14-04-2010 Reis naar Limurie
Zilveren Vleugel zit in het witte kasteel en voelt dat ze getrokken wordt. Ze vraagt waar Witte Maan is. Die zit in de torenkamer en komt snel naar haar toe. Ze ontmoeten elkaar in de gezelschapskamer van het witte kasteel in zielenland. Het is lekker warm en de sfeer is fijn met zijn tweetjes. Ze hebben zin om op reis te gaan en na het nuttigen van een warm drankje gaan ze gezamenlijk naar buiten.
Eigenlijk weten ze allebei dat ze geroepen zijn om een reis te maken, maar ze weten niet waar naar toe. Ze laten zich meevoeren door het moment. Ze wandelen in de richting van het bos. Eigenlijk is het meer een zweven wat ze doen. Dan voelen ze zich plotseling opgetild worden. Het voelt fijn, ze laten zich heerlijk meevoeren omhoog, tussen de sterren door, als in een spiraal worden ze opgetild. Ze vinden het beiden heerlijk om zo meegenomen te worden, ze voelen zich lichter worden, en ook voelen ze een fijne warmte over zich heen. Nieuwsgierig kijken ze om zich heen om te zien waar ze heen gaan, maar ze zien niet veel, behalve de sterren om hen heen.
Het duurt vrij lang voor ze ergens zijn. Het duurt nog langer voor ze iets zien wat ze ook maar enigszins herkennen…
Dan zegt Witte Maan: “Het lijkt wel een beetje alsof we op een mega glasplaat staan of zo…”. Zilveren Vleugel heeft nog meer moeite om iets te zien, eigenlijk ziet ze nog niets, maar ze voelt wel iets aankomen, ze voelt lichtwezens die hen mee nemen aan de armen. De lichtwezens lachen, giechelen. Beiden zijn nu erg benieuwd waar ze naar toe gaan. Ver voor hen uit zien ze licht, recht voor hen, en ze vliegen er heen, samen met de lichtwezens die hen begeleiden.
In de verte ziet Witte Maan dan een soort poort, of een gebouw met een poort. Intussen vliegen ze over een soort van landschap dat nogal wit is, met veel licht, een landschap in witte kleuren. Dan zijn ze bij de poort en gaan ze er samen door heen. Het is groot en het voelt fijn waar ze zijn, maar ook leeg. Ze voelen geen andere zielen, geen leven, geen wijsheid en Zilveren Vleugel krijgt een brok in haar keel. Nog steeds hebben ze geen idee waar ze zijn. Witte Maan vind het een soort van stad, maar het is een verlaten stad… ze hoort wel wat, maar voelt geen zielen hier, het lijkt wel alsof de mensen hier weggejaagd zijn, en de gebouwen voelen dreigend aan.
Zilveren Vleugel vraagt zich af waarom ze hier zijn. Witte Maan ook, ze probeert zich te focussen op wat ze hoort… Dan hoort ze dat er aan hen gevraagd wordt om iets te zoeken waardoor bepaalde herinneringen niet bij mensen verdwijnen, herinneringen aan hoe het vroeger was.
Zilveren Vleugel vraagt dan om wat voor herinneringen het gaat. Witte Maan geeft aan dat het gaat om hoe deze stad vroeger was… bruisend en mooi… alles als glas.
“Hoe heet deze stad dan?” vraagt Zilveren Vleugel aan Witte Maan. “Iets met Lu of Li nog iets… ik kan de rest nog niet goed horen… Zilveren Vleugel denkt na… Limurie of zoiets? “Ja, zoiets is het ja…”
“Zijn we in Limurie? Dat is gaaf zeg!” zegt Zilver Vleugel. Maar als ze de herinnering moeten laten voort bestaan, dan moeten ze ook wel een herinnering hebben. Ze vragen of ze terug in de tijd verplaatst kunnen worden in deze stad. Terug naar de tijd met alle levende zielen nog in de stad. Witte Maan en Zilveren Vleugel houden elkaars handen vast en gaan terug in de tijd. Langzaam aan voelen ze meer leven komen en horen ze meer geluiden in deze mooie stad. Ze zien nu ook schimmen van zielen voorbij komen, hebben het gevoel alsof ze langs hen heen lopen.
Nu zien ze meer van de schoonheid van de stad, het wordt levendiger. Het is een mooie stad, heel prettig om er te leven. Ze voelen ook dat er contact was met allerlei andere werelden, buitenaardsen maar ook met wezens uit andere dimensies. Het is duidelijk te voelen dat deze contacten er waren, er is veel saamhorigheid, iedereen is welkom, het geeft een warm gevoel om in deze stad te zijn. Nu zien ze dat er rondom de stad ook veel water is en in plaats van alleen glas zien we nu ook een soort van landschap.
Ze gaan dan een stukje lopen door de stad, rondkijken om indrukken op te doen. Als ze bij een pleintje komen zien ze daar een mooie fontein. Vlak voor die fontein zit een prachtige vrouw . Ze heeft heel donker krullend haar, dat is opgestoken op een mooie manier. De vrouw draagt een donkerblauwe jurk en ze wenkt Witte Maan en Zilveren Vleugel om dichterbij te komen. De twee besluiten om naar haar toe te gaan. Als ze bijna bij de vrouw zijn gaat die staan. “Ze is best lang!” merkt Zilveren Vleugel op. De vrouw vind de twee reizigers ook mooi. Witte Maan in haar prachtige witte jurk met zilveren sterretjes en een gouden kroontje op en Zilveren Vleugel in haar goudgele jurk, haar zilveren vleugels op haar rug en ook een mooi gouden kroontje op haar hoofd.
Dan begint de vrouw te vertellen. Limurie was zoals deze vrouw; mooi, elegant, liefdevol maar wel kwetsbaar, breekbaar als glas. “Wij zijn als glas, prachtig, maar breekbaar.” Zilveren Vleugel voelt pijn bij de vrouw, droefenis om wat verloren is gegaan. De vrouw gaat verder, “Wij zullen vertrekken, verder gaan. Onze herinneringen hier achterlatend tot de dag dat ze worden opgehaald. Omdat de juiste tijd dan aangebroken is om terug te keren.”
De vrouw vraagt aan de reizigers om de kroon mee te nemen, en de herinneringen. En die te schenken aan de stad. Witte Maan en Zilveren Vleugel begrijpen het niet direct. Vragen zich af welke kroon het om gaat en welke herinnering ze moeten meenemen… De vrouw verteld dat Zilveren Vleugel de kroon mee moet nemen en Witte Maan de herinnering. De kroon staat symbool voor het contact met andere dimensies. Als alle mensen deze kroon weer zouden dragen, dan kan deze beschaving terugkeren…
Dan ziet Zilveren Vleugel plotseling hoog op een toren achter de vrouw, boven op het topje een glimmende kroon. Ze vliegt er naar toe. Er ligt daar een kroon op een bol boven op de toren. Het is de kroon van de stad. De kroon is klein, maar heel erg mooi en zuiver. Al snel heeft Zilveren Vleugel hem te pakken en gaat terug naar Witte Maan die nog steeds op de zelfde plaats beneden op het plein in de stad staat.
Witte Maan heeft daar intussen de herinneringen gekregen van de stad. Maar door die herinneringen kan ze nu niet echt meer iets zien of doen en dus moet Zilveren Vleugel haar mee trekken terug naar hun eigen tijd. Zilveren Vleugel pakt haar hand en verplaatst hen terug naar hun eigen tijd. Het is lastig en zwaar, want Witte Maan staat als versteend. Maar eenmaal losgerukt kan ze weer bewegen, al ziet ze nog niets.
Zilveren Vleugel begeleid haar terug naar het kasteel, naar de torenkamer, waar Witte Maan graag naar toe wil. Ze wil de herinnering vorm geven. En iedereen die het dan weer ziet, die een link met die stad heeft, zal de herinnering terugvinden.
Al snel zijn ze binnen in het kasteel in de torenkamer. Zilveren Vleugel zet Witte Maan voor haar lessenaar neer.
Langzaamaan begint Witte Maan weer iets te zien. Zilveren Vleugel legt de kroon van de stad even op de tafel in het midden van de kamer. Ze ziet plotseling dat Witte Maan staat te toveren, ze ziet het sprankelen van licht en goudstof, sterretjes…
“De herinneringen van een plek, dat is eigenlijk de ziel van een plek… Een symbool van de ziel is een vlinder… dus ik maak van de herinneringen een vlinder. Want de stad is als een vlinder, prachtig, maar breekbaar.” Witte Maan zegt verder “een ieder die de vlinder zal zien, zal zich herinneren wat de stad is…”
Dan ziet Zilveren Vleugel de vlinder verschijnen. Ze is wit met zachte kleurtjes, heel veel licht straalt de vlinder uit. Ze wil fladderen maar heeft nog even wat moeite, het gaat nog wat traag, maar dat zal snel beter gaan. De vlinder doet hen denken aan de vrouw die ze ontmoet hebben in de stad, zij was ook een beetje de ziel van de stad. De vlinder gaat op de kroon zitten, en Witte Maan en Zilveren Vleugel bespreken wat ze nu moeten doen. Ze besluiten om de vlinder vrij te laten en haar eigen weg te laten zoeken in zielenland. Ze doen het raam van de toren kamer open en de vlinder vliegt vrolijk fladderend weg, een spoor van goudstof achterlatend. Het is een prachtig gezicht om te zien hoe de vlinder vliegt door het prachtige landschap van zielenland.
Witte Maan weet dat ze haar zal vinden als ze haar plekje heeft gevonden. Als dat is gebeurt en de zielen gaan daar de nieuwe stad bouwen, dan zullen zij en Zilveren Vleugel de kroon naar de stad brengen. Tot die tijd zal de kroon veilig opgeborgen blijven in het kasteel…