Da Vinci, Leonardo
Hoewel zijn naam suggereert dat da Vinci in Vinci werd geboren is dit uiterst twijfelachtig. Zijn geboortehuis - een hedendaagse toeristische attractie - staat in Anchiano, een dorp nabij Vinci op het grondgebied van de stad Florence. Zowel zijn vader als een aantal voorvaderen waren notaio, notaris. Daardoor is zijn geboortedatum en naam overgeleverd. "Leonardo di ser Piero da Vinci" (Leonardo, zoon van heer Piero uit Vinci) schreef zijn grootvader in het familieboek. Leonardo was een buitenechtelijk kind van Piero en Chataria, Catherina, een boerenmeisje. Hierdoor kon hij geen klassieke studie volgen.
Leonardo groeide op op het platteland, en verbleef vermoedelijk minstens het eerste jaar bij zijn moeder die hem zoogde. Wat daarna gebeurde, is onzeker. Volgens het kadaster van Vinci van 1457 woonde Lionardo bij zijn vader Piero en diens echtgenote Albiera.
Hij werd een schildergezel (leerlingschilder) bij Andrea del Verrocchio en later een onafhankelijk schilder. Van 1482 tot 1499 werkte hij voor de Hertog van Milaan, Ludovico Sforza, waar hij zijn eigen studio had, inclusief leerlingen. Toen de Fransen Milaan bezetten, keerde hij terug naar Florence, waar hij voor Cesare Borgia ging werken als militair architect en ingenieur. In 1506 keerde hij terug naar Milaan.
Van 1513 tot 1516 woonde hij in Rome, waar toentertijd ook de veel jongere schilders Rafael en Michelangelo werkten, met wie hij weinig contact had. In 1516 ging Leonardo werken voor koning Frans I van Frankrijk in het kasteel van Amboise.
Hij overleed in het Franse Cloux en ligt begraven in de Kapel van St. Hubertus in het kasteel van Amboise in Amboise. Clos-Lucé is een herenhuis in Amboise dat werd bewoond door Leonardo da Vinci. Het is nu een museum over het leven en werk van Leonardo da Vinci. Het beschikt over veel voorbeelden van zijn uitvindingen.
Leonardo gold, met al zijn talenten die men tijdens zijn leven al erkende, in zijn tijd als een controversieel persoon. Onder andere vanwege zijn artistieke kwaliteiten kreeg hij diverse opdrachten van de Kerk voor het vervaardigen van religieuze kunst, met name schilderwerk. Het "Laatste Avondmaal" is hier een beroemd voorbeeld van. Da Vinci stond zijn gehele werkzame leven onder bescherming van invloedrijke personen; een tijd lang zelfs onder die van de paus zelf. Hoewel de kerk al redelijk was versoepeld, anatomisch onderzoek werd op kleine schaal toegestaan, was er toch geen sprake van Verlichting, getuige het proces tegen Galileo Galilei ruim een eeuw na Da Vinci's dood.
Da Vinci heeft ook een aanvaring gehad met de paus. Op een manuscriptvel noteerde Da Vinci dat de paus, aan wiens hof hij resideerde, hem betrapt had op anatomisch onderzoek op menselijke lijken. Ook is in een van zijn notities de opmerking "De zon staat stil" te vinden, volgens sommigen een verwijzing naar een heliocentrische kijk die tegen de dan geldende dogma's inging.
Volgens de meeste biografen was Leonardo's opvallendste karaktertrek dat hij vaak enthousiast aan een opdracht of nieuwe interesse begon maar dan heel vaak zijn begonnen werk niet afmaakte. Hiervan zijn vele voorbeelden vooral met zijn artistieke opdrachten. Maar hij had ook bijna zijn hele leven het plan vooor een allesomvattende encyclopedie die hij nooit voltooide.
Leonardo maakte vaak vele schetsen voor te maken grootse schilderijen, die vaak niet voltooid werden. In 1481 kreeg hij opdracht om het altaarstuk "De aanbidding door de wijzen" te maken, maar hij vertrok naar Milaan voordat het af was.
Daar besteedde hij vele jaren aan het ontwerpen van een monumentaal, acht meter hoog bronzen ruiterbeeld ter ere van de vroegere vorst Francesco Sforza. Ook dit project werd nooit gerealiseerd, maar dan als gevolg van de oorlog met Frankrijk. Op initiatief van privé-personen werd een vergelijkbaar standbeeld in 1999 in New York gemaakt en aan de stad Milaan geschonken.
Toen Leonardo in Florence was teruggekeerd, kreeg hij de opdracht een grote openbare muurschildering te maken. (Michelangelo zou de muur ertegenover beschilderen. De twee mochten elkaar overigens totaal niet.) Na vele voorstudies verliet hij de stad.
Leonardo schijnt nooit een intieme relatie gehad te hebben met een vrouw. In 1476 werd hij anoniem beschuldigd van homoseksuele contacten met een 17-jarig model, de notoire prostitué Jacopo Saltarelli. Dit gebeurde die tijd wel vaker en is vermoedelijk een vorm van laster geweest. Samen met drie anderen werd Leonardo bij gebrek aan bewijs vrijgesproken van een aanklacht wegens homoseksueel gedrag, maar allen werden nog wel enige tijd in de gaten gehouden door de "Nachtagenten" van Florence, een soort zedenpolitie.
De speculatie over zijn homoseksualiteit wordt vooral gevoed door een uiteenzetting van Sigmund Freud. Freuds ideeën en werkwijze worden door sommige critici, waaronder C.G. Jung, sterk in twijfel getrokken, dit geldt ook voor diens analyse van Leonardo. Zie de uiteenzetting dien aangaande in het Duitse tijdschrift voor de geschiedenis van de psychoanalyse "Luzifer-Amor" (Heft 10 van 1992) waarin dit onderwerp uitvoerig wordt behandeld en De Weense kwakzalver, boekbespreking