Loading...
nl

Wetenschappelijke bewijzen voor reiki

Aaldrik
Aaldrik jul 24 '10
Wetenschappelijke bewijzen voor de werking van reiki

Reiki-beoefenaren stellen dat reiki op fysiek en psychisch niveau het genezingsproces versnelt, dat
behandelingen ontspannend werken en dat het algemene welbevinden toeneemt. Wat zegt de
westerse wetenschap? Meer dan je zou verwachten. In dit artikel gaan we op zoek naar feiten, als
aanvulling op de eenzijdige opvattingen van dogmatische sceptici over de gezondheid bevorderende
werking van reiki-behandelingen.

Een overzicht van redenen waarom alternatieve geneeswijzen onterecht lijken te werken, vinden we
bij Barry L. Beyerstein Ph.D.. Hij geeft aan waarom 'bogus therapies often seem to work'.
1. De ziekte heeft zijn natuurlijk verloop gehad en wordt onterecht toegeschreven aan een alternatieve behandeling.
2. Veel ziektes zijn cyclisch; als een alternatieve behandeling samenvalt met een tijdelijke periode van verbetering, wordt onterecht een heilzame werking geconstateerd.
3. Het placebo-effect; de behandelaar wordt in dat geval in de wetenschappelijke literatuur een charismatische persoonlijkheid genoemd die mensen overtuigt dat ze beter zijn geworden terwijl er niets meetbaars is gebeurd. Het effect berust op (auto)suggestie.
Het volgende punt van Beyerstein luidt:
4.Een foutief oorzakelijk denken; de genezing of verbetering is aan andere (tussenliggende of externe) factoren te wijten. 5. De oorspronkelijke diagnose was verkeerd, dus de patiënt is niet genezen.
6. Tijdelijke verbetering van de gemoedstoestand wordt verward met genezing.
7. Een soort psychologische verdwaasdheid treedt op; achteraf wordt de gang van zaken onjuist geïnterpreteerd waardoor het succes onterecht aan de behandeling wordt toegeschreven.

Dit soort factoren zal soms zeker een rol spelen. Maar ze verklaren niet de waargenomen en meermaals beschreven effecten van reiki en vergelijkbare vormen van handoplegging. De NCBI
publiceert op PubMed wetenschappelijke onderzoeksresultaten van over de hele wereld. Deze site is een goede bron voor onze zoektocht naar feiten over de werking van reiki en andere vormen van palm healing, hier bijvoorbeeld therapeutic touch (TT) en healing touch (HT) genoemd.

Voordat we inzoomen op deze onderzoeken, nog een opmerking vooraf voor de sceptici. Hun kritiek op de uitkomsten van wetenschappelijke onderzoeken die de theorie en werking van reiki bevestigen is vaak dat de testgroep te klein is waardoor het onderzoek niet representatief is. Een ander veel genoemd argument is dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd. (Dat laatste is overigens een argument dat sjamanen in niet-westerse culturen vaak aanvoeren als hun magie niet de gewenste uitkomsten oplevert; er is niet aan de juiste andvoorwaarden voldaan.)

Vaak worden dit soort dissonante onderzoeksresultaten door sceptici op deze wijze vakkundige gemarginaliseerd, simpelweg omdat ze niet passen in hun wereldbeeld. Kijk ook naar punt 7 bij Beyerstein, die zich baseert op de plausibele theorie van de cognitieve dissonantie. Of denk aan de paradigma-discussie naar aanleiding van het werk van Thomas Kuhn.
Eén van de eerste onderzoeken, aldus N. Mackay en O. McFarlane in 2005, is van S. Vaughan uit 1995. Hij onderzocht het effect van reiki op het centrale zenuwstelsel (Autonomous Nervous
System, ANS) en ontdekte duidelijke aanwijzingen dat de bloeddruk (diastolic blood pressure) afnam door reiki.

K. Olson en J. Hanson concludeerden in 1997 een zeer significante afname van de pijn na het doorgeven van reiki aan mensen uit de testgroep:
'The purpose of this study was to explore the usefulness of Reiki as an adjuvant to opioid therapy in the management of pain. Since no studies in this area could be found, a pilot study was carried out involving 20 volunteers experiencing pain at 55 sites for a variety of reasons, including cancer. All Reiki treatments were provided by a certified second-degree Reiki therapist. Pain was measured using both a visual analogue scale (VAS) and a Likert scale immediately before and after the Reiki treatment. Both instruments showed a highly significant (p < 0.0001) reduction in pain following
the Reiki treatment.'

J.G. Turner onderzocht in 1998 het effect van therapeutic touch (vergelijkbaar met reiki) op patiënten met brandwonden. Hij vond dat behandelingen via deze vorm van handoplegging een
significante afname van de 'anxiety' tot gevolg hadden. A. Evanoff en W.P. Newton concludeerden in 1999 dat energetische therapieën ervoor zorgend dat de kniepijn van osteoarthritis-patiënten significant afnam (bron voor deze alinea: N. Mackay en O. Mc.Farlane, 2005).

D.W. Wardell en J. Engebretson stellen in 2001 met betrekking tot stressreductie, dat na een reikibehandeling
bij proefpersonen de 'anxiety' significant afnam, net als de bloeddruk (SBP): 'Comparing before and after measures, anxiety was significantly reduced, t(22)=2.45, P=0.02.
Salivary IgA levels rose significantly, t(19)=2.33, P=0.03, however, salivary cortisol was not statistically significant. There was a significant drop in systolic blood pressure (SBP), F(2,44)=6.60, P < 0.01. Skin temperature increased and electromyograph (EMG) decreased during the treatment, but before and after differences were not significant.

CONCLUSIONS: These findings suggest both biochemical and physiological changes in the direction of relaxation. The salivary IgA findings warrant further study to explore the effects of human TT and humeral immune function.'

De onderzoekers D.S. Wilkinson, P.L. Knox, J.E. Chatman, T.L. Johnson, N. Barbour, Y. Myles en A. Reel onderzochten in 2002 de klinische effecten van genezing door handoplegging (healing
touch, HT) en in hoeverre de ervaring van de beoefenaar invloed heeft. Zij concluderen dat de stress significant afneemt, de gezondheid toeneemt en dat de pijn afneemt. Het placebo-effect wordt als exclusieve factor uitgesloten:
'Clients of practitioners with more training experienced statistically significant positive sIgA change over the HT treatment series, while clients of practitioners with less experience did not. Clients reported a statistically significant reduction of stress level after both HT conditions. Perceived enhancement of health was reported by 13 of 22 clients (59%). Themes of relaxation, connection,
and enhanced awareness were identified in the qualitative analysis of the HT experience. Pain relief was reported by 6 of 11 clients (55%) experiencing pain.

CONCLUSIONS: The data support the clinical effectiveness of HT in health enhancement, specifically for raising sIgA entrations, lowering stress perceptions and relieving pain. The evidence indicates that positive responses were not exclusively as a result of placebo, that is, client beliefs, expectations, and behaviors regarding HT.'

In 2004 deden N. Mackay, S. Hansen en O. McFarlane onderzoek naar het effect van reiki op het zenuwstelsel. 'Quantitative measures of autonomic nervous system function such as heart rate, cardiac vagal tone, blood pressure, cardiac sensitivity to baroreflex, and breathing activity were recorded continuously for each heartbeat. Values during and after the treatment period were compared with baseline data. RESULTS: Heart rate and diastolic blood pressure decreased
significantly in the Reiki group compared to both placebo and control groups.'

Ze tekenen daarbij aan, alsof ze deze uitkomsten liever niet hadden gevonden: 'The study indicates that Reiki has some effect on the autonomic nervous system. However, this was a pilot study with relatively few subjects and the changes were relatively small. The results justify further, larger
studies to look at the biological effects of Reiki treatment.'

B. Rubik, A.J. Brooks en G.E. Schwartz deden in 2006 onderzoek naar het helende effect van reiki. Ze hebben dat vastgelegd door te kijken naar het effect op bacteriekweken (heat shocked bacteria). Ze concluderen dat reiki zorgt voor snellere groei van de bacteriën en des te meer als beoefenaren zich beter voelen:
'In the healing context, the Reiki treated cultures overall exhibited significantly more bacteria than controls (p < 0.05). Practitioner social (p < 0.013) and emotional well-being (p < 0.021) correlated with Reiki treatment outcome on bacterial cultures in the nonhealing context. Practitioner social (p < 0.031), physical (p < 0.030), and emotional (p < 0.026) well-being correlated with Reiki treatment outcome on the bacterial cultures in the healing context. For practitioners starting with diminished well-being, control counts were likely to be higher than Reiki-treated bacterial counts. For practitioners starting with a higher level of well-being, Reiki counts were likely to be higher than control counts.
CONCLUSIONS: Reiki improved growth of heat-shocked bacterial cultures in a healing context. The initial level of well-being of the Reiki practitioners correlates with the outcome
of Reiki on bacterial culture growth and is key to the results obtained.'

K.L. Tsang, L.E. Carlson en K. Olson onderzochten in 2007 de effecten van reiki-behandelingen op kankerpatiënten, gerelateerd aan hun vermoeidheid, pijn, angst en algeheel welbevinden. Ze schrijven in hun conclusies dat de vermoeidheid, de pijn en angst significant afnemen:
'Fatigue on the FACT-F decreased within the Reiki condition (P=.05) over the course of all 7 treatments. In addition, participants in the Reiki condition experienced significant improvements in quality of life (FACT-G) compared to those in the resting condition (P <.05). On daily assessments
(ESAS) in the Reiki condition, presession 1 versus postsession 5 scores indicated significant decreases in tiredness (P <.001), pain (P <.005), and anxiety (P<.01), which were not seen in the resting condition. Future research should further investigate the impact of Reiki using more highly controlled designs that include a sham Reiki condition and larger sample sizes.'

In datzelfde jaar hebben M.S. Lee, M.H. Pittler en E. Ernst uit Groot-Brittannië 250 onderzoeken naar het effect van reiki en vergelijkbare behandelmethoden op een rijtje gezet. Hun conclusies, gebaseerd op 205 geselecteerde onderzoeken, zijn merkwaardig. Eerst blijken er collegawetenschappers geweest te zijn die positieve effecten meten. Hun resultaten worden in het verhaal van deze drie Britten 'suggesties' en de mate van effect, de significantie, wordt, in de samenvatting, niet genoemd: 'Two RCTs suggested beneficial effects of reiki compared with sham control on depression, while one RCT did not report intergroup differences. For pain and anxiety, one RCT showed intergroup differences compared with sham control. For stress and hopelessness a further RCT reported effects of reiki and distant reiki compared with distant sham control.'
Dan volgt een opsomming van onderzoeken waarvan het effect van reiki niet meetbaar was: 'For functional recovery after ischaemic stroke there were no intergroup differences compared with sham. There was also no difference for anxiety between groups of pregnant women undergoing amniocentesis. For diabetic neuropathy there were no effects of reiki on pain. A further RCT failed to show the effects of reiki for anxiety and depression in women undergoing breast biopsy compared with conventional care.'

Vervolgens concluderen ze dat er in het algemeen erg weinig data beschikbaar is en dat onafhankelijke herhaalbaarheid niet altijd mogelijk is geweest. (Herhaalbaarheid is volgens mij per
definitie onmogelijk, maar goed, een filosoof die daarop let.)

De verwachte kritiek, zoals in de inleiding van dit artikel genoemd, is zoals voorspeld: 'Most trials suffered from methodological flaws such as small sample size, inadequate study design and poor reporting.' Al het reiki-bevestigende onderzoek van hun collega-wetenschappers wordt daarmee in één klap afgeserveerd als niet-wetenschappelijk en daarom waardeloos. En aan de onderzoeken waar ze niet omheen lijken te kunnen, wordt door Lee, Pittler en Ernst geen aandacht
meer besteed in hun eindoordeel, om vervolgens deze conclusie te kunnen trekken: 'In conclusion, the evidence is insufficient to suggest that reiki is an effective treatment for any condition. Therefore the value of reiki remains unproven.'

Dit artikel van deze wetenschappers wordt gebruikt door de mensen achter de Nederlandse website www.kwakzalverij.nl om hun standpunt over het effect van reiki te onderbouwen. Zo schrijft medewerker Jan Willem Nienhuys van deze website op grond daarvan in een e-mail aan de auteur:
'Kortom, er is geen enkel bewijs dat reiki beter is dan gewone zorg voor welke conditie ook. Het is dus kwakzalverij in de definitie van onze vereniging.' Nou is er geen enkele reiki-beoefenaar die reiki boven de reguliere zorg plaatst, mag ik hopen. De voordelen van de reguliere zorg zijn evident, de nadelen echter ook. Met name de mechanische benadering in ziekenhuizen versus de extra aandacht, compleet met een groter invoelingsvermogen, in de alternatieve of complementaire zorgverlening. Plus natuurlijk de mogelijk positieve werking
van reiki-behandelingen.

De belangrijkste vraag is niet of reiki de westerse wetenschap kan vervangen, maar die naar de werkzaamheid van reiki en andere vormen van handoplegging. Wordt de laatste vraag positief beantwoord, dan kan reiki een aanvulling zijn op de reguliere zorg. Ondanks dat de hierboven beschreven onderzoeken niet herhaalbaar zijn, en wellicht te klein van
omvang om de statistici blij te maken, komt uit het voorgaande toch het beeld naar voren dat reiki in een aantal gevallen bepaalde gezondheid bevorderende effecten bewerkstelligt: reikibehandelingen zorgen volgens deze wetenschappelijke onderzoeken dat de bloeddruk daalt en dat pijn, 'anxiety', stress, hartslag en vermoeidheid afnemen. En het fysieke herstel neemt toe, in elk geval in bacteriekweken.

Daarnaast kunnen we de positieve ervaringen plaatsen van de honderdduizenden, misschien wel miljoenen reiki-beoefenaren en mensen die wereldwijd met resultaat behandelingen hebben
ondergaan, maar waarvan de resultaten niet wetenschappelijk zijn vastgelegd. Deze ervaringen zijn subjectief, maar daardoor niet per definitie niet-significant.
Tot slot wil ik nog wijzen op het boek 'The Field' van Lynne McTaggart (2001). Zij bestudeerde tientallen wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van psychische/spirituele krachten, afhankelijk én onafhankelijk van plaats en tijd. De in dit boek genoemde studies onderschrijven grotendeels de feiten zoals die naar voren komen in bovenstaande onderzoeken. En ze gaan nog veel verder. Ze geven meetbare aanwijzingen voor een holistisch wereldbeeld dat opvallende overeenkomsten vertoond met dat van de meeste reiki-beoefenaren.

Johan de Wal MA, BJ
Delen:

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki