Morfogenetisch veld
Hoe krijgen duiven het voor elkaar om steeds weer rechtstreeks naar huis te vliegen – waar ze ook worden gedropt? Hoe komt het dat het die duiven zelfs lukt om terug te vliegen als ze honderden kilometers in verdoofde toestand in een zwarte doos worden vervoerd? Ruiken ze hun weg naar huis? Nee, want zelfs als hun reukzenuw wordt doorgesneden; komen ze veilig thuis.
De meeste wetenschappers laten dergelijke vragen links liggen. Maar de Britse biochemicus Rupert Sheldrake, geschoold in Cambridge en Harvard, is juist gefascineerd door het onverklaarbare gedrag van dieren. Sheldrake meent dat informatie – herinnering – niet in de hersenen wordt opgeslagen. Hij spreekt van een ‘morfogenetisch veld’: een web van geheugen dat generaties van schepsels met elkaar vindt waardoor de ervaringen van één ten goede komen aan allen.
Het morfogenetisch veld is dus een informatiedrager, waarop kan worden afgestemd. Duiven doen dat, omdat hier de informatie over hun thuislocatie zou liggen opgeslagen. De dieren zouden aan hun thuishok en aan elkaar vastzitten met onzichtbare draden. Dieren gebruiken dit veld waarschijnlijk ook om instant met elkaar te communiceren, zoals scholen vissen die als één vis bewegen.
Dit morfogenetisch veld zou ook kunnen verklaren waarom de kolonie albatrossen die van een eiland in de Grote Oceaan werd geplukt om vijfduizend kilometer verderop aan de Amerikaanse westkust te worden losgelaten, binnen tien dagen weer thuis waren gekomen.
Ook zou sprake kunnen zijn van telepathische communicatie. Bij termieten wordt dit duidelijk, zo heeft Sheldrake aangetoond. Wanneer een termietennest gedeeltelijk wordt verwoest, gaan de beestjes onmiddellijk aan de slag om het te repareren. Dit proces lijkt te verlopen volgens een van bovenaf gedirigeerd plan. Wanneer een stalen plaat in het gat wordt gezet, zodat de twee ‘reparatieteams’ geen contact met elkaar kunnen hebben, sluiten de beide helften uiteindelijk nog altijd naadloos op elkaar aan. Het is duidelijk dat de koningin hierin een grote rol speelt; iedere activiteit van de werkers stopt zodra de koningin wordt vermoord. Zij kan echter wel uit het nest worden weggehaald of van de werkers worden gescheiden, zonder dat dit de werkzaamheden verstoort.
Er is een mooi voorbeeld van een duif die zijn eigenaar – een twaalfjarig jongetje uit Summersville, West Virginia – terugvindt. De raceduif, met nummer 167, was op een dag aan komen vliegen. Het jongetje ontfermde zich over de duif en het werd zijn huisdier. Enige tijd later werd het jongetje opgenomen in Myers Memorial Hospital in Philippi, ongeveer 170 kilometer van zijn huis. Ongeveer een week later hoorde de jongen geklapwiek voor zijn ziekenhuisraam. Het bleek zijn duif te zijn.
Ook is er een ongelooflijk verhaal van een man wiens vinger was geamputeerd. De vinger werd in een potje bewaard. Het ging een aantal jaar goed, totdat de man weer bij zijn arts kwam en klaagde over het gevoel van extreme kou in zijn geamputeerde vinger. De man vertelde de arts dat de vinger in zijn moeders verwarmde kelder werd bewaard. De arts vroeg de moeder het potje te bekijken. Het bleek dat er vlakbij de vinger een gebroken raam was. Zodra de vinger weer werd verwarmd, verdween de pijn.’
Sheldrake heeft zijn theorie over de morfogenetische velden in de praktijk vele malen bewezen gezien, maar was niet in staat een natuurkundige verklaring op te stellen. Met de (her)ontdekking van het Zero Point Field krijgt zijn theorie nu een wetenschappelijke onderbouwing.
Meer informatie: Rupert Sheldrake: Zeven experimenten die de wereld kunnen veranderen (Kosmos/Z&K, 1996), Honden weten wanneer hun baas thuiskomt: Een onderzoek naar de mysterieuze vermogens van dieren (Kosmos/Z&K, 1999) en The Sense of Being Stared At: And Other Aspects of the Extended Mind (Crown Publishing Group, 2003),
www.sheldrake.org.