Loading...
nl

Kahlil Gibran

gast
gast jul 18 '08
Andere zeeën

Zei de ene vis tegen de andere:'Boven onze zee ligt nog een zee
waarin schepsels rondzwemmen. Zij leven daar net als wij hier.'
De vis antwoordde: 'Je reinste onzin, als je weet dat alles sterft
wat onze zee ook maar een centimeter verlaat en niet terugkomt.
Welk bewijs heb je voor ander leven in andere zeeën?.

~~~~~

Zei een grasspriet

Zei een grasspriet tegen een herfstblad: 'Je maakt zo'n misbaar
als je valt! Je verstoort al mijn winterdromen.'
Zei het blad verontwaardigd: 'Jij, laag geboren, laag wonend,
armzalig wezen zonder zang! jij leeft niet in de hogere luchtlagen
en weet niet wat zingen is'.'
Toen vlijde het blad zich op de aarde neer en sliep in. En toen
de lente aanbrak werd het wakker en was een grasspriet.
En toen de herfst aanbrak en boven haar de herfstbladeren
door de lucht dwarrelden, mompelde ze, vlak voor ze in haar winterslaap verzonk, mopperend: 'O, die herfstbladeren! Ze maken zo'n misbaar! Ze verstoren al mijn winterdromen.'

~~~~~

De grafdelver

Op een keer, toen ik een van mijn dode zelven begroef, kwam de
grafdelver langs en zei: 'Van iedereen die hier komt om te begraven
vind ik alleen jou aardig.'
Ikzei: 'Dat doet mij geweldig veel genoegen, maar waarom
vind je mij aardig?'
'Omdat zij huilend komen en huilend weggaan,'zei hij. 'Jij
bent de enige die hier lachend komt en lachend weggaat.'

Kahlil Gibran
gast
gast jul 20 '08
Visioen

Op een akker aan de oever van een heldere stroom zag ik een vogelkooi,
waarvan de tralies door een kundige hand waren vervaardigd.
In de ene hoek lag een dode vogel, in de andere stonden
twee bakjes, een zonder water en een zonder zaad.
Ik stond daar eerbiedig en stilzwijgend, alsof de dode vogel en
het zacht murmelen van het water mij stelden voor een gewetensvraag.
Ik dacht diep na en begreep dat die arme vogel van dorst was
gestorven in de buur van vlietend water en van honger was omgekomen
te midden van de akkers, de bakermat van het leven,
zoals een rijke, opgesloten in zijn schatkamer, omkomt van honger
tussen bergen goud.
En voor mijn ogen zag ik de kooi veranderen in een menselijk
geraamte en de dode vogel in een hart dat bloedde uit een diepe
wond, die leek op de lippen van een treurende vrouw.
En uit die wond steeg een stem op, die sprak: 'Ik ben het menselijke
hart, de gevangene van de materie en het slachtoffer van
aardse verordeningen.
Op de akker van Gods schoonheid aan de oever van de stroom
des levens werd ik gevangengezet in deze kooi van wetten, die
door de mens zelf zijn uitgevaardigd.
Omgeven door de schone schepping stierf ik door verwaarlozing,
want de vrijheid van Gods overvloed werd mij ontzegd.
Al het schone dat mijn liefde wekt en mijn verlangen doet ontwaken,
is laakbaar in de ogen der mensen. Al het goede waarnaar
ik hunker, stelt naar zijn opvatting niets voor.
Ik ban het verloren menselijk hart, dat gevangen ligt in de ketenen van aards gezag, ten dode gedoemd en vergeten door de lachende mensheid, wier tong gebonden is en wier ogen geen
tranen meer staan.'
Deze woorden hoorde en zag ik opwellen uit dat gewonde
hart met een steeds trager sijpelend straaltje bloed.
Er werd wellicht nog meer gezegd, maar mijn door tranen
verblinde ogen en wenende ziel beletten mij verder nog iets te
zien of te horen.

