In plaats van bewerker van een rechtvaardige wereld, is het christendom door onbegrip juist de belemmering naar wat in hun eigen woorden het koninkrijk der hemelen heet.
Je bent pas verlost als je niet meer, zoals dat heet, 'zondigt'. 'Zondig' is alles waarmee je je eigen vrijheid en geluk in de weg staat, dus ook de vrijheid van anderen. Het uitoefenen en ondergaan van macht, beïnvloeden en beïnvloed worden, plannen maken, verwachtingen, wensen, bedoelingen of behoeften hebben, leven naar tradities, normen en regels, die anderen voor je bepaald hebben, willen en bezitten, dat alles houdt de mens vast en staat dus zijn vrijheid in de weg.
Als de mens echt vrij wil zijn, moet hij alles wat hij geleerd heeft, doorzien als ballast, nutteloos, onzinnig en als bedenksels, waarmee je weliswaar een rol kunt spelen in deze maatschappij, maar niet kunt leven. Pas als je de laatste stuiver hebt ingelost komt het denken tot stilstand, dat grote malende wiel, en blijft er een puur ervaren, een eeuwig heden over. Dan voel je je een met alles en allen en zie je, zoals mystici dat noemen, "God", de grote alomvattende samenhang.
Eerst moet je durven inzien dat ons hele kennen en weten een groot luchtkasteel is, slechts belangen dienend in een steeds meer uitdijende spiraal, waar het eind van zoek is.