Een man Gods had op een dag een gesprek met de Heer en zei:
'Heer, ik zou willen weten wat hemel en hel inhouden.'
De Heer leidde de man naar 2 deuren.
Hij opende één van de deuren en liet de man binnenkijken.
In de kamer was een hele grote ronde tafel. In het midden van die tafel stond een grote pan met stamppot die heerlijk geurde en maakte dat de man Gods watertandde.
De mensen die rondom de tafel zaten waren echter mager en ziekelijk. Ze leken erg hongerig. Ze hielden lepels in hun handen met erg lange handgrepen die aan hun armen vastgemaakt waren. Het was voor een ieder mogelijk om in de pan met heerlijk eten te reiken en daaruit te eten, maar omdat de lepels langer waren dan hun armen konden ze de lepels niet naar hun monden brengen. De man rilde bij het aangezicht van deze ellende en dit lijden. God zei: 'Nu heb je de hel gezien.'
Ze gingen naar de volgende kamer en God opende de deur. Deze was exact dezelfde als de eerste.......
Er stond een grote ronde tafel in het midden van de kamer met daarop ook een grote pan met stamppot
waarvan de man weer moest watertanden.
De mensen hier hadden precies dezelfde lange lepels die waren vastgemaakt aan hun armen.
Maar deze mensen waren wel doorvoed en gezond.
Zij hadden het gezellig. Lachend en pratend met elkaar.
De man zei: 'Ik snap het niet, ik snap er niks van!'
'Het is vrij simpel' sprak God, 'je hoeft maar één ding te weten. Zie je, zij hebben geleerd om elkaar te voeden terwijl de inhalige mensen alleen maar aan zichzelf denken.'
Schrijver onbekend