Noem Me Bij Mijn Ware Namen
Zeg niet dat ik morgen ga -
als zelfs vandaag nog komen moet.
Kijk naar me: elke seconde verschijn ik hier
om een knop aan een lentetak te zijn,
een vogel met nog tere vleugels
die in mijn nieuwe nest leert zingen,
om een rups te zijn in het hart van een bloem,
een juweel omgeven door gesteente.
Altijd nog kom ik hier om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het ritme van mijn hart is het komen en gaan
van al wat leeft.
Ik ben de eendagsvlieg die van gedaante wisselt
op het water van de rivier.
En ik ben de vogel die een duikvlucht maakt
en verorber die vlieg.
Ik ben de kikker die vrolijk zwemt
in het heldere water van een vijver.
En ik ben de ringslang die stil nabijkomt
en voed me met de kikker.
Ik ben het kind in Oeganda, vel over knook,
mijn benen dunne stokjes.
En ik ben de wapenkoopman,
die dodelijk tuig aan Oeganda verkoopt.
Ik ben het meisje van twaalf,
een bootvluchtelinge die zich in zee stort
na door een zeerover te zijn verkracht.
En ik ben de zeerover,
wiens hart niet kan zien
en niet liefhebben kan.
Ik ben lid van het politbureau
met macht in zijn handen.
En ik ben de man die zijn bloedschuld
aan het volk moet betalen
en langzaam sterft in een werkkamp.
Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat de bloemen op de hele aarde ontluiken.
Mijn pijn is als een rivier van tranen,
zo onmetelijk dat zij alle oceanen vult.
Noem me daarom alsjeblieft bij mijn ware namen,
zodat ik al mijn huilen en lachen tezamen hoor,
zodat mijn vreugde en pijn één zijn.
Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart zal open staan,
de deur van mededogen.
*
Gedicht van Thich Nhat Hanh