Loading...
nl

De geestelijke hereniging

Maria
Maria sep 4 '03
Deel 5:

Het uiteindelijke doel van geestkunde is de hereniging met de algeest, de hereniging met de bron waaruit je ooit bent voortgekomen en ook weer naar toe zult gaan.

Heb je door zelfopvoeding je oorspronkelijke, geestelijke geaardheid verwerkelijkt en ben je daardoor helemaal jezelf geworden, dan zul je gaan verlangen naar een band met je geestelijke oorsprong. De hereniging daarmee kun je bereiken door het oefenen van zelfbezinning, omdat je je daarmee niet alleen bezint op jezelf, maar ook op het brandpunt in de algeest, dat je zelf in wezen bent.
Zelfbezinning is een bezinning op het wezenlijke van jezelf. Richt daarom als zelfbezinningsoefening al je aandacht en toewijding op jezelf als geest door te beseffen, dat jij als geest niet dit lichaam bent, noch de omstandigheden in dit tijdelijke bestaan, noch de inhouden van je geheugen, die zich tijdens je oefening aan je opdringen; maar dat je alleen de menselijke geest bent, de zelfbewuste levenskracht, die in zichzelf de dingen waarneemt, ze overdenkt en doorvoelt en er dan iets mee wil doen.

De zelfbezonnen geestesgesteldheid die je door deze oefening bereikt, is vooral in het begin heel vluchtig. Om deze geestesgesteldheid te kunnen vasthouden, is het nuttig een hulpmiddel te gebruiken en dat is: de beoefening van stille herhaling. Deze geestelijke oefening houdt in, dat je een woord, gebed of een korte tekst met geestelijke strekking, stil voor jezelf herhaalt.
Door deze oefening schep je zèlf in jezelf een innerlijke orde en word je 'een en al jezelf' als geest: de uit zichzelf werkzame bron van de gedachten en gevoelens, die je in jezelf onder woorden brengt.

Als je in jezelf die innerlijke orde hebt bereikt, ga dan vervolgens met je aandacht af van de betékenis van het woord. Richt je aandacht nu in de stilte tùssen de woorden op die bewuste kracht, die je zèlf bent en die, in die vóórwoordelijke stilte, de bron is van de woorden, die je in jezelf wilt gaan spreken. Dit overbrengen van je aandacht en toewijding van datgene, wàt je vormt, naar diegene, die vórmt, jij zelf als menselijke geest, is het beslissende gebeuren. Dìt is de overgang van bezinning naar zelfbezinning.
Deze zelfbezinning brengt je terug tot het besef alleen de geest te zijn, alleen de bewuste, vermogende levenskracht te zijn. Hierdoor kom je in een toestand van uiterste eenvoud en innerlijke stilte, en deze toestand van eenvoud en stilte is de geestelijke oertoestand.

Het bereiken van deze oertoestand heeft tot gevolg, dat er vanuit je geestelijke oorsprong een kracht op jou kan gaan inwerken, want door die eenvoud en stilte is je geestesgesteldheid met die van je oorsprong in overeenstemming gekomen. Door deze geestelijke inwerking word je geestelijk in beweging gebracht, word je geestelijk ontroerd en dit is het begin van de hereniging van jezelf als menselijke geest met je oorsprong.
Op een gegeven ogenblik zul je kunnen ervaren, hoe je vanuit die oertoestand in vervoering raakt en in je geestelijke oorsprong wordt opgenomen. Je ervaart dan hoe je wordt opgenomen in een jou geheel omstralend en doordringend licht; terwijl je wordt doorstroomd door een innige, verwarmende liefde, wat een met niets te vergelijken oerervaring is.

Wat je zo ervaart, is, dat geest en kracht, licht en liefde, vrede en waarheid door je heen gaan stromen. Wat je zo ervaart is het goddelijke. Maar wat je zo ervaart, dat ben je in wezen ook zelf! Je ervaart jezelf als een vonkje geest úit en ìn de goddelijke algeest; je ervaart jezelf als een brandpunt van licht en warmte in onze God als die alomtegenwoordige zee van datzelfde, geestelijke licht en diezelfde, geestelijke warmte.
In deze toestand van hereniging zijn beide geesten volkomen in elkaar op gegaan: jij bent, wat dàt is en dàt is, wat jij bent, wat een toestand van volmaakte vereniging is; maar toch is er één verschil gebleven: jij bent de klèine geest en ervaart jezelf als een deel van de gróte geest, van onze God als de alomtegenwoordige algeest.

Door die alomtegenwoordigheid heeft God het àl in zichzelf en is daardoor alwetend, wat samenhangt met het waarnemingsvermogen;
door die alomtegenwoordigheid kan God àlles in zichzelf met elkaar verbinden en is daardoor de alwijsheid, wat samenhangt met het denkvermogen;
door die alomtegenwoordigheid verbindt God àlles met zichzelf en is daardoor alliefhebbend, wat samenhangt met het voelen;
door die alomtegenwoordigheid kan God àlles in zichzelf voltrekken en is daardoor almachtig, wat samenhangt met het willen.
Zo is het einde van deze verhandeling weer verbonden met het begin doordat je kunt erváren, dat je als menselijke geest een uitdrukking bent van de goddelijke algeest.

Door vervoering kun je in de geestelijke wereld worden opgetrokken en dan ervaar je dat God de algeest is, die zich in de òngevormde oertoestand aan je voordoet als een zee van zuiver licht en warmte. Omgekeerd kan God ook, in de gevòrmde toestand, in de vorm van een geestgedaante, zich persoonlijk aan jou openbaren. In deze geestgedaante, die Gods heilige geest is, komt de goddelijke algeest onmiddellijk als persoon tot uitdrukking. Deze heilige geest is met de naam Jezus bij ons op aarde geweest.
In deze gevormde toestand kun je ervaren dat God je 'vadermoeder' is, dat je geestelijk uit je goddelijke ouders bent geboren en dat je in wezen hun godenkind bent; dat het wezenlijke van de 'godheid' het gezin is als de beide goddelijke ouders en hun godenkind; en dat de gehele mensheid als Gods kinderen in feite Gods gezin is.

Ten slotte zal ik geestkunde als volgt kort samenvatten:

Geestkunde is de kennis van jezelf als menselijke geest en van de weg naar zelfverwerkelijking en hereniging met de goddelijke algeest.

Geestkunde beschrijft de geest als de bewuste levenskracht, die in de geestelijke wereld ervaarbaar is als geestelijk licht en geestelijk warmte. Met deze oereigenschappen hangen de vermogens samen, waaraan de geest in deze wereld herkenbaar is: het waarnemen, denken, voelen en willen.

Door deze vermogens, je èigen licht en warmte, bewust en beheerst te gaan gebruiken, kun je als geest je van jezelf bewust worden, je uit de remmende aanvangstoestand van onbewuste vereenzelviging bevrijden, daardoor jezelf als geestelijke zelfstandigheid verwerkelijken en je met je geestelijke oorsprong, de goddelijke algeest, die de bròn van je eigen licht en warmte is, herenigen.
Delen:

Social Services

Delen:

Netwerk

carina
Helderziende magda
Angela
Ies
Annemarie
Roy
Patske
xXBertDeZienerOpenaarDesDerdeOogXx69x420
Nouki