Origineel bericht van: NiMS
Je hebt als paragnost of paranormaal therapeut vaak behoorlijk wat invloed. En zeker als mensen niet stabiel zijn. Ik had eens een cliënt die tegen mij zei: 'Ik heb zoveel vertrouwen in hetgeen je zegt. Als je zou zeggen: 'loop de trap een paar keer op en neer', dan zou ik dat doen.' Dat geeft toch te denken... Als ik wil kan ik die macht misbruiken, terwille van mijn ego...
Helaas zijn genoeg paragnosten of 'genezers' meer met hun ego bezig dan met de mens tegenover zich. En helaas zetten zij maar al te vaak een trend voor het hele vakgebied.
(bron: elly)
Helaas zijn genoeg paragnosten of 'genezers' meer met hun ego bezig dan met de mens tegenover zich. En helaas zetten zij maar al te vaak een trend voor het hele vakgebied.
(bron: elly)
Wees voorzichtig met de spirituele ego's van vandaag die de client gebruiken voor hun eigen ego. Als een therapeut een client nodig heeft om daar zijn / haar eigen gevoel van "dan kan ik diegene helpen", mee te voeden, is er al spraken van macht-misbruik.
Onbewust wil de therapeut namelijk de client helemaal niet helpen omdat de therapeut zich dan niet meer de helper kan voelen. Hij / zij haalt dan ook (onbewust) zijn bestaansrecht uit deze client.
Ze zijn heel makkelijk te herkennen, want deze therapeuten halen vooral alle kwaaltjes en klachten bij je weg, zonder dat je zelf enig inzicht krijgt in de oorzaak van je eigen klacht. Als een therapeut bij je komt en zegt: "Ik los het wel voor je op", zouden eigenlijk de alarmbellen moeten afgaan. Want dan heb je te maken met een therapeut die last heeft van het "Hulpverleners syndroom".
Onder het hulpverlenerssyndroom wordt dwangmatig hulpverlenend gedrag verstaan. Deze mensen dringen hun hulp eigenlijk aan anderen op. Zelf zien zij dat als goede bedoelingen. Of de ander om deze hulp heeft gevraagd of niet, is niet van belang.
Iemand die aan hulpdwang lijdt, is ervan overtuigd dat wat hij te bieden heeft, heel belangrijk voor de ander is en dat die ander desnoods geholpen moet worden om dat in te gaan zien. Is de ander desondanks niet blij met de hulp, dan raakt deze hulpgever op den duur opgebrand of boos en verongelijkt. "Ik heb zoveel voor hem gedaan, maar nu krijg ik stank voor dank."
De volwassenen die het snelst prooi vallen aan deze hulpdwang zijn als kind dikwijls het slachtoffer geweest van parentificatie. Parentificatie treedt op wanneer de ouder- en kindrollen in een gezin worden omgedraaid. Het kind wordt dus als het ware de ouder van de ouder.
Dit gebeurd vaak in gezinnen waar (meestal) de moeder emotioneel labiel en behoeftig is en geen volwassen partner heeft om haar problemen mee te bespreken. Ze heeft een slecht huwelijk of geen partner. In beide gevallen kan ze zich gaan verlaten op haar nog jonge kind. Het kind "troost" mammie als ze verdrietig is - dat gebeurd veel bij jonge kinderen - of is haar beste vriend of vriendin met wie ze alles kan doorpraten - dat gebeurd veel bij met iets oudere kinderen.
De ouder gebruikt in dit geval het kind voor het vervullen van de eigen emotionele behoeften, behoeften die hij of zij bij een volwassen partner zou moeten bevredigen. Kinderen die geparentificeerd zijn, lijden later niet zelden aan hulpdwang.