De partner naast haar ademde zachtjes. Met wijdopen ogen staarde ze in het diepe duister van de nacht. Hoe zou hij eruit zien? Vele malen al had ze haar nieuwsgierigheid naar het uiterlijk van haar geheimzinnige liefdespartner bedwongen, maar de prikkel om tegen zijn verbod in zijn gelaat in ogenschouw te nemen werd steeds heftiger. De regelmaat van zijn ademhaling verkondigde haar zijn diepe slaap. Hij zou toch niets merken als zij nu... Zachtjes sloop ze uit bed en tastte naar de olielamp op het tafeltje. Even nog aarzelde ze, toen hield ze zich niet meer in. Ze ontstak de lamp en bracht hem tot vlak bij het gelaat van haar slapende vriend. Voorzichtig hield ze hem ietsje scheef om beter zijn gelaatstrekken in zich te kunnen opnemen. Bij die beweging morste ze een beetje olie en die drapeerde een kleine vochtige vlek op zijn blote schouder. Wat er toen gebeurde ontstelde haar hevig. Geschrokken schokte hij overeind, wierp zijn benen buiten bed en verdween als een verjaagde vogel in de nacht.
Wie zij waren, dat jonge, verliefde minnekozende stel van wie de man haar ten strengste had verboden hem in het gelaat te kijken? De wereld kent haar als Psyche en de schone jongeling aan haar zijde bereikte faam als Eros, de twee welgeschapen hoofdrolspelers in een oude Griekse mythe. Voor ons zijn ze van belang omdat Psyche haar nam gaf aan het onstoffelijke en tegelijk onsterfelijke deel van de mens, zijn ziel, terwijl hij het onpeilbare fluïdum van de liefde vertegenwoordigt.
Sinds die gedenkwaardige nacht is Psyche op zoek naar haar zielsvriend. Een latere variatie van de mythe vertelt dat ze hem gevonden heeft en samen met hem de onsterfelijke status bereikte. Maar een andere lezing vertelt dat Aphrodite, haar moeder, de arme Psyche vier in zwaarte toenemende opdrachten meegaf, te weten het sorteren van een ontzaglijke berg verschillende graansoorten, het plukken van gouden wol van de ruggen van de gevaarlijke zonnerammen, het vullen van een flesje met water uit de zwaar bewaakte rivier der onderwereld en ten slotte de afdaling in het dodenrijk om daar bij de heerseres van de onderwereld een flesje schoonheidszalf weg te halen.
Dat deze vier opdrachten inwijdingen in de duistere diepten van de ziel voorstellen mag duidelijk zijn. Met het sorteren verwierf Psyche het noodzakelijke onderscheidingsvermogen, al kammend op de ruggen der rammen verlichtte ze haar geest door het verzamelen van de gouden draden, die evenzovele zonnestralen zijn. Het flesje water uit de Styx symboliseert het diepste zielsgebied van het persoonlijk onbewuste, terwijl de afdaling in het dodenrijk de vereenzelviging uitbeeldt met de archetypen van het collectieve onbewuste.
De uitleg van deze wonderlijke opdrachten houdt uiteraard verband met de mysteriereligies. De later vergoddelijkte psyche verpersoonlijkt de menselijke ziel en de vier opdrachten zijn zinnebeeldige aanduidingen van de taken waar ieder menselijk wezen zich voor geplaatst ziet. De zin van ons leven is het de innerlijke godheid te vinden en ons opnieuw met hem te verenigen. Dat leven is een voortdurende zoektocht, maar de mens bewandelt allerlei vreemde wegen om het schimmige doel te benaderen. De religie moedigt de rechtstreekse weg aan zonder de omwegen die van zijn zoektocht een dwaaltocht maken. Psyche geldt als voorbeeld voor de menselijke ziel, terwijl Eros de goddelijke liefde is aan wie wij in ons leven een plaats moeten geven.
Het innerlijk universum
De westerse psychologie ontleent haar naam aan de nieuwsgierige halfgodin, maar exploreert pas sinds Jung de diepere lagen van de psyche. De maatschappij zelf lijdt aan een chronische veronachtzaming van de ziel. Wij leven in een lichaamscultuur, waarin de ziel nauwelijks aandacht krijgt. Aandacht voor zoiets onstoffelijks als de ziel is ook moeilijk op te brengen. De complexiteit van de ziel is zo enorm, dat Jung de ziel vergeleek met een innerlijk universum. Het zinnebeeld water dekt het begrip redelijk goed. Wat onder het oppervlak van de oceanen schuilgaat is van een ongekende uitgebreidheid. Het Duitse 'Seele' stamt rechtstreeks van het woordje 'See'.
