Mijn jongste dochter heeft hier dagelijks moeite mee. Als ze een slecht cijfer heeft, en huilend thuiskomt, vraagt ze: mama, waarom krijg ik een cijfer? Waarom wordt ik hierdoor afgerekend op datgene wat ik niet kan? Waarom wordt er door niemand gekeken wat ik wél kan? En dan kan ik vaak geen antwoord vinden, alleen maar dat de maatschappij zichzelf zo achterlijk geschapen heeft, dat er geen meetlat is om te kijken hoe goed iets gaat, maar dat er aan de hand van de 'fouten' een optelsom ontstaat waardoor er een afvalrace ontstaat.
Zij heeft vakken nodig om te laten zien wat ze wél kan, mooie dingen scheppen met haar handen! Maar helaas schijnt dat er niet langer toe te doen tegenwoordig...
Vroeger deed ik de huishoudschool: ik had in de examenklassen zo'n acht uur per week om iets te doen met mijn handen, en dat vond ik het mooiste wat er was. Dat is jammer genoeg niet langer zo tegenwoordig.
Terwijl het toch zo is dat de overheid schreeuwt om handarbeiders? Is dit nou de omgekeerde wereld of vergis ik mij?