Mijn biologische moeder had familie in Zuid-Afrika. Tenminste, dat dacht ik. Mijn oom, de oudste broer van mijn moeder, en mijn oma, gingen daar wel eens heen. Tenminste, dat dacht ik altijd. Er was bij mij altijd een zeker weten dat er iets met Zuid-Afrika was, en dat daar ergens, heel ver weg, familie van ons woonde. Ik had er nooit naar gevraagd, sinds het overlijden van mijn moeder (ik was toen net vijf) verwaterde het contact met die familie wat, en was er slechts eens per jaar contact met de verjaardag van oma.
Welnu, laatst belde mijn oom, op mijn verjaardag, in juni. Ik besloot eens te vragen naar die familie, en of hij er nog wel kwam. Tot mijn verbazing is er helemaal niks met Zuid-Afrika! Mijn oom en mijn oma zijn er nooit geweest en hebben er niks mee, en ook geen familie! Ik moest daar even van bij komen. Hoe kom ik er dan toch bij, dat ik altijd die onuitgesproken overtuiging had? Op de één of andere manier heb ik zelf wel iets met Zuid-Afrika, maar ik begrijp er niets van. Ik weet, dat een oma - van vader's kant - in de verte van de zigeuners afstamt, of eigenlijk hongaars. Ook daar voel ik me mee verbonden. De vioolmuziek, het buitenleven, de wijde, zwierige rokken, maar een armoedig bestaan: zaken die ik me levendig voor kan stellen. Maar wat is er dan met Zuid-Afrika?
Ik laat het maar zo, maar het lijkt wel iets uit een vorig leven. Of misschien een rare droom, van heel lang geleden.