Vraag:
Op welke wijze kan een serieuze zoeker in aanraking komen met de Waarheid?
Antwoord:De serieuze zoeker naar de absolute Waarheid kan niet volstaan met een oppervlakkige kennismaking met die Waarheid. Hij moet zich bewust zijn een studie aan te vangen, die al zijn aandacht en diepe overweging vereist. Hij zal zich bovendien gaan realiseren dat de Waarheid een stralend Beginsel is dat, eenmaal is aangetrokken door een onrust en een voortdurend gevoel van op zoek gaan naar een essentieel onderdeel in ons zelf dat we missen, overal en volledig ingrijpt in het stelsel en de ziel van de mens. De Waarheid geeft geen beschouwingen óver het leven, doch zij grijpt het leven van de aspirant zelf aan; zij is zeer persoonlijk en men zal bij het lezen steeds weer de indruk krijgen dat de Waarheid zich direct tot hem of haar richt. De Waarheid zal leiden tot een proces van volledige ommekeer van de mens.Het aanreiken van de Waarheid heeft ook wat minder aangename zijden; immers, zij zal een tweeledig gevoel opwekken gepaard gaand met enkele soms onplezierige gevoelens zoals wrevel en misschien zelfs boosheid die afkomstig zijn van ons kleine ego die zich aan de kant gezet zal voelen. Echter, het onmiskenbare voordeel van het geestelijk ontwaken doet ons dit altijd verkiezen boven andere en meer gebruikelijke methoden. De zoeker moet namelijk worden verontrust, de Waarheid moet hem sterk bezighouden, met name aantasten en vooral zijn intellectuele belangstelling als met een zwaard doorkruisen. Ieder die kennis neemt van de Gnostische Waarheid, moet beseffen dat het niet gaat om literaire of theoretische kennis te verzamelen of te demonstreren, om daarbij aardse en materiële belangen te ondersteunen. De aspiranten beginnen hun werk en studie in dienst van het Goddelijk Plan en hun individuele spirituele geest te stellen, ook al zou dit werk volkomen indruisen tegen hun materiële belangen hetgeen meestal het geval is.Wij richten ons tot de zoeker in overeenstemming met zijn bewustzijnstoestand, om te getuigen namens de Christushiërarchie, de verheven Lichtbroederschap van de mensheid. Deze Hiërarchie of Broederschap staat onder vele namen bekend, zoals de Hiërofantale Geestesschool, de Mysterieschool der Christushiërofanten, de Innerlijke Kerk, de Orde van Melchizédek en vele andere.De aspirant die van de Waarheid kennis neemt, zal moeten beseffen dat de Hiërarchie en de Geest zelf zich direct tot hem richt; een contact waarin geen plaats is voor persoonlijkheden.Het bestuderen van de Waarheid is geen intellectuele methode; het biologische hersenbewustzijn wordt er niet getraind en er worden geen examens afgenomen noch diploma's uitgereikt.De Waarheid doet een beroep op drie vermogens, die in het geheimzinnige mikrokosmische systeem van de mens als in een doodsslaap sluimeren. De vibratie van de Waarheid tracht, dwars door alle tegenstand heen, deze drie vermogens te wekken en tot werkzaamheid te stuwen. En zodra er zich iets van deze drie vermogens bij de aspirant openbaart, ontstaat de gewenste verhouding tussen aspirant en de Hiërarchie en de Geest. De leerling ervaart, ziet en kent dan uit de eerste hand alles wat aan hem wordt overgedragen om een verbinding tot stand te brengen tussen zijn individuele geest en de Heilige Geest.Is deze relatie fundamenteel weer tot stand gebracht, hersteld zoals het altijd moet zijn, dan wordt het de aspirant pas duidelijk wat de Waarheid voorstelt. De Gnosis is geen populair geloof, maar is een helder en positief Weten vanuit de eeuwige fontein.Geen weten in de zin van het verzamelen van feitenmateriaal, van dogma's, frasen, stellingen, hypothesen enzovoort, die de mens tenslotte toch met lege handen laten staan, maar dit weten is het omvatten, doorschouwen en innerlijk bezitten. Onweerstaanbaar en volledig.
Als de relatie tussen de aspirant en de Gnosis zich op deze basis ontwikkelt, is er geen sprake van autoriteit en van volgzaamheid, maar van innerlijk herkennen, van het bewust volgen van een in het eigen zelf gebrandmerkt pad.
* * *
Vraag:
Nu duidelijk is geworden hoe de serieuze zoeker in aanraking kan komen met de Waarheid, vraag ik mij af welke impact dit op diens persoonlijke leven heeft. Kun je stellen dat zo iemand afstand neemt van zijn leven tot dan toe?
Antwoord:Drie sluimerende vermogens moeten zich in het leven van de aspirant openbaren: het vermogen tot een nieuwe wil, het vermogen tot een nieuwe wijsheid en het vermogen tot een nieuwe werkzaamheid.De mens heeft een wil, doch deze is een eigen leven gaan leiden of wordt voortdurend voor nieuwe experimenten of een speculatief doel gebruikt. De uitkomst van een wilsinspanning van de gewone mens staat nooit van tevoren vast en mocht dit wel het geval zijn, dan zijn de eventuele nevenverschijnselen of de gevolgen van de gewekte weerstand(en) niet helemaal duidelijk. Alleen daarom al is de mens in feite door zijn wilsleven met zorg en angst omringd. De menselijke wil is dan ook nooit bevrijdend. Bovendien is de wil bloedgebonden, dat wil zeggen, de persoonlijke wil is afhankelijk van de mogelijkheden en krachten die in het bloed aanwezig zijn.De mens heeft ook de beschikking over een zekere (primitieve) wijsheid en deze heeft vooralsnog betrekking op intellectueel vermogen, verstandelijke hersencapaciteit. De aspirant zal inzien dat de mens ook wat dit vermogen betreft helemaal afhankelijk is van de uiterlijke, dus zichtbare, driedimensionale dingen. Niet voor niets zegt de Bijbel: "De wijsheid der mensen is dwaasheid bij God". Absolute Kennis kan nimmer bezit worden van een uit de zinnen levende mens. Datgene wat men wijsheid nóémt, is een vorm van beschouwing, aangeleerd door zintuiglijke waarneming en sterk beïnvloed en verminkt door opvoeding en bloedtoestand.De mens ontplooit eveneens een zekere werkzaamheid. Is het resultaat van deze arbeid niet buitengewoon bedroevend? Is er eigenlijk wel meer aanwezig in zijn normale werkzaamheid dan slechts activiteit om "brood en spelen"? De werkzaamheid van de mens staat geheel in het teken van de strijd om het bestaan, met nog wat tijdverdrijf en wat geestelijke (en fysieke) romantiek, al naar gelang zijn aard.De drie-eenheid van wil, wijsheid en werkzaamheid, zoals deze in de aardse natuur van de mens tot ontwikkeling komt, is bovendien gebonden aan verlangens, een driftig begeren. Dezelfde drie-eenheid, gebonden door het begeren vanuit deze fysieke natuur, is eveneens verantwoordelijk voor het tot stand komen van het lagere biologische bewustzijn (het ik-bewustzijn) en de meest kenmerkende eigenschap daarvan is zelfhandhaving. Deze zelfhandhaving en het begeren zijn uitermate speculatief en buitengewoon grillig in hun doen en laten. Als mensen door bepaalde ervaringen ontgoocheld zijn, springen zij van het ene object van begeren naar het andere en in hun nood dansen zij hun impulsen in deze natuur uit met allerlei hypothesen en andere illusies. Verreweg alle godsdienstige drang is uit de ervaring van zelfhandhaving en begeren te verklaren.Als de aspirant deze toestand helder zou inzien, zou hij de noodzakelijkheid van een fundamentele omkering inzien. Hij zou walgen van zijn tegenwoordige toestand en als gevolg daarvan zou hij trachten zijn begeren en zelfhandhaving te neutraliseren.De vraag mag dan best worden gesteld, hoe zo'n neutralisatieproces zich dan zou moeten ontwikkelen. Het antwoord is: de aspirant moet zijn oude leven niet meer willen, de door hem verzamelde schijnwijsheid opgeven en zich aan het dramatische spel van begeren en zelfhandhaving onttrekken.Sommige mensen zijn in staat de fundamentele omkering gemakkelijk door te voeren voor zover het de zeer gebroken realiteit van godsdienst, kunst en wetenschap betreft. Zij zijn in staat om betrekkelijk gemakkelijk het speculatieve van de godsdienstige hypothesen in te zien, het niet-bevrijdende van dat wat men kunst noemt en het hopeloze en satanische van de wetenschap. Doch het is veel zwaarder om zich fundamenteel los te kunnen maken van zijn diverse natuurinstincten, daar de mens "uit de natuur" en "van de natuur" is. De natuurinstincten kunnen een mens veel meer aan het oude leven binden dan godsdienst, kunst en wetenschap.De leerling mag zich hier niet bedriegen. Hij kan soms geweldig van leer trekken tegen belemmeringen buiten zichzelf, terwijl het veel nuttiger zou zijn te strijden tegen al datgene wat hem in het eigen kleine zelf bestormt. De student van de Waarheid moet zich dit dagelijks herinneren. Zo heeft hij bijvoorbeeld zijn maatschappelijke ambities, waarvoor hij wellicht bereid is de "geestelijke" bijl te gebruiken, dan is er ook sprake van de illusie van zijn "ik".Uit de lagere ambities en de ik-waan vloeien allerlei lagere emoties voort als woede, jaloezie, hebzucht, haat en wraak; emoties die de mensheid voortdurend teisteren. Jaloersheid bijvoorbeeld is een "grimmigheid", zoals de Spreukendichter zegt, en, volgens het Hooglied, "een onuitblusbaar vuur". Jaloersheid is een bezetenheid; zij wekt een dermate onverzoenlijke haat op, dat zij in vele gevallen moordend is.Daarom zegt de Spreukendichter dat de mens, die in dit natuurinstinct vastzit, "generlei losprijs aanneemt", "hij stelt zich niet tevreden met geschenken, hoe groot ook", ook al zou God hem de hand reiken ten hemelgang. Hij wenst de ondergang van zijn slachtoffer, de vlam der jaloersheid moet zijn slachtoffer verschroeien. Het resultaat duidt hij dan aan als "recht".De fundamentele omkering moet dan ook diep ingrijpen in alle menselijke natuurinstincten. De leerling moet de strijd aanbinden met zichzelf, een strijd op leven en dood.De fundamentele omkering is de basis voor het wekken van de drie nieuwe vermogens die door ons worden bedoeld. Ten eerste: een nieuwe wil, die in God ontstoken wordt (Uw Wil, niet de mijne, geschiede); ten tweede: een nieuwe wijsheid, die het Goddelijk Plan doorziet; ten derde: een nieuwe werkzaamheid, die alles tot realisatie stuwt.Deze drie processen, die van het begin af door elke zuivere Geestesschool in samenwerking met de leerling worden ondernomen, vormen de sleutels tot de nieuwe menswording, een wedergeboorteproces waarin de hele filosofie en uitwerking van de Gnosis zichtbaar wordt. Het welslagen van deze drie processen is afhankelijk van de eerder genoemde fundamentele omkering én van het feit of er in het bewustzijn nog iets aanwezig is van herinnering aan het oorspronkelijke geestelijke bezit en de potentie van de mens.Zo'n geestelijk bezit mag gepijnigd zijn, het mag karikaturaal of zelfs gevaarlijk zijn, maar toch schenkt het de mens een niet te onderdrukken neiging tot het zoeken van de verborgen zijde der dingen. Door deze preherinnering wenst de mens het waarom, waartoe en waardoor te willen inzien en ontwikkelt hij hierop een dynamisch vermogen om later, wanneer de weg gezien wordt, uit tal van belemmeringen los te breken.De nieuwe wil wordt door de Waarheid in de leerling ontwikkeld door middel van Gods Wet; de nieuwe wijsheid door de filosofie en vibratie van deze Wet – de Waarheid; de nieuwe werkzaamheid door de toepassing van Gods Wet.Gods Wet is de goddelijke idee, het goddelijk Plan dat aan wereld en mensheid ten grondslag ligt. Het is het Plan dat het Volmaakt worden van al het leven beoogt.De filosofie van Gods Wet of de Waarheid, draagt het goddelijke idee aan de leerling over; zij doet zijn verstand oplichten; zij doet hem inzien hoe mateloos ver hij is verwijderd van het oorspronkelijke Vaderland; zij doet hem de menselijke verwording ten opzichte van de goddelijke idee begrijpen en schenkt hem daarop een klare visie op de weg terug.De toepassing van de goddelijke Wet is de verwerkelijking der goddelijke idee, de harde en onverbiddelijke weg terug; de verbreking der aardse natuur en haar driften en het bouwen van de nieuwe mens.Het goddelijk Plan heeft slechts één Doel voor de mens: te komen tot Perfectie van de mens tot de Nieuwe Mens. Gods Wet kan ook worden aangeduid als: God, van wie wij verbroken zijn. De filosofie van deze Wet als: Christus, die in oneindige liefde van God uitgaat om onze ziel uit materie los te maken, zich om ons neerbuigt tot de gevallen mens en zich daartoe gevangen geeft aan de stof. De toepassing van de goddelijke Wet als: de Heilige Geest, die het gehele wedergeboorteproces toepast, uitvoert en doorzet.Een bonafide school of groep is steeds te herkennen aan het feit dat zij wat betreft deze drievoudige procedure geen enkel compromis kent.Diegene die kennis van de Waarheid en al onze artikelen in zich opneemt, zal dit in eerste instantie ervaren als informatie. Wanneer men later inziet dat men niet anders kan dan werkelijk toe te willen treden tot de rijen van de gerealiseerde meesters en dus een oprechte kandidaat van de goddelijke Mysteriën zou willen zijn, dan zal men helder moeten inzien dat de Gnosis met een voorwaarde komt. Het is wandelen op het Pad van Terugkeer met een louterende, regeneratieve opgang, met een proces. Zonder dat zou een zuivere school of Gnostische groep geen bestaansgrond hebben.De groep wil met al diegenen die hun belangstelling hebben getoond een binding maken, een verbond sluiten, op volstrekt vrij-democratische grondslag. Wat van de aspiranten gevraagd wordt, wordt ook hier als levensstaat uitgevoerd. Niets zal aan de leerling worden voorgesteld dat hij niet volvoeren kan.De Waarheid zorgt ervoor dat er daden geboren worden in het hart, waardoor als gevolg van de drie krachten van de Gnosis, de drie sluimerende vermogens bij de leerling gewekt worden. Door de wisselwerking tussen de drie heilige krachten en de leerling, zal de leerling graag willen wat God wil, hij zal begrijpen wat de Waarheid is en waar zij voor staat en zal zich in zijn dagelijkse leven hierop focussen en dit trachten te integreren in zijn leven. Hij doet wat gedaan moet worden in zijn inspiratie, met onverbrekelijke zelfdiscipline en in vrijwillige gehoorzaamheid.Zij die zo de mysteriën van het Pad zien, dit innerlijk ervaren en dit in hun leven willen verwerkelijken zijn zeer geïnspireerd, zij stralen van tomeloze energie en intense blijdschap. Met grote ootmoed stellen zij zich voor het ongekende vuur van Gods Wet met wie zij zich verbonden weten en dat vuur voelen in hun hart. Met opgericht hoofd staan zij voor het ontdekkende licht van de universele Liefde, waar de filosofie van de wet, de Gnosis hen aanraakt. En met uitgespreide armen observeren zij de heilige doop in het Levende Water van goddelijke regeneratie, als de toepassing van de Waarheid al hun aandacht en toewijding krijgt en opeist. [Bewerkt naar Jan van Rijckenborgh].