reminder thomas
Het Doel van ons Bestaan
woensdag 17 mei 2006
De mensheid is de eenentwintigste eeuw binnengestapt en heeft een drukke en luidruchtige wereld met zich meegenomen. Honderden interesses fragmenteren ons bestaan en een overmaat aan advertenties en koopwaar trachten ons te verleiden. Vooruitgang en welvaart lijken alles te kunnen bieden om ons leven van A tot Z te kunnen invullen. Velen van ons genieten van de welvaart en kunnen zich redelijk wat veroorloven; anderen daarentegen kunnen met veel moeite hun kostje bijeenscharrelen en leven in armoe en in miserabele omstandigheden. Maar allemaal zijn we voortdurend bezig om ons lot te verbeteren. Waarom voelen we ons niet gelukkig en tevreden? Missen we soms misschien nog iets?
We beginnen ons meer en meer te realiseren dat we tijd en vooral sereniteit missen. Uitgeput en gestresst komen we terug van onze vakanties en een groeiend gevoel van teleurstelling bekruipt ons langzamerhand opnieuw. Begrippen als tijd, sereniteit en tevredenheid lijken vrijwel volledig verdwenen te zijn in deze rusteloze wereld van macht en geld. We kunnen ze alleen dan terugvinden door ons terug te trekken uit het geluid en de drukte in de wereld en zelfs dan alleen voor een vluchtig moment. Alleen dan kunnen we eens beginnen na te denken en te peinzen over de reden van ons bestaan. Alleen dan bespeuren we wellicht iets van de grenzen die ons bestaan scheiden van andere dimensies. Alleen dan hopen we wellicht te kunnen ontsnappen aan een wereld die ons slechts zulke povere geneugten brengt.
Vooruitgang en welvaart kunnen de leegte die we diep in ons voelen niet verhullen; op zijn best kunnen ze die leegte tijdelijk maskeren. Telkens opnieuw duikt dit gevoel op en we zijn niet in staat er iets mee te doen. Op een gegeven moment gaan we experimenteren. We gaan ons verbeelden dat we gelukkig zouden zijn, als we maar bij machte waren een deel van het mysterie van het leven te kunnen ontrafelen. En zolang het resultaat uitblijft, gaan we door met experimenteren.
Het is het uiteindelijke besef, dat we klaarblijkelijk niet in staat zijn om deze innerlijk leegte te vullen, dat ons voortdrijft om ons ware doel te vinden. De Oostenrijkse schrijver, Stefan Zweig (1881-1942) schreef destijds: “De bedoeling van het leven is meer dan het leven zelf”. Wat is dat ‘meer’? Is het misschien iets dat zich verder uitstrekt dan de zorg voor ons dagelijks welzijn? Het heeft misschien minder te maken met het streven naar meer en de groei in deze wereld, maar meer met de mogelijkheden van onze innerlijke ontwikkeling. De visie van Stefan Zweig laat zien dat hij op zoek was naar een hoger doel in het leven. Teleurstelling en wanhoop echter vernietigden zijn illusies, waarop hij in 1942 zelfmoord pleegde toen hij zag dat Europa was verworden tot een reusachtig slachthuis.
Het is de levende ziel die, als hij wordt gevoed door de Gnosis, ruimte kan gaan scheppen voor de ontwikkeling van het Spirituele Wezen in ons. Dit Wezen waar vele wanhopige mensen in de dagen van Stefan Zweig naar zochten. Alleen de ziel die zich los heeft kunnen maken van het Aards kabaal en het geweld, kent ons ware Doel en leidt ons op weg naar de ware bedoeling van het leven.
Overpeinzing over ons spirituele erfgoed.
Voor diegenen die ernaar zoeken in hun diepste, innerlijke wezen, wordt het doel van het bestaan duidelijk herkenbaar. De ziel hoopt te worden ontdekt, onder die dikke lagen waar we hem hebben verborgen. Het leren terugvinden van die ziel in ons wezen is een verregaand maar scheppend proces dat een enorme moed vraagt. Om dit voor elkaar te krijgen is een totaal nieuwe manier van denken nodig; één ook die ruimte biedt om ons bestaan en de wortels hiervan te overdenken. Wij moeten diep in ons innerlijk graven als wij dat Licht willen vinden. Dat Licht dat de duisternis uit onze alledaagse onbeduidende gewoontes kan verdrijven.
