Heb een start gemaakt met een nieuw verhaal, en ben benieuwd naar jullie mening.
Dank voor het lezen !
Wat als er in de lijn van de tijd een breuk is onstaan waaruit een beeld word geprojecteerd die een onzuivere luminiscentie de wereld in stuurt? De wil geblokkeerd en de keel te zwak om te spreken? Angstige spookbeelden beginnen te regeren en een eigen leven gaan leiden binnen de wereld waarin ik besta. Angsten die niet overeen komen met de daadwerkelijke persoon achter de opgeworpen barrière van het licht in het hart. Daar valt veel over te vertellen.
Als in een bliksemslag bij donkere hemel verlichtte zijn geest waardoor zijn innerlijke boek duidelijk zichtbaar werd en zich verder opende. Was dit het lot, hoorde dit bij zijn leven? Alleen zijn ogen waren bestemd voor hetgeen hij in deze bladzijden kon ontdekken. Van boven gegeven was een niet met mensenogen geziene zilveren bel om hem heen, die hem beschermde. Als een dun vlies dat hem zou moeten scheiden van de koude straling die de dagelijkse realiteit heet.
Giftige pijlers met kokende aanvallen tastten deze veilige cocon langzaam maar zeker aan. Vetrouwende op de kracht die van binnenuit hem kwam, liet hij alles over zich heen komen. Maar omdat hij in twee werelden leek te staan, die beiden evenveel invloed leken te krijgen, keken dwingende en boze ogen op hem neer en lieten hem steeds meer en meer twijfelen aan de plaats die hij had in het geheel. De kracht van het donkere.
Als een dwaas die niet sprak, zo liet hij zich bespelen, te naief om te beseffen dat hij bespot werd en langzaam maar zeker de rug werd toegekeerd. Het innerlijke besef werd groter dat het boek hem iets duidelijk probeerde te maken dat een enorm dualisme in de wereld teweeg bracht. Alsof hij in daadwerkelijk in die twee werelden leefde. Er was twijfel gezaaid in zijn altijd onwrikbare geloof in de wereld die hij tot nu toe had ervaren. Zijn lichaam dat werd gezien met ogen die los waren van compassie, brachten een bepaalde afkeer bij diegenen teweeg. Vanaf hier had hij een lange weg te gaan, zonder het nog te beseffen.
In zijn gedachtencentrum waren er zilveren lijnen gesponnen, en helende groensmaragden kleuren. Zijn hart straalde uit naar de wereld om hem heen, maar het leek alsof dit niet meer opgemerkt werd. Diep onzeker en ongelukkig werd hij hiervan en hij voelde zich langzaam maar zeker minder begrepen. Dit bracht een bepaalde geslotenheid teweeg. Het licht dat eerst nog fel brandde werd langzaam aan minder helder. De wereld wilde hem laten spreken, hem laten lijden, hem dwingen zichzelf te laten zien, althans zo bleek het? Ze wilden horen van zijn boek, en de geheimen die er beschreven waren met gouden pen. Dat bracht hem van zijn stuk, dit was niet voor iedermans ogen. Wat er in die dagelijkse wereld werd gezien, had innerlijk een hele andere betekenis. Hij werd bang en wist zeker dat er verkeerd geïnterpreteerd zou worden. En, wat viel er uiteindelijk te zien. Was elke bladzijde niet met gouden pen beschreven. Als in een opwelling verwiep hij zijn gedachtenwereld. De pijn werd steeds zwaarder te dragen. Het innerlijke boek leek te vergelen, maar was wel nog steeds leesbaar. Met alle kracht .... (wordt vervolgd)