Loading...
nl

Het ego en het zelf

gast
gast mrt 14 '08
Het evangelie van Thomas is één van de overleveringen uit vroeger tijd die mij nog steeds intrigeren. Het liefst lees ik ze zelf en kijk naar de gedachten die erover in mij opkomen. Maar soms lees ik de interpretatie van anderen zo ook bij deze logion:

De reis van het ik, van ego naar zelf
68

Jezus zei:
Gezegend wie gehaat en vervolgd wordt.
Waar men je vervolgd heeft,
zullen zij geen plaats vinden.


Er was eens een jongeman, Joyce, die een held wilde worden. Hij meldde zich aan bij een elite-eenheid van het leger, de commando’s en werd tot zijn grote vreugde aangenomen.
Maar in de praktijk van de oorlog deed zich een probleem voor. Als hij tegenover een vijand stond, oog in oog, lukte het hem niet om de dolk in zijn hand in het lijf van de vijand te krijgen. Hij kon niet, zoals hij op stropoppen had geoefend, koelbloedig doden. Het was steeds alsof zijn hand op een geheimzinnige manier werd vastgehouden.
In de wereld van de commando’s was hij dus een lafaard. En daarom werd hij, in de woorden van dit logion, door zijn medecommando’s gehaat en vervolgd. En hij verweet ook zichzelf dat hij een lafaard was, dus hij haatte en vervolgde ook zichzelf.

Hier zien we een model van een mens die opgenomen is in een ‘wereld’, namelijk in de wereld van de commando’s, en wiens hele streven erop gericht is te voldoen aan de normen van die wereld.
Dit is hoe we in de gnostiek het woord ‘wereld’ dienen te verstaan.
Zoals de wereld van de commando’s zijn er nog veel meer werelden. Ze berusten op afspraken over goed en kwaad, vriend en vijand, helden en lafaards. Het zijn de buiten de mens geplaatste kaders van zingeving, de buitenwerelden die door collectiviteiten gedragen en in stand gehouden worden, meestal met behulp een instituut ter behoeding van 'de waarheid', zoals de inquisitie en het polit-bureau.

Los van deze buitenwerelden is er ook iets anders. Dat is in dit verhaal de binnenwereld van Joyce, maar dat geldt natuurlijk ook voor alle andere mensen. Iedereen heeft een binnenwereld.
In Thomas 22 staat dat het er om gaat de buitenwereld in overeenstemming te brengen met je binnenwereld, met andere woorden dat je handelen in de buitenwereld correspondeert met je eigen binnenwereld. Maak de twee één, zegt dit logion. Bij Joyce is dat duidelijk niet het geval. Er is een conflict tussen die twee, ze zijn met elkaar in strijd. Joyce is verdeeld in zichzelf.
Dat komt omdat Joyce zich geheel identificeert met zijn rol in de wereld van de commando’s. ‘Ik ben een lafaard’ zegt hij tegen zichzelf. Als hij ‘ik’ zegt bedoelt hij dus zichzelf als commando, in dit geval als de mislukte commando, de lafaard volgens de normen van de commandowereld. Dat is zijn ego. De innerlijke weigering om koelbloedig te doden, ervaart hij als vreemd aan dit ik-besef.

Het spirituele pad van de gnostiek houdt in dat we leren de identificatie met onze rol in de buitenwereld los te laten, en ons ik-besef te verbinden met onze binnenwereld. Dat is de reis van het ik, van ego naar zelf. Het ego is de rol in de buitenwereld, het zelf is onze ware aard als mens, onze unieke persoonlijkheid verbonden met onze Christusnatuur.

Zo lang Joyce zich blijft identificeren met zijn rol in de wereld van de commando’s, zolang hij dus gehecht blijft aan zijn ego, zal hij zich het oordeel van zijn medecommando’s die hem beschimpen om zijn lafheid, persoonlijk aantrekken, want hij erkent hun normen en waarden, het zijn ook zijn eigen normen en waarden geworden. Hij heeft zich aan de wereld van de commando's gehecht.
Maar zou hij die identificatie met zijn rol in de wereld van de commando’s, zijn gehechtheid ook aan de normen en waarden van de commando's, los durven laten, dan ontstaat er ruimte voor de herziening van zijn oordeel over zijn innerlijke weigering om koelbloedig te doden.
Als hij zijn gehechtheid aan de wereld van de commando’s zou durven loslaten, kan het ik-bewustzijn zich verbinden met de eigen binnenwereld. Dan kan Joyce zijn weigering serieus nemen, als iets van hemzelf, als iets dat wezenlijk bij hem hoort, als iets wat hem op zijn menselijke bestemming wijst, als een boodschap van zijn ziel zoals in logion 65. (Zie ook de toelichting daar.)

Als hij dat zou doen, als zijn ik-bewustzijn zich verbindt met zijn binnenwereld, is hij aangekomen op een plaats die onbereikbaar is voor anderen. Daar is hij onkwetsbaar voor de beschimping van de buitenwereld. De innerlijke plaats van het zelf kan een ander niet betreden. Daar kan men je dus niet vervolgen. Ze zouden dan nog wel het lichaam van Joyce gevangen kunnen nemen, maar niet meer zijn innerlijk. Hij is vrij van de normen en waarden van de buitenwereld van de commando’s. Hij heeft zijn eigen innerlijke norm, die van zijn Christusnatuur, de liefde.
Dat betekent ook dat Joyce dan zijn vermeende lafheid kan herduiden, namelijk niet als een gebrek, maar als een rijkdom. Zijn vermeende tekort blijkt dan in werkelijkheid zijn innerlijke schat van de liefde.

Deze logion is, in mijn ogen, op verschillende manieren uit te leggen maar vind de uitleg die hier gegeven wordt door Bram Moerland ook heel treffend.
Ben benieuwd wat jullie hiervan vinden.
Delen:

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki