6-1-2011
Ik zie mezelf staan in de bibliotheek in het kasteel. Het is buiten in zielenland geen mooi weer, dat verklaard waarom ik ook binnen ben.
Ik sta niet alleen bij de lessenaar, AA is bij me. Dat heb ik nog niet eerder gehad, dat hij alleen bij me is. We praten over de profetie en over hoe snel het al dichterbij komt. Mijn ziel voelt een beetje gedrukt, alsof het hoofdpijn heeft en moe is. Voor mij op de lessenaar ligt het boek van vertellingen, wat ik van Jezus kreeg. Ik vertel AA dat mijn profetie erbij is gekomen en dat er nog wel meer dingen ingezet zijn. Hij knikt en zegt me dat het boek zichzelf aanvult, en dat komend jaar heel veel keer zou doen. Hij klopt op het boek. Het valt me op dat ik het niet aan wil raken, alsof dat iets zal veroorzaken.
‘Er is nog meer om te zien, dat weet je.’
‘Ja, dat weet ik’ reageer ik. Maar ik beweeg me niet. ‘Er zijn details die gezien kunnen worden.’ Ik voel een vlaag van verdriet op dat wat komen gaat. Omdat ik weet wat er gezien kan worden. AA moedigt me aan, zegt dat het iedereen zou helpen. Ik probeer nog duidelijk te maken dat sommige dingen niet voorzien moeten worden, maar dat wuift hij weg met het argument dat het ons ook persoonlijk kan aanslaan.
Er is stilte en met trillende hand leg ik mijn hand op de kaft van het boek. Meteen word ik overspoeld door beelden, geuren, geluiden. Ik voel hoe mijn zielelichaam tegenstribbelt en het boek los probeert te laten, maar het is alsof het vastgekleefd zit.
Nog meer vuur en nog meer explosies. Overal in de wereld. Olie wat opraakt, ruzie om wie het krijgt. Nog meer geweld. Dan, kaarsdragers, sommige met nog maar een klein kaarsje over. Kaarsdragers die worden omgeslagen alsof het kaartenhuisjes zijn. Angst. Oorlog. Eerst ver weg, in het oosten, dan later ook hier. Onder het motto van ‘nu we toch bezig zijn.’
Spanningen tussen het aardse en het geestelijke. Het stoot elkaar af om zich vervolgens weer aan te trekken. Mensen die hun vermogens te kennen brengen, gesprekken zodat er meer kaarsjes aangestoken kunnen worden. Vriendschappen en banden waar nu meer dan ooit beroep op wordt gedaan. Samen staan we sterk. Als je handen vasthoudt, spoelt de golf je ook niet weg.
De dood is om de hoek. De aarde staat te trillen. 10 maal zal de wereld vervreemden, totdat die drie duisteren nachten en donkere dagen het hoogtepunt zullen vormen. Zoals vroeger zal er iets moeten vergaan wil er iets opbloeien uit de vruchtbare restanten.
De beelden verdwijnen langzaam en ik voel de koude vloer van de bibliotheek verkoelend tegen mijn wang. Het boek ligt naast me op de grond en straalt een gigantische warmte uit, evenals mijn handen, die vol blaren lijken te zitten. AA zit op zijn knieën, naast me. Sust naar me, maar ik ben niet in paniek of van streek. Het is meer een shock. Ik voel nog meer zielen naderen… maar ik dwing de boel tot pauze, zodat ik al die indrukken nu niet hoef door te krijgen hier op aarde.
Op aarde ga ik lekker naar buiten.. de regen in.. waar ik kan nadenken over hoe ik het vuur van mijn kaarsje kan overbrengen op anderen.
Vervolg.
De hele avond heeft mijn ziel staan trekken aan mensen. Sinds de pijn begon, hebben meerdere mensen dat gevoeld. Bijzonder, dat beschrijft de onderlinge band nog eens goed.
Ik liet mijn ziel slapen, op de grond bij de lessenaar, AA heeft de gehele tijd naast me gestaan en ook andere zielen kwamen om me bij te staan, ook al waren ze nog niet op MSN.
