........Boosheid, negativiteit
en lijden
Dit hoofdstuk is een vervolg op hoofdstuk 2, waar het gaat om te komen tot een mentaal ontspannen toestand.
Het gaat hier om de oorzaken en het ontstaan van onze boosheidsreactie, en het nauwkeurig waarnemen en herkennen van alle aspecten en impli- caties ervan.
Echter ook gaat het hier over de waarneming en het besef dat elke boosheid in wezen een boosheids-act is.
En daarnaast gaat het over depressie, negatief zelfbeeld, jaloezie en wraak.
Ook dit hoofdstuk geeft een totaal nieuwe visie op boosheid, negativiteit, droefheid, lijden en wat daarmee samenhangt.
Wanneer we goed opletten kunnen we waarnemen dat boosheid uiteindelijk altijd ontstaat uit gefrustreerde verlangens.
En in de diepte meestal direct of indirect uit een (meestal on- bewust) gefrustreerd verlangen naar veiligheid, verbondenheid of waardering. Het kan echter ook uit (onbewuste) vastgehouden oude frustratie zijn.
Boosheid uit belediging ontstaat uit de frustratie van een (meestal onbewust) terug-verlangen naar respect, eigen-(ego)- waarde (waardering) en heel in de diepte naar veiligheid.
En boosheid omdat iemand anders boos op ons is, komt ook voort uit gefrustreerd respect-verlangen of uit gefrustreerd ver- langen die ander te kunnen domineren (macht).
Wanneer het soms lijkt dat boosheid voortkomt uit angst, besef dan dat met die angst een gefrustreerd verlangen gepaard gaat (bijvoorbeeld naar veiligheid).
Boosheid uit pijn ontstaat uit het gefrustreerde terugverlangen naar onze toestand van vì³ì³r de pijn. (normaal onbewust).
Vaak komt boosheid echter ook voort uit een opeenstapeling van frustraties waar we ons niet bewust van zijn, die zich echter door een kleine aanleiding in grote boosheid kan manifesteren.
Daarom begrijpen we soms zelf niet waarom we zo boos op iets onbetekenends kunnen reageren.
Ook onze reeds besproken wils-obsessie bevat een (onbeschei- den en agressief) verlangen en kan gefrustreerd worden en zo gemakkelijk boosheid creëren.
Denk hiebij ook aan de frustratie van een (vaak onbewust) verlangen naar hoe je vindt dat de dingen zouden moeten zijn of hadden moeten gaan.
En zo zijn ook al onze gefrustreerde verwachtingen in feite gefrustreerde verlangens.
Belangrijk om te begrijpen is ook: hoe egocentrischer onze men- taliteit, hoe meer we leven in verlangens en frustraties, en de hieruitvolgende boosheid . . . . . . .
In een toestand van boosheid worden we negatief, nog meer egocentrisch, egoïstisch en agressief.
We voelen een neiging tot demonisering en destructie en ge- voelens van waarden, medemenselijkheid en verbondenheid ver- dwijnen.
We produceren dan al gauw scheldwoorden en verwensingen.
We geraken in een vijandwaan, en ons gedrag wordt agressief en wantrouwig.
We verliezen ons realiteitsbesef en we zijn dan min of meer in een toestand van mentale en gevoelsmatige black out, waarin we de dingen niet helder meer kunnen zien en begrijpen.
Door die neiging tot demonisering en vijand-waan valt elke vorm van respect weg in deze gestoorde toestand.
Zowel respect voor mensen als voor alles wat op onze weg komt.
Iemand in toestand van boosheid weet niet goed wat hij doet, kan niet genuanceerd denken, leeft in een "zwart wit" - waan, of zelfs in een "alles is zwart"- waan.
En zoals gezegd verdwijnen besef van waarden en gevoelens van verbondenheid en respect.
Dit, gecombineerd met die neiging tot destructie maakt dat we zo iemand dan ook ontoerekeningsvatbaar noemen.
En vaak doen we dan ook dingen waar we later spijt van hebben.
We verkeren dan in een tijdelijke, maar onloochenbaar ge- stoorde, en in wezen psychotische toestand, waar we ons op dat moment niet bewust van zijn.
We zijn dan geïdentificeerd met een vijandig en negatief zelf- beeld, medemens-beeld en wereldbeeld.
Ons ego is dan maximaal belangrijk gemaakt (egocentrisme) en we verkeren in een obsessieve toestand van onbewustheid en ellende.
Ellende, zowel voor onszelf als voor anderen die het moeten ontgelden.
