Loading...
nl

Wat is dyspraxie?

Debiorah
Debiorah mrt 7 '08
ONTWIKKELINGSDYSPRAXIE
(ofwel Developmental Dyspraxia, Developmental Co-ordination Disorder, DCD, Sensory Motor Disorder, Sensory Integration Dysfunction, Perceptuo Motor Difficulty, Clumsy Child Syndrome, Damp)

Dyspraxie is een stoornis bij het correct verwerken van informatie. Dit leidt tot moeilijkheden bij de motoriek en motorische vaardigheden. Bijvoorbeeld bij het uitvoeren van een taak waarvoor oefening nodig is of bij acties die niet in de hersens zijn geprogrammeerd. Zuigen en wandelen zijn voorbeelden van geprogrammeerde acties. Het schillen van een sinaasappel, het aantrekken van een jas en het papiertje van een snoepje halen zijn dat niet. Vaak gaat dyspraxie samen met problemen met de spraak, taal, waarnemen, denken en gevoelige tastzin. Verondersteld wordt dat dyspraxie veroorzaakt wordt door onvolgroeidheid of vertraging in de ontwikkeling van neuronen en bij ongeveer 2% van de bevolking zichtbaar is. (De wereldgezondheidsorganisatie spreekt in hun 'Diagnostic and Statistics Manual-IV' over 6% van alle kinderen), in variërende mate van handicap. 70% van hen is man. Dyspraxie is een onzichtbare handicap. Dit is zowel een voordeel als een nadeel. Sommigen schatten het aandeel op 10%. Dyspraxie is een onrijpheid van de hersenen. met als gevolg dat boodschappen niet goed aan het lichaam worden doorgegeven.

Kenmerken
• Onhandigheid
• Slechte houding
• Onhandig/lomp lopen
• Verwarring over welke hand moet worden gebruikt
• Moeilijkheden met het gooien en vangen van een bal
• Gevoelige tastzin
• Sommige kleren oncomfortabel vinden
• Minder goed korte termijn geheugen. Het vergeten van wat de vorige dag is geleerd
• Pover bewustzijn van het eigen lichaam
• Problemen met lezen en schrijven
• Een pen niet goed kunnen vasthouden
• Slecht richtinggevoel
• Niet kunnen huppelen, hinkelen of fietsen
• Langzaam leren zichzelf aan te kleden of zelf te eten
• Simpele vragen niet kunnen beantwoorden, terwijl het antwoord wel bekend is
• Spraakproblemen, leren laat praten of onsamenhangend praten
• Fobieën of obsessief gedrag
• Ongeduld
• Aversie hebben tegen zaken zoals haar borstelen, tandenpoetsen, of haren knippen, nagels knippen enz.
• Niet tegen het dragen van pleisters kunnen
Delen:

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki