Ik noem mijzelf schaduwhert,
ik ben geen mens, ik heb geen hart.
ik ben slechts een schaduw, die jouw hart volgt
ik beweeg op jouw beweging, maar je kan me niet raken
Want ik ben leeg
Als een schaduw ren ik voor je uit,
Mijn hart is voor je weggevlucht.
Elk geluid van liefde
jaagt het verder in het woud.
'Kom toch, hertje', roep je;
'Waarom zo bang?'
Maar je ziet slechts schaduwen.
Niemand kon dit hert ooit vangen,
niemand heeft zijn warme neus gestreeld
Nooit zijn hart voelen kloppen.
In de schaduw wacht het angstig af
het hert is moe van vluchten
de leegte doet pijn