Kahlil Gibran uit "Een traan en een lach"
gast
gast jul 22 '08
De idioot

In de tuin van een gekkenhuis ontmoette ik een jongeling met
een gezicht dat bleek was, lieflijk en vol verwondering. Ik ging
naast hem op de bank zitten en vroeg:'Waarom bent u hier?'
Hij keek mij in opperste verbazing aan en zei: 'Hoewel het
een onbetamelijke vraag is, zal ik haar toch beantwoorden. Mijn
vader wilde mij maken tot een duplicaat van zichzelf en mijn
oom eveneens. Mijn moeder wilde dat ik het evenbeeld was van
haar roemruchte vader. Mijn zus placht mij haar zeevarende
echtgenoot voor te houden als het volmaakte, navolging verdienende
voorbeeld. Mijn broer vindt dat ik net als hij moet zijn,
een uitmuntend atleet.
'Mijn leermeesters - de doctor in de filosofie, de muziekleraar
en de leraar inde logica - waren eveneens vastbesloten: eenieder
wilde slechts dat ik de weerkaatsing was van hun eigen gezicht in
de spiegel.
Daarom ben ik hierheen gekomen. Ik vind het hier gezonder.
Ik kan nu tenminste mezelf zijn.'
Toen wendde hij zich eensklaps tot mij met de woorden: 'Zeg
mij eens, bent u ook hierheen gedreven door opvoeding en goede
raad?'
En ik antwoordde: 'Nee,ik ben een bezoeker.'
En hij zei: 'O, u bent een van hen die in het gekkenhuis zitten
aan de andere kant van de muur.'

Kahlil Gibran uit "de zwerver"
gast
gast jul 22 '08
Je kunt anderen alleen beoordelen op grond van je zelfkennis.
Zeg me nu eens, wie van ons is schuldig en wie onschuldig?

~~~~~

Zelfs de maskers van het leven verbergen een dieper geheim.

~~~~~

Wie de vinger kan leggen op dat wat goed scheidt van kwaad,
beroert de zoom van Gods gewaad.

~~~~~

De waarheid wordt alleen geopenbaard door groot verdriet en
grote vreugde. Wie geopenbaard wil worden, moet naakt
inde zon dansen of zijn kruis dragen.

Kahlil Gibran uit "Zandkorrels en zeeschuim"
admin
admin jul 22 '08
Quote:
Wie de vinger kan leggen op dat wat goed scheidt van kwaad,
beroert de zoom van Gods gewaad.


Dit vind ik een hele sterke en ook wel heel erg toepasselijk smile
Lena
Lena jul 23 '08
gast deze vond ik ook erg mooi.


Kahlil Gibran Over Liefde:

Toen zei Almitra: "Spreek tot ons over de Liefde"
En hij hief zijn hoofd op en keek naar de mensen, en hij werd stil. En met een diepe stem zei hij toen:

Als liefde je uitnodigt hem te volgen alhoewel zijn wegen moeilijk en steil zijn,
en als zijn vleugels je omgeven, dan buig je je voor hem.
Het zwaard dat verstopt zit onder zijn kleren kan je verwonden, en als hij spreekt geloof je hem,
alhoewel zijn stem je dromen kan vernietigen
zoals de Noordenwind de tuin in een woestijn kan veranderen.

Want zoals de liefde je kroont zo zal de liefde je kruisigen.
De liefde is voor je groei maar ook om je te kortwieken.
Zelfs als hij opstijgt en je teerste takken die in de zon trillen streelt,
zo zal hij ook naar je wortels gaan en ze heen en weer schudden terwijl je je vastklemt aan de aarde.
Hij kneedt je tot je zacht bent en dan neemt hij je mee naar zijn heilig vuur,
zodat je gewijd brood mag worden voor het heilige feest van God.

Al deze dingen zullen de liefde je aandoen zodat je de geheimen van je hart leert kennen,
en in die kennis een deel van het hart van het leven kunt worden.

Maar als je in je angst alleen op zoek bent naar de vrede en de pleziertjes van de liefde,
dan is het beter voor je je naaktheid te beschermen en buiten het bereik van de liefde te blijven en in de wereld zonder seizoenen te gaan wonen, om te lachen, maar niet totaal, en om te huilen,
maar niet totaal.

De liefde geeft niets anders dan zichzelf en neemt niets anders dan van zichzelf.

De liefde bezit niet, noch kan het in bezit genomen worden. Want de liefde is zichzelf genoeg.

Als je lief hebt moet je niet zeggen: God is in mijn hart, maar liever: ik ben in het hart van God

en denk maar niet dat je de richting van je liefde kunt leiden,
want als de liefde je waardig vindt, leidt hij je.

Liefde heeft geen andere wens dan zichzelf te vervullen.

Maar als je lief hebt en zo nodig wensen moet hebben, laten dit dan je wensen zijn:
te smelten en een stromende beek te worden
die de melodie van de liefde tot in de nacht door zingt
de pijn te kennen van te veel tederheid
gewond te worden door je eigen begrip van de liefde
gewillig te bloeden en zelfs met vreugde.
Tegen zonsopgang wakker te worden met een hart met vleugels
en dankbaar te zijn voor nog een dag vol liefde
te rusten tegen de middag en te mediteren over de extase van de liefde
’s avonds thuis te keren met dankbaarheid
en dan te slapen met een gebed voor de geliefde in je hart en een lied op je lippen.

Kahlil Gibran uit: ‘De Profeet”
gast
gast jul 23 '08
Ja mooi is deze hè.
Vooral dit zinnetje zegt voor mij alles:

Liefde heeft geen andere wens dan zichzelf te vervullen.
gast
gast jul 25 '08
Volmaaktheid

Mijn broeder, je vraagt wanneer de mens volmaakt zal zijn.
Luister naar mijn antwoord.
De mens nadert de volmaaktheid wanneer hij voelt dat hij een
oneindige ruimte is, een oeverloze zee, een onuitblusbaar vuur,
een niet te doven licht, een zwoele wind, een woedende storm, een
donderhemel of een regenluchht, een zingend beekje, een weeklagend
stroompje, een boom in lentetooi of een naakte loot in de herfst.
Een oprijzend gebergte, een afdalende vallei, een vruchtbare
vlakte of een dorre woestijn. Wanneer de mens dit alles
voelt, is hij reeds halverwege op weg naar volmaaktheid.
Om zijn doel te bereiken moet hij vervolgens gewaarworden
dat hij een kind is, afhankelijk van zijn moeder, een vader,
verantwoordelijk voor zijn gezin, een jongeling, verloren in
de liefde,
een oude man, worstelend met zijn verleden, een aanbidder
in zijn tempel, een misdadiger in zijn kerker, een geleerde te
midden van zijn perkamenten, een ontwetende, die wankelt tussen
het duister van zijn nacht en het donker van zijn dag, een
non, die lijdt tussen de bloemen van haar geloof en de distels van
haar eenzaamheid, een lichtekooi, gevangen tussen de giftanden
van haar zwakheid en de klauwen van haar nooddruft, een arme, in
de val tussen zijn verbittering en zijn onderworpenheid, een
rijke tussen zijn hebzucht en zijn geweten, een dichter tussen
de mist van zijn avondschemering en het gloren van zijn dageraad.
Wie dit ervaart, ziet en begrijpt, bereikt de volmaaktheid en
wordt een schaduw van Gods grote schaduw.

Kahlil Gibran uit "Gedachten en meditaties"
gast
gast jul 31 '08
Geven

Toen zei een rijke man: Spreek tot ons over geven.
En hij antwoordde:
Je geeft slechts weinig als je geeft van je bezit,
Je geeft pas echt als je geeft van jezelf.
Want wat zijn je bezittingen anders dan dingen die je achter
de hand houdt uit angst dat je ze morgen nodig hebt?
En wat brengt de dag van morgen de al te voorzichtige hond
die botten begraaft in het sporenloze zand terwijl hij achter de
pelgrims aansjokt, die op weg zijn naar de heilige stad?
Is angst voor behoeftigheid niet zelf al behoeftigheid?
En is de dodelijke angst dat je niet genoeg te drinken hebt,
terwijl je bron vol is, niet de onlesbade dorst?

Sommigen geven maar weinig van het vele wat ze bezitten. Ze
geven het om gezien te worden en hun heimelijke verlangen
maakt dat er geen zegen op hun gaven rust.
Anderen hebben maar weinig en geven alles.
Zij geloven in het leven en de mildadigheid ervan, en nooit is
hun schatkist leeg.
Sommigen geven met vreugde en in die vreugde ligt hun beloning.
Anderen geven met pijn in hun hart en in die pijn ligt hun
vuurdoop.
Er zijn er echter ook die geven zonder pijn, die geen vreugde
zoeken en die ook niet geven met de gedachte aan goeddoen.
Zij geven zoals in gindse vallei de mirte zijn zoete geur
uitademt.
Door middel van hun hand drukt God zich uit en van achter
hun ogen glimlacht Hij de aarde toe.

Het is goed te geven als iemand erom vraagt, maar het is beter
om ongevraagd te geven vanuit begrip.
Voor een vrijgevig mens is het zoeken naar iemand die wil
ontvangen een vreugde groter dan geven.
Zou je iets willen achterhouden?
Eens zul je alles geven wat je hebt.
Geef dus nu, opdat het geven valt in jouw tijd en niet in die
van je erfgenamen.

Ik heb jullie vaak horen zeggen: ik wil wel geven, maar alleen
aan wie het verdient.
Dat zeggen de bomen in je boomgaard en de kudden op je
weiden niet.
Zijn geven om te leven, want achterhouden betekent te gronde gaan.
Is hij die zijn dagen en nachten heeft verdiend niet alles waard
wat jij hem kunt geven?
Wie het gegeven is te drinken uit de oceaan van het leven verdient
het zeker zijn beker te vullen aan jouw kleine stroom.
Ligt niet de grootste verdienste besloten in de moed, het
vertrouwen, ja, de liefdadigheid van he ontvangen?

Wie ben jij dat je medemens zich voor jou zou moeten vernederen
en blootgeven? Moet hij soms zijn borst openrijten, zijn
waardigheid en zijn trots prijsgeven en naakt en beschroomd
voor je staan?
Zorg eerst maar dat je het zelf verdient als werktuig in dienst
te mogen staan van het geven.
Want in werkelijkheid is het het leven dat geeft aan zichzelf,
en jij die denkt dat je geeft, ben daarvan enkel getuige.
En jij die ontvangt -en ontvangen jullie niet allemaal?- neem
niet de drukkende last van de dankbaarheid op je, opdat je
jezelf en degene die geeft geen juk oplegt.
Stijg liever met de goede gever op als had je vleugels.