Rond 9 uur lieten wij de reis verder spelen en liet ik mijn ziel ontwaken. Hoewel de meesten van de groep erbij waren, zaten Eva, Carrie en Jorine bij mij in het gesprek.
Ik lig nog te slapen, maar mezelf wakker, langzaam. Het is aan me te zien dat ik diep geslapen heb, want de normale springerige ik is kalm en bleek. Misschien wel tegen het zieke aan.
Merlijn komt ook, zo beschrijft Eva. De rest ziet hem ook komen. Ook Raidar en Michael volgen. Net als vorige keer zullen er weer veel zielen bijzijn. Als steun, bescherming en nieuwsgierig om wat er gezien gaat worden.
Ik roep om Diana, want ze is er niet bewust bij, en blijkbaar wilde mijn ziel dat wel graag. De andere wijzen me erop dat ze er wel bij is, en dat stelt me gerust. Eva voelt wel 8 zielen bij ons in de buurt, wat veel! En er komen er alleen maar bij.
Jorine zegt dat ze een kaars voelt branden. Dat klopt, op de lessenaar, waar ook de veer nog ligt waar ik altijd mee schrijf. Het boek ligt op de grond. Carrie en Jorine pakken het op, want het is te zwaar voor een van hen alleen. Zelf heb ik daar geen last van, maar ik weiger het boek nu aan te raken, omdat ik weet dat ik daarmee de beelden weer oproep. Ik zie nog steeds erg bleek. Jorine geeft me water uit haar flesje, die ze kreeg van Zacherias. Ook Carrie drinkt wat, en zegt dat ze zich nu al superman voelt. Mijn ziel drinkt, en dat is nodig ook. Zonder water ga ik niet door. De gehele ruimte lijkt ook droog te staan, blijkbaar heb ik al het water uit de omgeving opgetrokken in mijn slaap.
Maar het water alleen is niet voldoende energie om het kanaal te dragen. Ondanks dat het gouden water een sprankje energie bevat van de nieuwe aarde, zal er meer kracht voor nodig zijn. ‘Diamanten!’ roept Eva, en ze wijst Jorine en Carrie (en de ziel van Diana) op de diamanten die zijn kregen. Ze laten ze stralen. De energie vult de kamer en ik voel hoe mijn ziel het langzaam opneemt. Als een soort spons.
Ik word naar het boek getrokken. Ga er trillend bij staan. Het boek opent zichzelf. Bladeren vliegen langs. Dan stopt het en blijft het boek openliggen. Precies daar waar de vorige profetie beschreven is. Om ons heen is een beschermende gouden koepel ontstaan, gemaakt door de meesters om ons heen. Deze om te beschermen. Er wordt een kring gevormd om me heen. Ik hou mijn handen boven het boek. Ik merk dat mijn handen trillen, opdat ik weet wat er komen gaat. Meer beelden. Ik leg mijn handen op het boek. Meteen is de omgeving weg en voel ik mezelf weer in de leegte staren. Mijn handen zijn aan de bladzijden geplakt en de beelden schieten weer voor mijn geestesoog.
‘19-1.... 27-2.... 4-3... ‘ begin ik. Cijfers dansen voor mijn ogen. ‘9-8.... 15-10… 8-12’
Ik hoor gevraagd worden wat deze cijfers betekenen. Data, antwoord ik. Ik zeg dat het gebeurtenissen zijn. Grote gebeurtenissen. Golfen. Golfdata van de trillende aarde. Ik zie nog niet welke beelden bij welke datum horen. Kan de beelden niet sorteren.
Jorine en Carrie zien een gouden bel uit het boek komen. Vragen of ik het ook zie. Nee. Ik zie alleen de beelden van het boek en ben me bijna niet bewust van wat er om me heen gebeurd. Jorine vraagt me of ik bij elke specifieke datum wil gaan kijken. Dat wil ik wel. Eva verdwijnt meer naar de achtergrond. Haar taak is gedaan. Haar ziel zal verder alleen toekijken vanaf een afstandje, want de concentratie mag niet verloren gaan.
8-12 explosies en vuur. Uit mensen handen en die van de natuur. Vulkaanuitbarsting en bommen. Grote landen en boze mensen.
Jorine vraagt of ik nog later kan kijken. Zeg maar, 10-1-2012. Ik zie ontkiemende zaadjes. Mensen die opnieuw tevoorschijn komen uit hun verstopplekken.
6-12-2012 vraagt ze nu. Ik zie kaarsjes. Heel veel kaarsjes. Maar geen vrede. Dat zit niet in de mens. Er zullen tegenstribbelaars blijven. Jorine vraagt om contact met buitenaardse wezens. Ik zie dat het dan in het begin staat. Een echte startdatum is er echter niet.
We gaan verder. 19 januari dit jaar. Dood. Dood van een belangrijk persoon.
27 februari, ziekte, verlies van controle, natuurgeweld, verdriet. De ziekte is niet ver weg. Een ziekte die overdraagbaar is en over de gehele aarde zal komen. Lijkt een beetje op de pest.
4 maart. Dood van veel mensen. Ziekte is enorm sterk. Komt uit het water. Ziek water. Water komt uit het oosten. Maar is al op meerdere plekken ziek. Heel stilletjes. Mensen hebben het eerst niet door.
9-8 oorlog om allerlei dingen. Jorine voelt de beelden, Carrie ook. Maar Jorine zegt dat zij er deels voor afgeschermd zijn. Dat is maar goed ook. In deze tijd komen de donkere dagen en nachten dichterbij. Veel bommen, nucleair. Van allerlei landen, want elk land heeft ze wel. Allemaal tegen elkaar. De wereld is zwart geblakerd. Het begint in het oosten (korea), Middenoosten (iran) en westen (amerika)… ongeveer allemaal tegelijk. In de tussentijd is Jezus bij ons in de koepel gekomen om ons te steunen. Nog een datum over.
15-10. Rustiger. Maar stilte voor de storm voordat de donkere dagen en nachten beginnen. Hergroeperen van legers. Maar mensen krijgen ook hoop, en uitgeblazen kaarsen worden heraangestoken (terugkomst van geloof en hoop). De ‘zij’ waar ik over spreek lijken geen mensen meer. Hun woede heeft hen in beesten veranderd. Demomen zijn het. Demonen op aarde. Wij moeten niet tegen ze vechten. Ze bevechten elkaar. Wij moeten sterk staan. Hand in hand.
Weer bij 8-12 aangekomen.. Dan is de tijd van de 5 donkere dagen en 3 donkere nachten bijna aangebroken. Hierin sterft de aarde spreekwoordelijk en wordt ze ook weer herboren.
De data zijn voorbij, maar ik laat nog niet los. Er wordt gevraagd of we ook voor onszelf dingen mogen vragen. Om prive redenen schrijf ik het niet op, want ik weet niet of andere willen dat hun stukje geplaats worden.
Ikzelf zag ook dingen bij mijzelf. Ik zal moeten vechten om het jaar door te mogen komen. Ik zal ziek worden en de uitslag daarvan is nog niet bekend. Ik merk dat als ik dat vertel elke ziel een beetje stiller is. Jorine verbreekt de stilte en haar stem is meer als een fluistering voor mij. Ze zegt ‘dat zeg je al een lange tijd. Je weet het al heel lang.’
Ja, dat is waar. Dat weet ik al heel lang. Het enige wat ik vraag is dat de zielen om wie ik geef bij me zullen zijn komend jaar, zodat ik niet het gevoel heb alleen te moeten staan.
Op aarde rollen de tranen van mijn wangen, ook wanneer ik dit schrijft. Maar he, je moet het accepteren. En ik zal vechten.
Nu is het klaar. Ik laat het boek los en de beelden verdwijnen langzaam. De koepel verdwijnt ook en Jorine en Carrie beginnen pijnen te voelen. De bescherming en dus het schild is opgeheven, dus voelen ze de naschok van de beelden. Jezus haalt bij Carrie een stukje angst uit haar hoofd. We gaan naar beneden, chocomel drinken. Ik wil dat de zielen bij me blijven. Dat is fijn. De diamanten laten we achter, want ze zijn leeg. Ze zullen binnenkort verdwijnen. Even wordt carrie nog gegrepen door angst voor verlies van iemand. Maar dat is niet nodig. We zullen het moeten aangaan zoals het is.