Quote:
Ken je dat overbekende beeld uit films, waar een meisje wanhopig haar tranen probeert te bedwingen en uitgeput tegen de muur gaat staan, om vervolgens naar onder te zakken tot ze op haar hurken zit, om haar gezicht te verbergen in haar armen die gekruist over haar knieën liggen?
Of het beeld van een meisje, dat met ogen die glinsteren van de tranen die er in verborgen zijn weg kijkt van haar vriend, omdat ze de waarheid niet wil vertellen?
Of het meisje, dat woest, verdrietig, verward en vervuld van pijn naar haar kamer loopt, om snikkend op haar bed te vallen, omdat het leven haar zo meedogenloos fel gekwetst heeft?
Een voor een zo vaak getoond, zo vaak gezien en misschien zelfs al vaak meegemaakt, in elkaar zakken omdat je het leven niet meer kan dragen, wegkijken omdat de realiteit je overmeestert, of vallen over een van de veel te hoge hindernissen die je gedwongen moet nemen. Elk van die beelden, tekeningen, gedichten, verhalen die erover gemaakt worden, worden beschouwd als mooi, als kunst. Als een talent dat niet veel mensen bezitten, als iets waar je trots op moet zijn.
Hoe kunnen we zo wreed zijn om zulke dingen om te zetten naar kunst, om er genietend naar te kijken of het te lezen. Hoe kunnen we de zorgen van een ander verslinden met onze ogen er niet verder bij nadenkend dat deze dingen gecreëerd zijn door de pijn die ze nergens anders naar toe konden leiden maar die te overweldigend was om bij zich te houden?
Een vrolijke gil wekt me uit mijn gedachtegang en verward kijk ik even rond, me afvragend waar ik ook alweer was.
Een van mijn mannelijke klasgenoten huppelt vrolijk op de hakkenschoenen van zijn vrouwelijke collega rond door ons lokaal en de meeste mensen lachen. Ik bekijk het schouwspel een tijdje en grinnik vanbinnen mee met de anderen. Het is heerlijk om hier te zijn, het klinkt misschien vreemd dat een leerling dat zegt. Normaal vinden ze vakantie heerlijk, maar ik vind school niet erg. Er hangt een heerlijk ontspannen sfeer en na een weekje zijn we zodanig op elkaar ingespeeld en accepteren we elkaar. We zien in dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten maar dat we er het beste van moeten maken. Willen ze ons dat bijleren door ons in zulke situaties te steken? Leren omgaan met negatieve situaties en deze omzetten naar positieve om er toch nog een goed jaar van te maken? Of zijn ze gewoon te lui om er allemaal goed bij na te denken omdat ze toch al zoveel klassen moeten indelen.
Ik richt mijn aandacht weer op mijn klasgenoten, achter mij hoor ik gedempte stemmen en deze trekken mijn aandacht. Gedempte stemmen betekenen altijd dat er een interessant gesprek zal volgen!
”pf, moeten we hier een heel jaar bij zitten?' zucht een stille, hoge stem.
”zal wel' reageert de ander ietsje luider en minder oplettend.
Even draai ik me om en richt ik mijn blik op beide meisjes, ik zie dat hun wangen rood worden en ze kijken me beschaamd aan. Snel kijk ik weer naar de jongen die ondertussen niet alleen hakkenschoenen aan heeft, maar ook het onmiskenbare tasje van het meisje heeft weg te grissen en nu zo trots door het lokaal paradeert.
Waarom schamen ze zich toch voor wat ze net zeiden? Het is toch heel normaal!Niemand wilde graag in deze klas zitten, iedereen vind het een rotstreek. Niet iedereen past zich net zo snel aan als hun.
Wederom glijd mijn blik naar het spelende duo dat gezellig een aantal andere klasgenoten betrekt in hun situatie en een glimlach verschijnt rond mijn lippen.
Ik werp een blik op mijn beste vriendin en alsof het afgesproken is kijkt zij op net hetzelfde moment naar mij. Onze ogen spreken boekdelen en we weten wat de ander denkt. Heerlijk zo'n band hebben met iemand. Ook zij glimlacht en rolt vluchtig met haar ogen. Ik werp een veelbetekenende blik op de deur en zij knikt van ja, ze weet het en ze lacht vanbinnen.
We besluiten niets te zeggen, de leerkracht zal waarschijnlijk erg verbaasd zijn wanneer hij een van de enige 2 mannelijke personen in deze klas ziet showen als een ervaren travestiet.
Ik zink weer weg in mijn eigen gedachten en bedenk me dat er in deze korte week heel veel mensen onoplettend in de klas zaten, heel wat mensen schreven dingen, soms leken het gedichten, andere keren konden het brieven zijn, of misschien wel verhalen?
De blik die volledig op zichzelf gericht is verduidelijkt dat het meestal een verhaal is, of dat ze in elk geval hun hart aan het uitstorten zijn. Ik vind het jammer dat tieners zich al zoveel dingen aan moeten trekken. Hoort deze tijd niet onbezorgd te zijn? Horen wij niet onverstandige dingen te doen waarbij de volwassenen wanhopig ”die jeugd van tegenwoordig' zuchten?
Of is het normaal dat op een paar uitzonderingen na elke zestien-zeventien jarige met een bezorgde blik in zijn of haar ogen de lessen volgt, zich afvragend hoe het met hun zus/broer/ouders of vriend zou zijn. Of het allemaal wel zou goed komen en of er wel genoeg uren in een dag zijn om aan al hun verantwoordelijkheden te voldoen. Word er geen te zware last gelegd op die jonge mensen? Eigenlijk kinderen in een toch al redelijk volwassen lichaam?
Uit gesprekken maak je op dat veel ”pubers' terug willen naar hun kindertijd. ”De goede oude tijd' rolt er over de lippen als we samen lachen en praten over de vorige schooljaren. De goede oude tijd houd alles in voor de 2de graad. Vanaf dan word het serieus, wanneer je vijftien, bijna zestien word, verwachten mensen al dat je volwassen bent en dat je dus ook als een volwassenen dingen kan overdenken en beslissen. Maar is dat niet wat vroeg?
We zijn ”oud en wijs genoeg' maar we zijn niet oud, en helemaal niet wijs, en zolang ze ons dat blijven noemen zullen we ook nooit wijs worden. Oud worden we vanzelf wel, daar hebben we geen hulp bij nodig. Maar misschien zou het al een stuk makkelijker zijn wanneer er minder verwachtingen waren. Op je zestien lijkt je hele leven plots te veranderen, in je sport, in je school, in je gezin!Alles veranderd plots. Je zou bijna bang worden voor je 16de verjaardag.
Mijn aandacht word getrokken door de bewegende klink, een verandering in het beeld dat ik al heel de tijd voor mijn ogen heb. Vluchtig werp ik een blik naar voren waar de jongen nog steeds vrolijk rond huppelt, met hakschoenen, een handtas en ondertussen ook een diadeem die hij van nog een ander meisje ”gekregen' heeft.
De leerkracht die binnenkomt kijkt oprecht verbaasd naar de situatie die zich voor zijn ogen afspeelt, de drie personen die daarnet nog lachend en vrolijk vooraan in de klas aan het dollen waren kijken nu betrapt en beschaamt naar de leerkracht welke in een lach uit barst.
De drie leerlingen volgen nu opgelucht zijn voorbeeld en al snel moet de hele klas lachen om deze situatie. Zo zou het moeten zijn, zo zouden we altijd moeten kunnen zijn, luchtig en speels. We hebben nog een hele tijd voor ons waarin we heel erg serieus en verantwoordelijk moeten zijn. We horen er niet zo vroeg aan te beginnen, er is nog tijd genoeg om ons te gedragen. Op dit moment moeten we lekker genieten van ons jonge leventje en ons niet te veel aan trekken van de wereld.
De traditionele filmbeelden zullen dan uit de wereld geholpen worden en de realiteit zal niets meer zijn om weg voor te lopen, het leven zal niet meer zo zwaar zijn, en de waarheid? Ach!Die zal wel nooit helemaal duidelijk zijn. Zolang hij eerlijk is, is daar niets mis mee!