Door al te bedacht te zijn op dat wat je verschuldigd bent, twijfel
je immers aan zijn vrijgevigheid, die de gulhartige aarde tot
moeder en God tot vader heeft.

Kahlil Gibran uit "de profeet"
Lena
Lena jul 31 '08
ik heb al 3x gelezen gast,wat een prachtig stuk over geven,
het geeft zeker stof tot nadenken smile
Lena
Lena aug 1 '08

nog een mooie smile

Als je staat aan het begin van je kennen,
sta je aan het begin van je voelen,
Wie alleen kan zien wat het licht onthult,
en alleen kan horen wat het geluid verkondigt,
ziet en hoort eigenlijk niets.

De werkelijheid van iemand anders
is niet gelegen in het feit van hij je onthult,
maar in wat hij je niet kan onthullen.
Als je hem dus wil begrijpen
luister dan niet naar wat hij zegt,
maar veel meer naar wat hij niet zegt.

Jij en ik blijven vreemden voor het leven,
voor elkaar en voor onszelf,
tot de dag waarop jij spreekt en ik luister
omdat ik meen dat jou stem mijn eigen stem is
en ik, wannneer ik voor je sta,
meen dat ik mezelf zie staan voor een spiegel.
gast
gast aug 5 '08
Goed en kwaad

En een van de oudsten van de stad zei: Vertel ons over goed en kwaad.
En hij antwoordde:
Over het goede in jullie kan ik spreken, over het kwade echter niet,
Want wat is het kwade anders dan het goede dat wordt gekweld
door zijn eigen honger en dorst?
Als het goede hongert, zoekt het zijn voedsel zelfs in duistere
spelonken en als het dorst, drinkt het zelfs van dode wateren.

Je bent goed als je in harmonie bent met jezelf.
Maar als je dat niet bent, ben je nog niet slecht.
Een verdeeld huis is nog geen rovershol, het is slechts een
verdeeld huis.
Een schip zonder roer mag dan doelloos ronddobberen
tussen gevaarlijke klippen, het hoeft nog niet te zinken.
Je bent goed alsje ernaar streeft jezelf te geven,
Maar je bent nog niet slecht als je uit bent op je eigen voordeel.
Je bent enkel een wortel die zich vastklampt aan de aarde en
zuigt aan haar borst.
Heeft de vrucht het recht tegen de wortel te zeggen:'Wees als
ik, rijp en vol, en geef steeds van je overvloed?'
Geven is voor een vrucht een behoefte, zoals ontvangen dat is
voor de wortel.
Je bent goed al je volkomen alert bent wanneer je praat,
Maar je bent nog niet slecht als je slaapt en je tong doelloos
stamelt.
Zelfs taal die mank gaat, kan een zwakke tong sterken.

Je bent goed als je vastberaden en zelfverzekerd op je doel afstevent,
Maar je bent nog niet slecht als je er hinkelend heen gaat.
Zelfs wie hinkt, gaat niet achteruit.
Maar jullie die vast en snel ter been bent, pas op dat je niet ten
overstaan van de kreupelen hinkt, in de waan dat je daarmee
goeddoet.

Je bent goed op tal van manieren en als je niet goed bent, ben je
nog niet slecht,
Maar enkel traag en lui.
Jammer dat het hert de schildpad geen snelvoetigheid kan bijbrengen!

Je goedheid ligt in je verlangen naar je reusachtige zelf en dat
verlangen sluimert in ieder van jullie.
In sommigen van jullie is het echter een bergstroom die
machtignaar de zee bruist en de geheimen van de heuvelhelling en
de liederen van het woud met zich meevoert,
En in anderen is het een trage stroom, die zich verliest in vele
bochten en langzaam voortkronkelt alvorens zij de kust bereikt.

Laat wie sterke verlangens koestert vooral niet tegen wie amper
verlangens heeft zeggen: 'Waarom ben je zo langzaam en onzeker?'
Wie waarlijk goed is, vraagt niet aan wie naakt staat: 'Waar is
je gewaad?' en aan wie dakloos is: 'Wat is er met je huis?'
Lena
Lena aug 5 '08
Je Bent Goed Zoals Je Bent smile
gast
gast aug 12 '08
Het leven

Het leen is een eiland in een oceaan van verlatenheid, een eiland
waarvan de rotsen verwachtingen, de bomen dromen, de
bloemen eenzaamheid en de beken dorst zijn.
Jullie leven, mijn broeders, is een eiland, dat van alle andere
eilanden en landstreken is gescheiden. Hoeveel schepen ook van
