Ik wil even iets delen, opschrijven...
Voel me vandaag zo dankbaar en gelukkig. Mijn pa is me komen bezoeken om samen een wandeling te maken en een warme choco te drinken. We hebben goed gebabbeld, er was warmte en contact. Dat doet zo'n deugd! Ik heb vanaf mijn puberteit tot rond mijn twintigste zo ongeveer niet gepraat met mijn vader. Ik heb heel erg afgezien met m'n ouders en zij nog harder met mij. Maar ik ben heel lang bang geweest dat het ooit te laat zou zijn om terug tot mekaar te komen, dat ik nooit de kans zou krijgen ze te zeggen dat ik ze graag zie.
Toen mijn vader daarstraks wegreed besefte ik weer dat als hij opeens zou sterven, ik zou weten dat er niks meer 'open' is, onbesproken, niet gezegd...Dat het 'goed' is. En terwijl ik dit schrijf heb ik een krop in mijn keel en stromen de tranen over mijn wangen. Zoveel verdriet en zoveel dankbaarheid tegelijkertijd. Dat ik de kans heb mijn ouders nog iets te geven...
Morgen ga ik op bezoek bij mijn moeder. Ze ligt in het ziekenhuis omdat ze 'overspannen' was. Ze zorgt zoveel voor anderen dat het niet meer ok is. Ze doet dat om niet voor zichzelf te moeten zorgen. Ze was weer beginnen drinken. Ze neemt ook al jaren veel te veel medicijnen en is verslaafd geweest aan pijnstillers, psychosomatische klachten en afhankelijk van hulpverleners. Ze vraagt om aandacht door ziek(elijk) te zijn. En ja, wat lijk ik op haar, dat heeft ze me ook altijd voorgehouden en ik heb haar erom gehaat. Maar nu voel ik zoveel mededogen en hoop. Hoop dat ze een klein stapje zet in de richting van het erkennen van zichzelf. Ze kan zo wijs en krachtig zijn! Ik hoop dat ze een begin kan maken met het leren houden van zichzelf, met het erkennen van haar kracht.
Mijn zus heeft weinig hoop, ze zegt: 'er verandert weeral niets!'. Mijn zussen zijn boos en gefrustreerd. Ik hoop dat ik mededogen kan blijven voelen voor mijn moeder, dat ik contact kan maken met het gezonde deel in haar. Ik ben niet boos, zelfs niet meer teleurgesteld. Maar ik gun het haar zo. Ik weet dat de weg lang en zwaar is, zeker omdat ze al lang leeft op deze manier. Maar ik weiger mee te doen met het opgeven van haar.
Ze is mijn moeder en ik zie haar graag. Ik heb vanalles meegekregen van haar, ook de ongezonde patronen. Maar daarin zit de ontkende kracht...
Ik ga het haar zeggen morgen...
Ik hoop dat ik haar iets kan geven.