Zoals gezegd ontstaat boosheid in de diepte altijd uit gefrus- treerde verlangens.
En wanneer een mens langdurig verkeert in behoeftige ellendige omstandigheden van gebrek aan veiligheid, verbondenheid of waardering is er een voortdurend (onbewust) verlangen naar die fundamentele menselijke behoeften.
Uit frustratie van zulk een verlangen ontstaat er dan vervolgens boosheid.
Vanuit deze boosheidstoestand met alle zojuist genoemde gevolgen kan zo iemand dan op den duur een vijandige, ego- centrische, wantrouwige en respectloze overlevingsmentaliteit ontwikkelen.
Wie het overkomt is zich daarvan echter niet bewust.
Hij of zij leeft dan voortdurend in een (misschien lichte) vijand- psychose.
Feitelijk een paranoïde toestand.
Op deze manier ontstaat een negatief mens- en wereldbeeld en daaruit een antisociale houding met veelal verachting van de gehele samenleving.
Het zelfbeeld wordt dan negatief om zich te kunnen handhaven in deze negatieve (waan)wereld.
Uit wantrouwen, en om niet kwetsbaar te lijken ontstaat dan een macho- of gereserveerd afstandelijk ego.
Een ongevoeligheids- en onkwetsbaarheids-act; zo iemand leeft dan in een gevoelsontkenning waar hij of zij zelf in gelooft (ego-waan).
En dit creëert dan ook gevoels- verdringing.
De overlevingsmentaliteit, vijandwaan, wantrouwen en neiging tot agressie en destructie waarin zo iemand dan leeft worden vaak nog ondersteund, bevestigd en versterkt door gewelds- en respectloosheids-programmering (ook via film of t.v. etc.), en tevens door verharding en materialistische belazermoraal van de moderne egoïstische westerse samenleving.
Ook directe negatieve ervaringen uit het negatieve gedrag van anderen leiden tot negatief denken, negatieve vooroordelen, ne- gatief wereldbeeld en levensvisie, en een vijandig negatief zelf- beeld en levenshouding.
Zij creëren de impressie, en op den duur het vaste vooroordeel: "de ander is de vijand" en leiden zo tot leven in angst, wan- trouwen en een negatief zelf- medemens- en wereldbeeld.
En hierdoor tot een agressieve antisociale levenshouding, ego- centrisme en overlevingsmentaliteit, alsook tot gevoelens van afzondering en eenzaamheid.
Vooral deze overlevingsparanoya creëert respectloosheid en onverschilligheid ten opzichte van (het lot van) anderen en het gehele bestaan.
Probeer deze overlevingsmentaliteit, onverschilligheid, gevoels- ontkenning en dit negatieve medemens- en wereldbeeld zo veel mogelijk in jezelf te herkennen en zo veel mogelijk te leven in realisme, innerlijke oprechtheid, innerlijke integriteit en in een ontspannen natuurlijke innerlijke vriendelijkheid.
Onze (vaak onbewuste) overlevings-paranoya is een van de be- langrijkste en diepere barriéres voor een totale innerlijke vrien- delijkheid en te leven in harmonie met het bestaan.
Veel programmering met situaties of beelden van mensen die een negatief gedrag vertonen versterken en bevestigen ons nega- tieve wereldbeeld en overlevingsparanoya (denk ook aan film, t.v., en computerspelletjes).
Zoals gezegd maken zij ons ego op den duur angstig, boos, agressief en negatief.
Ook veel moderne muziek is niet veel anders dan frustratie- expressie, en levert bevestiging van negatief zelf- mens- en wereldbeeld (en "wereld-gevoel").
Zij helpt je te blijven vastzitten in een negativiteit waar je je misschien niet bewust van bent.
Hetzelfde geldt min of meer voor dramatische en melancholieke muziek.
Maar ook voor muziek zonder enige positieve gevoels-expressie zoals hypnotische technomuziek.
Zij bevestigt gevoelsontkenning.
Daarnaast bevestigen ook alle andere negatieve levensomstan- digheden ons negatieve wereldbeeld.
Alle negatieve ervaringen stimuleren ook onze ego-identificatie; en vooral ons boosheids-ego.
Immers, "Ik ben boos". Een ingebeelde negatieve persoonlijk- heid, met tevens een negatief (gedemoniseerd) beeld van de andere mens.
Er ontstaat dan een innerlijke verdedigingsreactie.
Wie ditalles kan waarnemen zal zich er minder door laten beïn- vloeden en zo mogelijk voor iets anders kiezen.
Bij bespreking van boosheid kan ik ook niet voorbijgaan aan de reactie van "wraak".