je kusten koers zetten naar andere windstreken, hoeveel vloten
ook je kusten aandoen, je blijft een eenzaam eiland, dat lijdt onder
de pijn van de eenzaamheid en hunkert naar geluk. Je broeders
kennen je niet en je ontbeert hun sympathie en begrip.
Mijn broeder, ik zag je zitten op een berg goud. Je verheugde
je over je rijkdom, je was trots op je schatten en twijfelde er niet
aan of elke handvol goud die je had vergaard was een onzichtbare
schakel die de verlangens en gedachten van andere mensen met
die van jou verbond.
Ik zag je voor mijn geestesoog opdoemen als een groot veroveraar
die zijn troepen aanvoerde, uit op de vernietiging van de
bolwerken van je vijanden. Maar toen ik weer keek, zag ik slechts
een eenzaam hart dat wegkwijnde achter volle schatkisten, een
dorstige vogel in een gouden kooi met een leeg waterbakje.
Mijn broeder, ik zag je zitten op de eretroon met om je heen je
volk dat je majesteit verkondigde, de lof zong van je grote daden,
je wijsheid hemelhoog prees, je aanstaarde of het zich in de
tegenwoordigheid van een profeet bevond en zijn gejuich tot aan
het hemelgewelf verhief.
Je keek naar je onderdanen en ik zag op je gelaat de tekenen
van geluk, macht en triomf, als was je de ziel van hun lichaam.
Maar toen ik weer keek, zag ik je moederziel alleen naast je
troon staan, een balling die zijn hand in alle richtingen
uitstrekte, alsof hij onzichtbare geesten smeekte om genade en
vriendelijkheid - bedelend om onderdak, al had dat niet meer
te bieden dan wat warmte en vriendleijkheid.
Mijn broeder, ik zag hoe je, verliefd op een mooie vrouw, je
hart offerde op het altaar van haar lieflijkheid. Toen ik zag hoe ze
met tedere, moederlijke gevoelens naar je keek, zei ik bij mezelf:
'Lang leve de liefde, die een eind maakt aan de eenzaamheid van
de mens en zijn hart verbindt met dat van een ander.'
Maar toen ik weer keek, zag ik in je liefhebbende hart een ander,
eenzaam hart dat het tevergeefs uitschreeuwde om zijn geheim
aan een vrouw te onthullen, en achter je van liefde vervulde
ziel een andere eenzame ziel die leek op een ronddolende wolk
en tevergeefs wenste dat ze kon veranderen in tranen in de ogen
van de geliefde.
Je leven, mijn broeder, is een eenzame woning, gescheiden
van de woningen van anderen, een huis waarvan het inwendige
de blik van de buren niet doordringt. Als het in duisternis wordt
gedompeld, verlicht de lamp van de buren het niet. Als er geen
levensmiddelen meer zijn, vult de voorraad van de buren ze niet
aan. Als het in een woestijn staat, kun je het niet verplaatsen naar
de tuinen die door anderen worden bewerkt en beplant. Als het
op een bergtop staat, kun je het niet naar het dal brengen dat
door de voeten van andere mensen wordt begaan.
Het leven van je geest, mijn broeder, is omgeven door eenzaamheid,
en als het anders was, was jij niet jij en ik niet ik. Als
het anders was, dacht ik bij het horen van je stem dat het mijn
stem was die sprak en bij hert zien van jouw gezicht dat ik mijzelf
in de spiegel zag.

Kahlil Gibran uit "De stem van de meester"
**Angela**
**Angela** aug 12 '08
Origineel bericht van: Lena10
Je Bent Goed Zoals Je Bent smile


Dat zeiden ze ook tegen mij de afgelopen jaren.......... confused
Maar ik was mezelf niet, en wist niet wie dan wel te zijn.......... cry

Nu WEET ik dat ik goed zal zijn zoals ik ben, als ik weer mezelf ben!!!!!!!!! grin

Veel mensen weten niet eens wie ze werkelijk zijn, want door allerlei ellende hebben ze kwalijke eigenschappen om zich heen verzameld om te overleven, maar dat zijn zijzelf niet meer......... confused
admin
admin aug 12 '08
Nee, maar wellicht hadden ze die eigenschappen wel nodig om zich staande te houden en te overleven.
Dus kan het op een bepaalde manier toch wél jij zijn.
Ik denk dat het verkeerd is om te denken dat je pas helemaal jij bent als je alle blokkades en rommel in jezelf hebt opgeruimd.
Ook met rommel en blokkades kun je jezelf zijn, je hebt alleen een berg werk liggen om voorbij die blokkades te kunnen komen. Maar de kern blijft hetzelfde.
Vergelijk het met fruit, ook een rotte appel is net zoveel appel als een verse van de boom.
Zo zie ik het tenminste smile
**Angela**
**Angela** aug 12 '08
Ja, maar een appel die rot is smaakt niet lekker......... wink
En die laat iedereen liggen......... blush

Ik ben sinds die klappen op mijn hoofd, erg ten nadele veranderd........
Niet met alles, maar wel tegen andere mensen.
Er is wantrouwen, woede, onmacht, verdriet en agressie!
Ik praat niet meer gezellig, maar erg dwingend........
Ik discusieer niet meer.......ik dwing iemand om mijn standpunten aan te nemen.........
Was erg onredelijk, vloekte en had aan de telefoon altijd ruzie met welke leverancier dan ook.......
Als ik aan het woord ben, kom je er niet gauw tussen........

Het was erger, maar gelukkig is het de laatste jaren weer aan het afzwakken.......

Maar.........mensen vinden het op den duur niet prettig om met me te praten..........worden grof of mijden mij. Ik ben al heel wat "vrienden en bekenden" kwijt geraakt omdat ik gekwetst werd door hun antwoorden.........

Vroeger was ik een prettiger mens, ook voor mezelf, hihihihi blush
seppe
seppe aug 12 '08
Dat is wat men bedoeld als men het heeft over de nieuwe tijd en veranderen als mens.
De energie word hoger, word meer uitvergroot. Zowel negatief als positief want beide zijn dezelfde energie.
Als jij dan veel energie hebt in de vorm van eigen standpunten aannemen en het ego gebruikt dit ten nadele (enkel voor het zelf) van jezelf vergroot je de negatieve kant van die energie uit.
En doordat de energie zo uitvergroot word kun je zelf beter zien welke kant je opgaat he, positief of negatief.

Het is enkel energie. Jij bepaald waar het naartoe gaat. Niet het ego.

"**Angela** maar gelukkig is het de laatste jaren weer aan het afzwakken......."

je ego begint kracht te verliezen. Je hoger zelf begint in te dalen maar het ego blijft zich verzetten.
sarina
sarina aug 12 '08
Origineel bericht van: gast
Speciaal eentje voor Sarina de Juf:

Onderricht

Toen zei een leraar: vertel ons over onderricht.
En hij zei:
Iemand kan je alleen onthullen wat reeds in de morgenschemer
van je kennis sluimert.
De leraar die te midden van zijn volgelingen in de schaduw
van de tempel wandelt, geeft niet zozeer van zijn wijsheid als wel
van zijn geloof en zijn liefde.
Als hij echt wijs is vraagt hij je niet het huis van zijn wijsheid
te betreden, maar leidt hij je naar de drempel van je eigen geest.
De sterrenkundige mag je dan vertellen over de sterrenhemel,
hij kan je zijn diepere inzicht niet schenken.
De musicus mag dan in zijn lied de muziek der sferen ver-
klanken die overal ritmisch in doorklinkt, hij kan je niet de ge-
voeligheid van gehoor schenken die het ritme oppakt, noch de
stem die het vertolkt.
En hij die bedreven is in de wetenschap der getallen kan je
vertellen over de wereld van gewicht en maat, maar hij kan je er
niet heen brengen.
En inzicht van de ene mens schenkt immers een ander mens
geen vleugels.
En zoals God ieder van jullie afzonderlijk kent, zo leert ieder
van jullie God en de aarde op zijn eigen manier kennen.

Uit "de Profeet" van Kahlil Gibran


Dank je, werd helemaal warm van binnen toen ik het las..... Het is zo waar.....Deze ga ik in mijn agenda plakken en vaak herlezen....

Nogmaals bedankt! En een kus van de juf......
liesanne
liesanne aug 13 '08
Jezelf ben je toch juist ook met je 'donkere' kanten, je schaduwkanten. Juist door het omarmen van die schaduwkanten kunnen ze transformeren......

Jammer dat we rotte appels laten liggen, zo krijgt het rottingsproces meer kans...... wink
Pagina's: Vorige 1 2 3 4 Volgende

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki