Mijn verhaal opgetekend in vreemde ervaringen en dromen. De opvallendste eruit gepikt en hier opgeschreven. Verder niets over de gebeurtenissen in het dagelijks leven of mijn gedachtes, ideeen en emoties. Dat is een andere richting, een ander deel van mijn verhaal......
Vroegste jeugd:
Sinds ik me kan herinneren, heb ik altijd vreemde dromen gehad. Je hebt de normale dromen, normale nachtmerries, de lucide dromen (ik weet dat ik droom en kan soms ook de droom beïnvloeden) en de vreemde dromen. Dromen die een extra lading hebben en niet gewoon eng zijn, dromen die zo echt lijken, dat je het gevoel hebt in een andere wereld rond te lopen.
Ik was een jaar of 3 en droomde vaak dat de maan voor mijn raam kwam hangen. Ontzettend groot. Al mijn knuffelbeesten zaten in een kring om me heen, ze leefden. Ik knielde voor de maan.
Ik droomde vaak dat ik vloog in een theater. Alles is rood fluweel. Ik voel me vrije en blij, maar in een balcon zit een grote, groene gemene draak die mij wil pakken…
Ik droomde vaak over een bezoeker die in de deuropening stond. Niet zwart niet wit, niet donker niet licht, niet groot niet klein, alles en niets en ik was ontzettend bang.
Ik werd op een nacht wakker. Het onweerde en ik was bang. Ik wilde naar mijn ouders en liep naar de deur. Het was pikkedonker. Bij een bliksemschicht zie ik mijn kamer. Het klopt niet, want ik sta in de andere hoek van de kamer. Het verst weg van de deur. Ik ren naar de deur en er is weer een lichtflits. Ik zie iets naast me zweven. Het is klein en zwart en eng. Ik was 3 of 4 en kan me niet precies herinneren wat ik zag, mijn geheugen lijkt geblokkeerd.
Ik wil niet slapen, want ik ben bang. Waarvoor dan…ik weet het niet er is iets in mijn kamer. Nee, joh, spoken bestaan niet. Ik voel vaak iemand op mijn rug tikken, de dekens bewegen over me heen, iemand wil aan mijn been trekken…spoken bestaan niet, maar ze maken me wel bang.
Ik mag ’s nachts niet in de spiegel kijken, want dan zie ik het en dat zou ik niet overleven, ik zou ter plekke sterven van angst.
Latere jeugd t/m puberteit:
Ik hoor duidelijk iemand ademen in mijn kamer, misschien is het verbeelding. Een vriendin komt slapen en ze maakt me ’s nachts wakker omdat ze iemand hoort ademen. Zie je wel, ik ben niet gek!
Ik word steeds vaker bezocht in mijn dromen. Het is een man met een cape en een hoge hoed, ik zie zijn gezicht niet, maar hij straalt kwaad uit. Ik ben panisch voor hem. Er zijn allerlei varianten, maar de basis is steeds hetzelfde: ik slaap en er bekruipt me een eng gevoel. Ik wil het licht aandoen, maar alle lampen in mijn kamer doven langzaam. En dan komt hij…
Mijn broertje wil me iets vertellen. Hij kijkt gewichtig en ik wil het niet horen, ga weg, ik wil het niet weten. Ok, ik wil het toch weten.. Hij vertelt dat als ik slaap, mijn nachtlampje ’s nachts aan en uit gaat. Heel snel. Eerst dacht hij dat ik het zelf deed, maar op een nacht is hij gaan kijken. Ja het knopje wordt ingedrukt en het licht gaat aan en uit, maar ik lig gewoon te slapen. Ik vraag aan mijn ouders of het klopt. Ja, maar ze wilden het niet zeggen, want ze wisten dat ik er bang van zou worden.
Er wordt nog steeds aan mijn dekens getrokken en soms op mijn rug geklopt. Ik zeg tegen mezelf dat het niet echt is….
Ik krijg vreemde dromen waarbij mijn hoofd begint te trillen of te zoemen en dan ben ik wakker en toch niet. Ik ben bang, want het lijkt alsof er iemand aanwezig is, net buiten mijn gezichtsveld. Op een dag kijk ik in de spiegel en ik zie niets. Ik ren in paniek rond en besef dat ik door de meubels heen loop. Later eens, zweef ik boven mijn bed en ik ben in paniek, ik wil dit niet… Twee handen duwen me terug in bed. Nadien hoor ik dat het uittredingen zijn.
De zwarte man verschijnt in mijn droom. Hij neemt me mee naar de keuken. In de keuken staat een vrouw met lang zwart haar en felle ogen. Ze valt mijn broertje aan en gooit met servies en bestek. Dit doet ze niet met haar handen, maar met haar gedachten. Opeens zitten mijn broertje en ik op de bank. We kunnen niet bewegen, zijn in een soort trance. De tv stoort, onze ogen ook. Onze ogen zijn verbonden met de tv. Mijn moeder komt binnen en roept: wat is er? Wij antwoorden met een diepe stem, 1 stem uit 2 monden: “dat doen wij zelf”. Ik schrik wakker van een geluid. Het is mijn eigen stem. Ik hoor nog net uit mijn eigen mond het woord ….”zelf” komen. Het is mijn stem, maar dieper en zwaarder.
We zijn er thuis al bijna aan gewend, als ik binnenkom stoort de tv, de radio, springen er lampen. Ik raak een lichtknopje aan en de stoppen slaan door. Hoe banger ik ben, hoe heftiger de uitkomst.
Ik droom dat ik vlieg, hoger en hoger. Ik ga te ver en word omhoog getrokken. Ik ben weer terug en krijg te horen dat ik nooit meer zo hoog mag gaan. Daarboven zitten zij in een rand om de aarde en ze willen me daar hebben.
Ik lig te slapen en ik hoor geknetter. Ik draai me om en zeg hou op. Maar nu begint er een lamp in mijn gezicht te schijnen aan en uit. Het is mijn bureaulamp. Ik ga zitten en ontdek brand in mijn kamer, waarschijnlijk kortsluiting. De lamp die aan en uitging heeft geen stekker meer, die is eraf gebrand. Ik vraag me later steeds af hoe een lamp zonder stekker toch aan en uit kan gaan…..
Ik droom vaak dat ik krachten heb. Ik kan dingen bewegen met gedachtenkracht, maar dan loopt het uit de hand, ik heb het niet meer onder controle. En soms komen “zij” , die zonder naam, die slecht zijn, die niet 1 is en niet meer is. Ze willen mijn krachten, ze willen mij overnemen.
Ik vind een natte plek in mijn kamer, precies onder de lamp. We gaan op onderzoek uit… er druppelt water uit de lamp, maar nergens in huis of bij de buren is een lek. Er loopt geen leiding door mijn plafond. Waar komt dat water vandaan…. Het druppelen houdt daarna opeens op.
Ik heb dromen waaruit ik niet wakker kan worden. Ik probeer te schreeuwen. Soms lukt het, soms niet. Soms ben ik bijna wakker, maar dan sleurt een hand me terug het donker in. Ik hoor een fluisterend “nee”.
Ik voel me moe, uitgeput, depressief, stemmingswisselingen, agressief en zeker geen normale puber. Wat is er toch met mij?
Ik droom dat ik in een ruimte ben met 2 liften. Ik weet niet welke lift ik moet nemen. Ik hoor een vrouwenstem die me waarschuwt. Ze zegt dat het niet goed voor me is. Ik moet er niet meer over praten. Het moet ophouden.
Ik besluit niet meer over mijn rare ervaringen te praten. Ik wacht elke nacht op de zwarte man. Kom maar op! Dan komt hij en ik zeg dat hij weg moet gaan, want ik heb hem niets gedaan. Hij vertrekt en komt nooit meer terug. Ik besluit verder dat ik met de hele sh*t niets meer te maken wil hebben, geen uittredingen, geen rare ervaringen, niets meer. Weg ermee, het bestaat gewoon niet. Het werkt en ik voel me van de een op andere dag stukken beter.
Na de puberteit:
Soms heb ik nog wel nachtmerries, maar niet meer zo vaak als eerst. Het is altijd hetzelfde thema, namelijk dat iets slechts op me uit is. Soms loop ik rond in “die andere wereld” en dan voel ik ze komen. Ik denk: oh, nee, ze hebben me toch gevonden….
Of ik zie een trap die leidt naar een zolder. Ik wil er niet heen, maar moet op de een of andere manier. Als ik er ben is het te laat. Ik val op mijn knieën, zit daar stokstijf en wordt zwetend wakker…
Of het is een wolk, zwart, het is een ding, niet menselijk met duizend stemmen en toch 1 stem, ze vullen de ruimte waar ik ben, ze slokken het op. Ik word wakker en het gebeurd weer en weer…. Ik word wakker in een droom in een droom in een droom….
De droom over krachten heb ik ook nog soms, maar bijna niet meer.
Op een nacht kom ik thuis. Ik woon dan in een flat. De lift stopt opeens. Geen beweging in te krijgen. Ik ga zitten op de vloer. Na een tijdje begint te lift weer te bewegen. Op mijn verdieping stopt hij en de deur zwaait open. Ik kijk, er is niemand en de deur is ontzettend zwaar. Ik loopt mijn huis binnen. In de gang gaan alle lichten aan en uit als ik er doorheen loop. Ik heb daar 4 maanden gewoon. ’s Nachts trekt iemand vaak de wc door. Als ik kijk, is er niemand.
Als ik heel bang ben, gebeuren er nog wel rare dingen. Een voorbeeld: we zijn op vakantie in een huisje, 3 meiden 1 jongen. Zodra we binnenkomen voel ik me ziek. Ik begin te schelden, ongecontroleerd en weet niet waarom. Na een paar dagen is 1 meisje uit. Het is avond en we besluiten griezelverhalen te vertellen. Ik word bang en wil zeggen dat we moeten stoppen. Dan horen we een knal in de keuken. We kijken, overal stukjes glas. Volgens een vriendin is er gewoon een bord gevallen. Dan schrikt ze: ze had een glazen bord neergezet. Er lag een stapel brood op het bord. Het bord is weg, maar de stapel brood ligt nog op die plek. Is het bord ontploft? We besluiten de deur uit te gaan. De jonge veegt de keuken. Ik loop langs de spiegel en schrik van iets. Op hetzelfde moment hoor ik de jongen schreeuwen. Ik ren naar de keuken en alle kastdeurtjes klappen open en dicht. We gaan de deur uit. Als we terugkomen is het andere meisje thuis. Ze slaapt met haar slaapkamerdeur open. Wat gek.. ze staat er op dat haar deur altijd dicht zit. De volgende ochtend zegt ze ons dat ze het geintje van vannacht niet leuk vond. Welk geintje? Nou, iemand kwam haar kamer binnen en heeft heel lang op zijn hurken voor haar bed gezeten. Ze zag niet wie, het was donker en ze had haar bril niet op. Ze heeft gezegd dat ze te moe was voor stomme grappen en is gewoon gaan slapen…..
Gelukkig ben ik niet meer zo vaak echt bang en dus gebeurt er bijna niets meer.
De laatste tijd heb ik weer meer nachtmerries, ook “gewone”. Ik voel me uitgeput en geprikkeld, wil veel slapen, soms stemmingswisselingen. Ik heb letterlijk het gevoel alsof ik van mijn energie word beroofd. Ik probeer me af te sluiten, in het hier en nu te zijn, niet te vluchten in gedachtes en fantasieën. Het voelt een beetje alsof ik constant moet strijden, geen idee waartegen of waarvoor.