Waar komen we vandaan en voor welk doel zijn we geschapen?
Voor ons, menselijke wezens, is het leven op Aarde slechts een fase in onze ontwikkeling. De mensheid vervolgt zijn weg door de kosmos en het heeft het dieptepunt in zijn materialisatie, in zijn fysieke bestaan nu bereikt. Dit is het keerpunt. Op het moment dat onze ziel weet hoe hij zich los kan maken van de materie, kan hij overstappen in de ark van de Evolutie. En dan staan we onder aan de ladder die ons door alle regionen van de Schepping heen reikt naar onze Oorsprong, de Geest.
Eens waren wij schepselen van een hogere wereld en leefden we in eenheid met de wet van de Geest. Maar door onze vrije wil hebben wij ons afgescheiden van onze Schepper om een eigen en ‘betere’ wereld te bouwen waarin we onsterfelijk zouden zijn. Echter, de drie lagere dimensies van dit Aardse bestaan – het fysieke, het astrale en het mentale – schrijven ons wetten voor waarmee wij moeten leren leven of we dit leuk vinden of niet.
Langzamerhand trok de materie ons mee in zijn betovering en houdt ons stevig vast zolang we ons hogere doel in het leven niet (h)erkennen. Tot dat moment worden onze levens bepaald door tegenstellingen en vergankelijkheid. Alles wat onze ogen waarnemen - zelfs met de meest gevoelige telescoop - behoort toe aan de dimensie van ruimte en tijd en is onderhevig aan de cyclus van geboorte, ontwikkeling en dood. Daarom is ons bestaan inderdaad erg beperkt. Wij hebben ons deze beperkingen zelf opgelegd, na het moment dat wij ons hadden afgewend van de Geest in ons bestaan en onze eigen weg gingen.
Slechts één spiritueel aspect uit ons oorspronkelijke, goddelijke leven hebben wij geërfd. Het is een vonkje van dat Vuur waarin zowel onze oorsprong als onze toekomst ligt. Als we de weg zouden kiezen die dit vonkje Licht ons wijst, zal hij ons kunnen terugvoeren naar het Koninkrijk van de Geest. Normaal gesproken is een lange ervaringsweg nodig om de toegang te vinden naar dit Pad, maar veel belangrijker nog is de bereidheid om over de trots van onze eigen kennis te stappen en ons te wenden naar het Licht. Dit is de stap die ons leven een zin geeft. Dit is het doel van ons bestaan.
Het gevecht om zelfbehoud uit onwetendheid
Wat weerhoudt ons ervan om de weg in te slaan naar de Geest, naar de Gnosis? Het kan zijn dat wij de impuls van de Gnosis nauwelijks voelen. Het is ook heel goed mogelijk dat we de stimulans wel voelen, maar daar onbewust verkeerd op reageren. Het is echter ook denkbaar dat wij ons heel bewust zijn van deze innerlijke roep, doch deze willens en wetens en eigenwijs negeren.
Speciaal in die landen waar materiële welvaart heerst, ondervindt een zoeker meer problemen om dat innerlijke baken vast te houden. Er zijn zoveel interesses die hem vasthouden aan zijn dagelijkse routine dat hij nauwelijks de Gnostische impuls waarneemt, laat staan deze herkent en hem dan volgt. Het ontbreekt hem hierdoor aan richting bij zijn zoektocht. Zijn blinde jacht naar geluk en een beter leven wordt een karikatuur van de zoektocht van zijn ziel die zich zijn oorsprong herinnert.
Als mens zijn wij ons bewust van onze fysieke wereld, omdat we denken en plannen. We werken deze plannen geïnteresseerd en tot in detail uit en realiseren deze plannen tenslotte met grote ambitie. Het realiseren van onze idealen in de buitenwereld geeft ons leven een doel en geeft ons bestaan zin.
