Ik denk aan een verhaal, wat ik beleefde. Mijn vorig huis had een verdieping boven de garage.
daar was mijn eetkamer, en aan dat grote raam, langs de buitenkant,hing ik mezebollen tijdens de winter.
Een heel klein vinnig pimpelmeesje kwam steeds naar de bol. Gretig was ie, speels, vinnig, snel, gulzig ook,
kwamen de grotere koolmezen, dan liet ie zich niet wegjagen. Nee, hij ging onderaan hangen, en bleef pikken, terwijl ander mezen, en ook een boomklever steeds maar enkele seconde aan die bol konden blijven hangen.
Ik keek er naar, en ik voelde me één met dat pimpelmeesje. Ik was wild enthousiast over haar enthousiasme, en haar doorzettingsvermogen, en haar levindigeheid.
Ik ben net eender. Dagelijks observeerde ik het met veel bewondering.
Ik zag ook dat de ander mezen meer ruzzie maakten, meer kwebbelde, en wilden overheersen.
Sommige mezen die in een andere tuin woonden, kwamen toch naar de bollen in mijn tuin, en soms was alles in een mum van tijd op.
Dan had ik weer bollen te vervangen, en zo ging het maar door.
Tot................... een drie tal koolmezen, in ruzie kwebbelend rond de bol zaten te fladderen.
Het kleine pimpelmeesje, zich niet storend aan deze situatie, zoals gewoonlijk, gezwind aan kwam gevlogen,
maar in de felle ruzzie toch terecht kwam en ineens hoorde ik een klap tegen het raam.
Dat lieve klein meesje was er met een smak tegengevlogen.
Ik holde naar beneden, de tuin in. Dood! eensklaps dood!.
En ik stond perplex, aan de grond genageld. En heb geweend. en hem in de tuin begraven.
Het heeft enkele dagen geduurt, eer ik dit kon plaatsen.
Ik zag de koolmezen, die bleven pikken, ik zag de boomklever, zelfs een specht kwam op de rand van het raam een kijkje nemen, wat er aan de hand was bij die bollen.
Maar geen pimpelmeesje.....
tot enkle dagen later ik weer een heel klein pimpelmeesje zag. Hij zag er wat minder vinnig uit, maar wel erg gedreven.
En toen zag ik een ande klein meesje, een grijze, en daarna zag ik gele vogels.. ik ontdekte dat er in mijn tuin meerdere vogels waren, die er eerst niet waren.
ik besefte dat ik heel veel in de plaats heb gekregen, en dat ik dat zelf ben, die gebeurtenis.
Liefs,
Bellefleur