26 '10
Beste Bellefleur,
dank voor je mooie duidelijke uiteenzetting over jouw ervaringen, je ontdekking van je goddelijkheid en je expressies die je mag uitdragen als geslepen edelsteen vanuit vorige levens naar het NU.
Fijn om te lezen dat je dezelfde ervaringen had van het opborrelen op een spontane manier van meerdere levens om alles te evalueren, los te laten, te transformeren en te transmuteren.
Ook ik ben er nog niet, anders zat ik hier niet meer en ben nog bezig met uitzuiveren en groeien.
Door alles heb ik mezelf ook beter leren kennen tot op de kern, de essentie van de eenheid.

Ik wens je een prachtig leven in overvloed, innerlijke rijkdom om deze rijkdom uit te dragen voor ieders Hoogste Goed in de éénheid die IS.

Eenheidsgroet
Ben
admin
admin feb 26 '10
Dank je voor je lieve wensen, Ben.

Bellefleur.

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki