Een hele goede en dierbare vriendin van mij is herstellende van een ernstige ziekte. Ze is nog geen veertig, en door alle kuren in de overgang terecht gekomen. Ze worstelt met levensvragen, en ik stuurde haar het volgende:
'Dear God:
The lady reading this
is beautiful, classy and
strong, and I love her.
Help her live her life to the fullest.
Please promote her and cause her to excel above her expectations.
Help her shine in the darkest places where it is impossible to love.
Protect her at all times, lift her up when she needs you the most,
and
let her know when she walks with you,
She will always be safe.'
Ze vraagt mij nu dat ze weet dat ze gedragen wordt, maar ze weet niet precies door wie. Ze weet wel dat iemand haar beschermt als het donker is.
Wat kan ik haar zeggen? Dat zíj het is, die zichzelf moet dragen? Dat zij, ondanks dat ze op het randje van de dood moest leven, die Godsvonk in zichzelf heeft? Is dit niet een ongelooflijke inkopper, of, zo je wilt, een dooddoener? Iemand volledig op zichzelf terugwerpen? Ik wil haar laten zien, dat het licht in haar zelf is, en dat alléén zij die bescherming bij zichzelf kan zoeken, zonder daarvoor te hoeven zoeken: oh mijn God, wat een zware keuze! Hoe kan iemand, die zich zo verlaten voelt, en afgesneden van de wereldse bekrompenheid, en zo door een hel is gegaan, de steun nog vinden bij zichzelf? Kan ik iemand iets bieden wat niet van haar of hemzelf is? Kun je iemand zeggen van zichzelf te houden, als de dood op je hielen zat? Dit vind ik ware levenskwesties, en ik vraag mij af óf ik haar wel kan ondersteunen...
Ik kan de ander niet beschermen, net zo min als de ander dat voor mij kan doen.