Intussen lijdt de mens aan een pijnlijke zielearmoe, terwijl de ziel als het spanningsveld tussen stof en geest, ofwel mens en god, juist het belangrijkste leefgebied van de menselijke existentie is. Stof is het openbaringsvoertuig der ziel op dit bestaansgebied en op een hoger gebied is de ziel het openbaringsvoertuig van de geest. De ziel ontwikkelt zich door van de stof gebruik te maken, doceert Alice Bailey in haar Verhandeling over witte magie. Jung gaat zelfs nog verder als hij beweert dat de ziel de mogelijkheid in zich draagt van een relatie met God. Diep respect voor de grootsheid van de ziel klinkt uit de woorden van de beroemde psycholoog: "Ik kan alleen in diepe bewondering en eerbied stilstaan voor de afgronden en hoogten van de psychische natuur", bekent hij in zijn "Herinneringen, dromen, gedachten". Menselijke krachten zijn niet in staat de ziel te doden, leerde ook Jezus (Mt. 10:28), hoewel hij waarschuwde voor de hel.
Opdrachten van Jezus
In navolging van de Griekse Psyche zag Jezus zich eveneens voor de vier opdrachten geplaatst. Weliswaar sorteerde hij zelf geen graan, maar zijn voormoeder Ruth was daar een meesteres in. Regelmatig verbleef zij op de dorsvloer om daar granen te lezen. Misschien zinspeelde hij hierop toen hij zei: "Zo de graan in de aarde niet valt en sterft blijft het alleen, maar als het sterft dan brengt het veel vrucht voort" (Joh. 12:24). De eerste opdracht aan Psyche was een beetje sterven, zoals de diepe introspectie in de inwijdingsmystiek kon doorgaan voor een innerlijk sterven aan de eigen schaduwbeelden. Mede om die reden zal de eerste inwijding in de Christelijke leer de onderdompeling geweest zijn in stromend water. Jezus onderging die als een wedergeboorte, statiger uitgedrukt als een vernieuwing des harten.
Ook hij kwam voor de ruige beharing van de rammen van Helios te staan. In zijn situatie ging het om de warme stralen van Helios, de zon die hem omscheen en doorzichtig maakte op de berg Tabor en hem de verlichting schonk die zijn geest opende voor het onvermijdelijke lijden, zijn derde opdracht. Psyche moest een flesje water halen uit de door draken bewaakte scheidingsrivier tussen het leven hier en het dodenrijk. Na zijn verheerlijking vergezellen we Jezus op de scheidslijn tussen leven en dood, spitsroeden lopend tussen vriend en vijand. Het flesje water kan niet anders zijn dan de innerlijke overwinning die hij binnenhaalt in het gerechtshof van Pilatus.
Dat Psyches afdaling in het dodenrijk gelijkstaat met het verblijf van Jezus in het graf behoeft geen nadere uitleg. Maar wat moeten we aan met het flesje schoonheidszalf, haar verstrekt door de heerseres van de onderwereld? Enig nadenken reikt ons het verbluffende antwoord aan. Met de schoonheidszalf wordt degene die echt door de inwijding van de dood is gegaan gezalfd tot de messias, in het Grieks de Christus. Door de zalving bereikt de myste de opstanding, de vereniging met God.
De zielereis
Het levensverhaal van Jezus zoals ons dat in de evangeliën is overgeleverd heeft in werkelijkheid betrekking op de ziel. Jezus ondernam de zielereis. Met zijn waterdoop begon de afdaling, die met de verheerlijking werd voortgezet tot de diepere lagen, die in de Mysteriën als vuurinitiatie worden aangeduid. Toen de zonnestralen het verstand verlichtten en de scheidsmuren tussen verleden en toekomst wegvielen, kwam de afdaling in het dodenrijk in het vizier en we horen Jezus meermalen zinspelen op het verwachte lijden. Psyche slaagde erin een flesje van het bittere water uit de dodenrivier op te diepen, maar Jezus dronk de gifbeker tot op de bodem leeg.
Zijn beproevingen bereiken, zoals we weten, hun bekroning in de opstanding, zijn opname in de kosmische Liefde. In de mythe van Psyche kan de godenvrouw zich dan verenigen met Eros. Jezus vereenzelvigt zich met de Liefde. Zijn manifestatie in zijn leer wordt gedragen door een Liefde die elk begrip te boven gaat. De ziel van Jezus is volledig vervuld van de kosmische Liefde.
Dat dit niet zomaar een bewering is wordt aangetoond door de, eveneens mythologische, gebeurtenissen met Pinksteren.
De naam Psyche hangt namelijk samen met het Griekse psychein, blazen, en psychros, koud en vochtig, wat de associatie met water aannemelijk maakt. De betekenis van deze zo diep in het westerse leven doorgedrongen naam wordt gelijkgesteld met adem, leven, geest en uiteraard ziel. Het Hebreeuwse 'nefesh' staat voor 'wind'. De stap naar de stormwind van Pinksteren is maar klein. De 'geweldige gedreven wind', waarvan in Handelingen 2:2 sprake is hangt op een mysterieuze manier samen met Psyche die haar bestemming aan de zijde van Eros heeft bereikt. Uit de stormvlaag lekken de vurige tongen en het spreken in de taal van de Geest. De geweldige symboliek van deze kosmische beelden omvat de mensenfamilie als de kinderschaar van de Wereldgeest.
De geringschatting van het sceptische westen kan niet gerechtvaardigd zijn wanneer de openbaring in het besef van de ziel wordt gewikt en gewogen. Al deze gebeurtenissen zijn plastische weergaven van diepe innerlijke processen. In alle tijden en door alle volken zijn deze manifestaties van het collectieve onbewuste aangevoeld en op een eigen, locale manier verwoord in vertellingen. Inderdaad komt de mythe van Psyche en Eros in allerlei variaties voor in de wereldmythologie. Te allen tijde was de mensheid ervan doordrongen dat het leven de ziel betrof en het lichaam haar instrument is. Het oude Israël schonk ons de gestalte van Jezus Christus in wie vele oude mythen gestalte aannamen en ons nader kwamen.
Het leven bezielen
De laatste jaren neemt de aandacht voor de ziel sterk toe. Tal van auteurs plaatsen de ziel weer in het centrum van onze interesse en roepen ons op om ons dagelijks leven te bezielen. Wij kennen al de bezielde maaltijd in de vorm van de eucharistie en de andere bezielde handelingen die wij sacramenten of mysteriën noemen. De Amerikaanse psychotherapeut Thomas Moore heeft ons in enkele belangwekkende boeken geattendeerd op de ziel van relaties en van allerlei zaken en handelingen die we normaliter helemaal niet met de ziel verbinden. Dat bouwkunst bezield is zien we aan vele traditierijke historische gebouwen. Het schrille contrast met onbezield bouwen is schrijnend. De bezieling van het gezellige buurtwinkeltje is ondergegaan in de efficiency van de zakelijk bestuurde supermarktketens en de massificering van het amusement ontneemt ons eveneens het zicht op bezielde kleinschaligheid.
Als we de ziel uit ons leven bannen verschraalt de maatschappij en worden kerken overbodig. In mijn woonplaats worden drie grote Roomse kerken afgebroken en vervangen door een klein kerkje. Het zal wel een zielloos multifunctioneel centrum worden, vrees ik. Zelfs uit de kerken is de ziel weggehaald.
Ik denk nog wel eens terug aan het buurt-bibliotheekje uit mijn kindertijd. Uren bracht ik er door, zoekend en bladerend onder de glimlachende blikken van de winkelier. Dat bibliotheekje was tot en met bezield. Het bracht mij in een vroeg stadium tot ontwaken en nu ik oud ben besef ik, mede dank zij dit bibliotheekje met de geur van tabak en oud papier, hoe belangrijk het is om de ziel weer in het leven toe te laten. De hartstochtelijke warmte van Psyche met haar zo puur menselijke nieuwsgierigheid en het doorleefde verdriet van Jezus die de afgang van de maatschappij al zag aankomen, zetten ons aan het denken. Hun pure emotionaliteit wijst ons op onze verantwoordelijkheid weer vanuit de ziel te leren leven en het uitvoeren van de vier opdrachten met brede visie ter hand te nemen.
Johan Pameijer