Is niet iedereen bezig zich op deze wijze te handhaven in deze wereld? De gevolgen echter van deze zelfhandhaving zijn voornamelijk eindeloze discussies en rusteloosheid. Waarbij we onszelf uitputten in een levenslang gevecht met onze omgeving, terwijl de wereld in onze ziel braak ligt en verwaarloosd wordt. Miljarden mensen bouwen een fort om hun ‘ik’ en zijn aan het worstelen om hún ‘ik’ een beter bestaan te gunnen dan een ander.
Niemand anders dan wijzelf leggen ons deze boeien op die ons binden aan de wetten van deze Aarde. Luiheid en gewoontes bepalen al onze handelingen, gedachtes en gevoelens. Ons streven naar macht, onze hebzucht en ons bovenmatig handelen weerspiegelen ons beperkte en versluierde bewustzijn. Om de hunkeringen van onze ziel naar de achtergrond te kunnen duwen, hebben wij onze eigen waarden geschapen. Geen wonder dat wij zijn stem niet meer kunnen horen.
Het nastreven van de Geest houdt vervulling in.
Jacob Boehme zei eens: “De wereld met zijn bezigheden is een sluier voor de spirituele wereld, net zoals de ziel wordt afgedekt door het lichaam.”
Het doel van het bestaan is om deze sluiers te herkennen en deze van ons af te schudden. Dit houdt in dat wij de wereld gaan herkennen voor wat hij is: een vergankelijk bestaansoord voor de mens op zijn weg naar de Geest. Vanuit dat gezichtspunt is onze wereld een luchtspiegeling, een illusie, een schaduw van het oorspronkelijke levensgebied. De zintuiglijke wereld is als een sluier die de werkelijkheid bedekt en ons weerhoudt om de Eeuwigheid te zien.
De ziel kent de Eeuwigheid. Eeuwigheid is zijn ware natuur. Maar hij kan zijn vermogen pas alleen ontplooien op het moment dat het ‘ik’ zich realiseert dat het nooit de Eeuwigheid kan binnenkomen. Dat ‘ik’ is namelijk ontstaan uit dat deel van de natuur dat zich van God heeft afgekeerd. Daarom spreekt de Geest, de Gnosis, tot de ziel, op dusdanige manier dat hij kan ontwaken, de materie van zich kan afschudden, de sluiers kan wegtrekken en in staat is het Licht te ontvangen als zijn ware bron van leven.
Zolang wij onszelf niet openen voor de Gnosis zijn al onze inspanningen om ons leven te verbeteren gedoemd te mislukken en al die pogingen zullen ons niet naar het Nieuwe Levensgebied kunnen brengen. Want op eigen kracht lukt het niet om beter, gelukkiger of spiritueler te worden. De Gnosis kan ons echter alleen vervullen als wij ons leven niet langer baseren op trots, op koppigheid en op onze tijdelijke talenten die allemaal berusten op de bedrieglijke waarnemingen van onze zintuigen. We moeten allereerst gaan beseffen en erkennen dat er een hoger doel in het leven is dat het waard is na te volgen. Eerst moeten we beseffen dat het enige dat waard is om voor te leven, een streven is naar de Geest.
De vermogens van de ziel en de macht die alles verandert.
Een menselijk wezen is een reflectie van de gehele Schepping – een microkosmos, een minidimensionale kosmos. In ons eigen wezen herbergen we hemel en hel, het Eeuwige en het tijdelijke, Vrijheid en gevangenschap. Alles dat ooit geschapen is, ligt op kleine schaal binnenin ons en zoekt naar uitdrukkingsmogelijkheden.
Door ons verlangen en hunkering worden overeenkomstige krachten aangetrokken. Als we onze aandacht verleggen naar tijdelijke waarden, zullen we deze aantrekken. Als we ons wenden tot de Geest, de Gnosis, zullen we deel uitmaken van de Geest, wiens macht, wijsheid en liefde aan ons zal worden geschonken. En naarmate wij onszelf meer en meer daarvoor openstellen zullen deze steeds sterker en effectiever worden.
Op deze manier maakt onze ziel zich geleidelijk los van de materialistische wereld. De gaven van de ziel ontwikkelen zich zodanig dat de ziel zich kan bevrijden van de eisen die het lichaam stelt, totdat het uiteindelijk kan uitgroeien tot een perfect instrument van de Geest. De ziel lijkt op een kanaal die niet alleen de emanaties van de Geest ontvangt, maar deze vervolgens weer uit laat stromen in ons hele wezen. Hierdoor is hij in staat ons essentiële wezen fundamenteel te veranderen en kan hij ons leiden naar het proces van transfiguratie.
Zelfoverwinning en het zich onthouden van onjuiste voeding voor de ziel.
Een mens die zich overgeeft aan de Gnosis gaat een richting op waarbij de invloed van het ego (het zelf) meer en meer zal worden teruggebracht. “‘Hij” moet toenemen en “ik” moet minder worden’. Een mens die, vóórdat hij die richting opging, totaal op zichzelf was geconcentreerd, ondergaat dan een volledige ommekeer. Zijn zelfzuchtige aspiraties zijn gedoofd en zijn interesse in tijdelijk bezit en macht verdwijnt. Zijn leven krijgt een duidelijk en goed gestructureerd doel dat vrij is van angst, van ziekte, lijden en dood.
Trots, ambitie en een verlangen naar macht houden ons af van de eenheid met God. Als we deze neigingen van ons af kunnen leggen, komt daarvoor een nederigheid en een diep gevoel van eenheid in de plaats.
Ongeduld, weerstand en angst maken onze ziel gevoelloos en maken hem ziekelijk. Als we onszelf hiervan kunnen bevrijden, komen geduld, sereniteit en geluk naar boven.
Hebzucht, haast en jaloezie zijn de ketenen die ons meesleuren in deze lawaaierige wereld. Als wij ons hiervan kunnen bevrijden, dan creëren we ruimte voor stilte, vrede en harmonie. Dan vallen ook de verlangens weg naar kunstmatig geluk, naar succes of naar bevestiging door anderen. We komen in contact met ons Zelf.
Als onze gedachtes en handelingen eenmaal niet langer door ons ego worden bepaald, kunnen we leren om te handelen in overeenstemming met de principes van de Gnosis. Dan zoeken we naar de Waarheid en proberen daarnaar te leven. Dan zijn we ook in staat te leren de beperkingen te aanvaarden van onze wereld die niet bij machte is het Doel van ons bestaan te onthullen. En zullen we in staat zijn de wereld te herwaarderen naar zijn (beperkte) doel. We zullen beseffen dat de aard en de beperkingen van ons sterfelijk bestaan altijd lijden en pijn oproepen als uitingen van de onvolmaaktheid van het tijdelijke menselijke wezen.
De macht van de Christus onthult de ware essentie van een menselijk wezen.
Voor de ziel heeft bezit en macht geen betekenis. Alleen wanneer we het Pad van innerlijke bevrijding ontdekken en dit volgen, krijgen we een intrinsieke waarde binnen de hele Schepping. Alleen wanneer we de betekenis van ons leven gaan doorgronden en de consequenties hieruit trekken, zijn we van waarde voor onze lotgenoten. Zelfbespiegeling en zelfkennis zijn hiervoor onontbeerlijke begrippen. Deze leiden ons tot de ontdekking dat we een ander Zelf bezitten naast onze ‘ik’ die zich op de voorgrond dringt. Het is een Zelf dat niet reageert op de zelfzuchtige, ongoddelijke persoonlijkheid en zijn interesses.
Wanneer we bewust worden van dit Zelf, creëren we ruimte voor ons innerlijke wezen dat opnieuw geboren moet worden. Het volgt hierbij het pad van onze innerlijke ontwikkeling, het pad waarop de Christus in ons zich kan manifesteren.
Ieder van ons die zich bewust is geworden van het spirituele erfgoed, ieder van ons die tot besef komt van deze innerlijke essentie van Licht van waaruit de Godmens gaat verrijzen, kan deze Weg volgen. Ieder van ons die deze Weg opgaat, heeft ons Doel herkend: het doel van ons bestaan. Ons leven heeft daardoor een diepe betekenis gekregen.
Bron: Goddelijk Plan