Wraak nemen is in principe niets anders dan agressie uit boos- heid door verlies.
Dit kan verlies zijn van eer, aanzien, gevoelens van eigen- waarde, verlies van personen of bezittingen enz. (ego, sociale en materiële hechting).
Die boosheid is dan ontstaan uit de frustratie van het terug- verlangen naar iets wat verloren is.
Deze boosheid richten we nu op die- of zelfs datgene wat het verlies veroorzaakt heeft.
Boosheid impliceert de neiging tot demonisering en destructie, en de agressie die daar dan uit voortkomt noemen we wraak.
Er bestaat dus niet zoiets als een "oermenselijk wraakinstinct", maar gewoon neiging tot agressie door boosheid uit verlies.
Boosheid kan ons ook gemakkelijk brengen tot straffen.
Dit straffen doen we gewoonlijk uit conditionering, omdat we zelf in het verleden gestraft zijn; en/of om onszelf af te reageren.
Soms eisen we straf uit blinde wraak, boosheid (vijandwaan, demonisering) en/of wraak-conditionering.
Onze boosheid creëert een negatief mensbeeld van bijvoorbeeld ons eigen kind dat iets gestolen heeft.
Vanuit onze conditionering is dan veelal de onmiddellijke reactie: straf.
De mate van de straf is dan veelal afhankelijk van onze boos- heid en gekoppelde negatieve beeld van ons kind.
Wie ditalles begrijpt zal nooit straffen uit een toestand van boosheid.
Straf is in mijn ervaring een primitieve, schadelijke en contrapro- ductieve fascistoïde leermethode.
En vaak betekent het je eigen frustraties of angsten afreageren op je eigen kind.
Beter is je kind bij te brengen wat en waarom het iets verkeerd gedaan heeft en wat de gevolgen voor anderen zijn.
Het zo vaak gepropageerde "afreageren" van boosheid (niet op je kinderen of anderen) heeft alleen zin in een momentele situatie, om dan in totale uitputting alles los te kunnen laten en je te ontspannen, en vervolgens in een mentaal ontspannen of zelfs meditatieve toestand te komen.
Echter, zolang de oorzaak van onze boosheid niet weggenomen is zal deze na verloop van tijd gewoon weer terug keren . . . .
Ook kan ons geloof in afreageren niet langs suggestieve weg werken, omdat er dan een innerlijk conflict ontstaat waarbij altijd het onbewuste (oude) gefrustreerde verlangen wint.
Ook boosheid en agressiviteit "afreageren" door middel van seks is in principe een misverstand.
Door het hebben van seks kan wel een gefrustreerd (misschien onbewust) seksueel verlangen worden be-"vredigd" en daardoor weggenomen waardoor de boosheid verdwijnt.
De boosheid verdwijnt dan echter niet door "afreageren" maar door een verdwenen verlangen.
Agressief gedrag in seks zal echter nooit zo'n voldoening kunnen geven als een ontspannen positieve harmonieuze seksbeleving.
Elke boosheidservaring confronteert ons dus met een (onbe- wust) gefrustreerd verlangen (of meerdere).
Echter daarnaast ook met ons eigen egocentrisme (ik ben belangrijk - ego, ik wil - ego, etc.).
Door dit in het moment te herkennen lost boosheid op bij aan- vaarding van het ontbreken van dat waar we naar verlangden.
In de eerste plaats moet daarom ons gefrustreerde verlangen ontdekt worden. Vaak is het een gefixeerd en onbewust ver- langen uit het verleden dat te maken heeft met gemiste waar- dering, veiligheid of verbondenheid dat toen gefrustreerd was en vastgehouden bleef.
Door in diepgaande introspectie dit nauwkeurig te bezien kunnen we ons ervan bewust worden welke verlangens er in ons zijn gefrustreerd.
Verwerking, aanvaarding en realisme vormen de enige weg waarlangs deze (gefixeerde) gefrustreerde verlangens definitief kunnen worden losgelaten.
Echter alleen door eerlijk en onpartijdig waarnemen kunnen we ons bewust worden van onze (vroegere) gefrustreerde ver- langens alsook wanen en angsten, en de spanningen en nega- tiviteit die daaruit zijn voortgekomen.
Na bewustwording, begrijpen en realistisch verwerken van onze onverwerkte negatieve ervaringen en frustraties kunnen we onze boosheid en die mentale spanningen ook begrijpen en lang- zamerhand of vaak ook onmiddellijk loslaten.
Er ontstaat dan zowel realiteitszin als bewuste of onbewuste aanvaarding, en hiermee het loslaten van oude verlangens, boosheid en bijbehorende spanning of weerstand.
Zo kunnen onze negativiteit en boosheid oplossen door het sim- pelweg vinden en realistisch verwerken van de oorzaak.
Ook het "herbeleven" van oude onverwerkte negatieve erva- ringen kan helpen bij verwerken en het loslaten van negativiteit.
Dit vraagt om diepe herinnering en inleving.
Inleving in hoe de dingen waren, en in de pijn en ellende van ervaren negativiteit of gemis, en het gefrustreerde (terug)ver- langen van toen.
De pijn of het lijden in het verleden ontstond door niet kunnen aanvaarden en terugverlangen naar de toestand van vì³ì³r het lijden.
Ook herinnering van je beoordeling toen is belangrijk in vergelij- king met je beoordeling en begrijpen nu.
Nu is de enige weg nog aanvaarding; de dingen waren zoals zij waren, en zijn zoals zij zijn.
En mensen hebben je dingen aangedaan vanuit hun achter- grond, toen.
Probeer na zulk een herinneringsgebeuren vooral je zieligheids- of slachtoffer-ego onmiddellijk te herkennen en los te laten. Begrijpen, realisme en aanvaarding zijn steeds essentieel bij de verwerking van het verleden.
Voor een dergelijk herbeleven kun je meestal het beste hulp door een therapeut opzoeken.
Uit (vaak onbewuste) gefrustreerde verlangens naar fundamen- tele menselijke behoeften kan in dat moment via een negatief zelf- en wereldbeeld ook gemakkelijk depressie ontstaan (niet meer zien zitten).
Zie voor fundamentele menselijke (ego)behoeften en zingeving aan je leven: blz. 123 en 124.
Vanuit een rationele zingeving kun je het weer zien zitten, en hoef je niet in een negatief zelfbeeld of slachtoffer-ego vast te blijven zitten.
Let daarnaast op je toestand in omstandigheden van zon, blau- we lucht, vogels, bloemen, enz.
In combinatie met de techniek van hoofdstuk 16 kun je zulke omstandigheden gebruiken als springplank voor het leren loslaten van alle negativiteit en het ervaren van een ontspannen posi- tieve levenskwaliteit.
Zoals gezegd vertroebelt boosheid en negativiteit onze bewust- heid.
Maar, wat is het dat over onze boosheid kan beslissen, en die negatieve toestand weer kan stoppen?
Het blijkt steeds dat er zelfs in onze meest boze toestand altijd nog een zekere "hoeveelheid" bewustheid over is, waardoor we onze boosheid weer kunnen loslaten.
We hoeven daarom dus nooit een slachtoffer te zijn van onze boosheid (denk hierbij ook aan keuze-bewustheid).
Hoe meer en hoe vaker je leert zijn in een ontspannen positieve levenstoestand, des te beter zul je kunnen waarnemen dat elke boosheid in feite een boosheids-act is.
Een act die ontstaat uit innerlijke "zelf"-belangrijkmakerij in onrealistische onbescheidenheid en waarin onze integriteit ver te zoeken is . . . . . .
Echter wanneer de situatie dat vraagt kun je soms naar buiten toe ook voor een bewuste boosheids-act kiezen.
Een bewuste boosheids-act kan echter zeer gemakkelijk losgelaten worden en onmiddellijk omschakelen naar een totaal positieve toestand.
Echter boosheid in totale ego-identificatie, in obsessie, is een toestand van vì¨rgaande onbewustheid en fundamentele ellende.
Besef ook dat boosheid over het algemeen zinloos en schadelijk is.
Zij betekent mentale spanning en zelf-inprogrammering van boosheids-ego en is ook schadelijk voor de levenskwaliteit van anderen.
Wanneer je er in zit, richt je dan zo veel mogelijk op het loslaten van wat je dwars zit en zoek naar al het positieve dat het leven in dat moment te bieden heeft.
Net als bij het ego is waarnemen het belangrijkst; kijken uit welk gefrustreerd verlangen of verwachting zij is ontstaan en hoe je zì¨lf je eigen levenskwaliteit in dat moment verpest hebt.
Uit het contrast met een ontspannen positieve levenskwaliteit kun je steeds leren.
Belangrijk is ook nog, je eigen boosheid niet te veroordelen; ge- beurd is gebeurd, en voorbij is voorbij.
Subtiele boosheid (uit bijv. subtiel negatief zelf-beeld) komt aan het licht door je de toestand te herinneren van moeiteloze totale innerlijke vriendelijkheid.
Ook jaloezie is een verschijnsel van onvrede en boosheid; dit vanuit gefrustreerd bezits-verlangen naar iets of iemand.
De angst je imaginaire bezit te verliezen creëert het verlangen de ander te bezitten (niet te verliezen) dat dan vervolgens gefrustreerd wordt.
Net als bij wraak richten we nu onze boosheid op die- of datgene wat ons vermeende (imaginaire) verlies veroorzaakt(e).
Afgunst zal dan ook vaak het resultaat zijn.
Afgunst ontstaat altijd uit demonisering en/of uit gefrustreerd (terug)verlangen naar iets wat voor onszelf onmogelijk is.
Wanneer we in een beroerde situatie beseffen dat boosheid geen zin heeft, en wanneer een zekere ego-arrogantie ontbreekt, kan droefheid ontstaan.
Droefheid is een reëlere en bewustere reactie dan boosheid. Wanneer je moet kiezen, kies dan voor droefheid; echter zonder zieligheids- of slachtoffer-ego.
Droefheid verandert dan in pijn, die je kunt leren aanvaarden en langzaamaan loslaten.
Wanneer je kunt, probeer dan via de techniek van hoofdstuk 16 in een meditatieve toestand te komen die alles oplost.
Doormiddel van bewustheid, realisme en aanvaarding kun je ook je reeds ontstane boosheid omzetten in droefheid.
Echter niet willen aanvaarden, maar kijken of je kunt loslaten.
Dit is ook van groot belang bij verwerking van een onherstelbaar verlies of andere dingen die definitief en in dit moment niet meer te veranderen zijn.
Voor verliesverwerking kun je boosheid, droefheid en lijden los- laten door het zo veel mogelijk loslaten van het terug-verlangen naar de of het verlorene etc., en te zoeken naar totale aanvaar- ding en totaal realiteitsbesef.
De dingen anders leren zien.
Belangrijk is ook hier weer je bewustheid van, en het loslaten van een slachtoffer-ego.
Let tijdens verliesverwerking ook op de wisselwerking van aan- vaarding en niet-aanvaarding (niet kunnen aanvaarden). Droefheid en pijn ontstaan steeds uit terugverlangen. Uit niet willen aanvaarden.
Het is dan ook het beste zo veel mogelijk definitief afstand te nemen van alles wat herinnert aan het verlorene, en te zoeken naar realistische afleiding of bezigheid, die je totale aandacht vraagt, en probeer zo mogelijk in een meditatieve toestand te komen die alles oplost.
Ook lijden uit confrontatie met verschrikkelijke ervaringen van anderen komt voort uit niet-aanvaarding, niet (willen) begrijpen en/of negatieve beoordeling.
Dingen zijn zoals zij zijn, en waren zoals zij waren.
Ook mensen waren zoals zij waren; zij leefden in hun wanen angsten en verlangens.
Bedenk hierbij ook: ego betekent willen en niet willen; en ook "niet-aanvaarding".
En daarnaast kan ook hier een slachtoffer-ego een belangrijke rol spelen.
Wanneer je ontdekt dat je een ander steeds maar niet kunt vergeven als gewoonte, probeer dan vanuit je individualiteit je slachtofferrol (ego) of boosheids-ego te herkennen, en op den duur zelfs deze belachelijk te maken (ook als gewoonte).
Zelfbeklag betekent slachtoffer-ego, goed-slecht-waan en de- monisering van een "schuldige".
Jezelf niet kunnen vergeven, en zelf-veroordeling als gewoonte betekent je vastklampen aan een negatief zelfbeeld, en zelf- veroordeling en niet (willen) begrijpen en aanvaarden dat fouten maken bij het leven hoort van iedere mens.
Het impliceert echter ook de pretentie foutloos te kunnen leven; en er is dan dus ook nog een ander, "foutloos ego". Onderlinge ego-fragmenten zijn dan met elkaar in conflict.
Iedereen die eerlijk en oprecht is tegen zichzelf zal moeten toe- geven dat zijn of haar leven misschien wel een aaneen- schakeling is geweest van gemaakte "fouten".
Zij horen echter bij ons menszijn, en ze zijn er om eruit te leren.
Totale zelfaanvaarding is een voorwaarde voor een mentaal ont- spannen positieve levenskwaliteit.
Vanuit je individualiteit kun je ook jezelf wat belachelijk maken; bijvoorbeeld: wat heerlijk dat ik stom, slap, maf, enz. ben.
Dus jezelf toestaan fouten te maken (foutje van de baas).
Dat leeft een stuk lichter.
O. Hilrich